Incest op de decibeldag van Domino 2007. Met (The) Melvins had de AB een legende in huis gehaald, en het onderonsje werd vervolledigd door Big Business zijn ding te laten doen en drummer Dale Crover te laten aantreden met Porn. Genoeg potentieel voor een monotone moddermarathon, maar dat was buiten (The) Melvins gerekend, die tekenden voor een motherfucker van een optreden.
Crover mag er bij elke tournee dan wel pafferiger uitzien, je kan hem niet beschuldigen van luiheid. (The) Melvins is na meer dan twee decennia nog steeds de productieve machine van weleer, en ook met Porn heeft hij al drie platen en een resem optredens achter de kiezen. Het eerste wat ons opviel toen we halverwege de set arriveerden: de afwezigheid van bassist/producer/semi-legende Billy Anderson, die verstek had gegeven. Het tweede: een ondoordringbare sound waarbij zanger/gitarist Tim Moss en de ons onbekende bassist om ter luidst ronkten en donderden. Songs vielen er amper te ontwaren, maar de tegen de stonerrock aanschurkende doommetal van het trio had iets van een seismische golf. De ideale opwarmer dus.
Een tijd geleden werden drummer Coady Willis en bassist Jared Warren, samen Big Business, ingelijfd bij (The) Melvins, dat voor het eerst in zijn bestaan geen trio meer is. Dat het net deze twee zijn geworden is geen verrassing. Hun songs zijn net als die van hun broodheren te situeren in de lagere geluidsfrequenties, al gaat het er doorgaans een pak minder contrair aan toe. Als duo ontbrak het hen aan spanningskracht, maar met Crover op gitaar was er ook hier sprake van een uit z’n voegen barstende sound met dreunende baslijnen, schreeuwerige uithalen en stevig drumwerk. Hun tweede album verscheen zopas bij Hydra Head, en verdient op basis van dit degelijke optreden zeker een nader onderzoek.
Met (The) Melvins (met of zonder lidwoord, met of zonder haakjes, wij weten het ook niet meer) kan het alle kanten op. Net zoals er kop noch staart te krijgen is aan sommige van hun albums (het is heel leuk mensen enerveren met werkstukken als Honky, Colossus Of Destiny en Pigs Of The Roman Empire), kunnen optredens alle richtingen uit: openen met een drone van een half uur, rotzooien met abstracte geluidsexperimenten, uitpakken met de logst denkbare doom, het behoort allemaal tot de opties. Het werd niets van dat: we werden getuige van de meest toegankelijke en hardst rockende set die we hen ooit zagen spelen, een set die maar bergop bleef gaan.
Dat het optreden volledig was opgebouwd rond het straffe (A) Senile Animal, een ideale introductie tot het oeuvre van (The) Melvins, zal te maken hebben met de recente inlijving van Big Business. Vanaf het door dubbele drums in gang getrokken “Civilized Worm” vooraan in de set zat het optreden al definitief op de rails. King Buzzo was laconiek als altijd, maar blijft door die XL-afro een blikvanger. De dubbele drums (in spiegelopstelling en voor een stuk zelfs overlappend) bleken een meerwaarde te bieden die op plaat lang niet zo duidelijk was. Het was dan ook verbijsterend om te merken dat de band als kwartet bijna niets van zijn strakheid had ingeboet.
Er werd even een uitstapje gemaakt met het gruwelijk vervormde “Let It All Be” (uit The Bootlicker), maar daarna volgde vooral nieuw werk: het hortende “Blood Witch” werd gecounterd door een reeks songs die integraal werd overgenomen van het album, waarbij “A History Of Drunks” en “Rat Faced” uitschieters waren. Het werd nog beter: door een fenomenale sound strompelde het kwartet naar een overdonderende finale met “A History Of Bad Men” en “The Mechanical Bride”. Terwijl die laatste op plaat al straf is, werd het live een pure tour de force zonder weerga, een voortkruipend beest dat de ingewanden van plaats deed wisselen. Pieken deed de band uiteindelijk met beukklassieker “The Bit”, die de halve zaal aan het headbangen bracht, en een onverwacht “The Ballad Of Dwight Fry”, de Alice Cooper-cover die ze ruim vijftien jaar geleden al eens opnamen.
En net toen het erop leek dat de band waarlijk monumentale hoogten zou bereiken, was het plots gedaan. Zonder Buzzo deden de overblijvende grapjassen zich even te goed aan een lullig “Lady In Red” (yep, die song), wat de verwarring enkel nog versterkte. (The) Melvins bevestigde zijn reputatie van moeilijke, onvoorspelbare, koppige band, maar geen mens die daarover gaat klagen na zo’n demonstratie. Grote klasse.