Zusterliefde is een schone deugd, zeker als ze ondertussen al jarenlang garant staat voor prettig gestoorde podiumcapriolen. De exemplaren Casady zijn ondertussen ook bijna familie geworden en dus mag het bijwonen van hun set op het rustige doch veelzijdige M-idzomerfestival niet ontbreken.
CocoRosie serveerde een tijd lang extra porties van het beproefde recept, maar gooide twee jaar geleden het roer om met het ingetogen Grey Oceans. Voor de release van de opvolger is nog geen datum geprikt, maar voorlopende singles verraadden duidelijker geflirt met electronica en triphop. Deze vermoedens werden in Museum M tegengesproken door een warmbloedige set waarin een symbiose met wereldmuziek vooropstond.
Op de wereldkaart plantten ze de vinger vastberaden in Zuid-Azië neer en daar recruteerden ze het Indiase vijftal Rajastan Roots als deel van hun begeleidingsband. Gezien het mystieke karakter van hun laatste plaat is deze keuze nog de vreemdste niet en inderdaad, op het podium klikte het wonderwel tussen de twee continenten. Opener ‘K-Hole’ ging al meteen op geslaagde wijze de dialoog aan met een Indische mantra en nagenoeg doorheen de hele set bleef de samenwerking het oeuvre van het duo verrijken en opfrissen. Badend in donkere etniek intrigeert een bijna onherkenbaar ‘Rainbow Warriors’, gespeend van electronica hoorden we even later ook een warmbloedig ‘We Are On Fire’, waarin voor het eerst opviel over wat een dijk van een refrein dat wel beschikt. Een ander onmiskenbaar hoogtepunt was een wervelend ‘Smoky Taboo’: wadend doorheen wierige wateren tot Sierra Casady de aanwezigen naar het nirvana bracht alwaar een waar volksfeest losbrak.
Met gelegenheidsmuzikanten is het uiteraard altijd wat zoeken en ook hier liet het collectief hier en daar een steek vallen. De eerste helft van de set had wat problemen met opbouw — hoe festief ook, het intermezzo van Rajastan Roots stond veel te vroeg geprogrammeerd. Ook was niet elke opsmukbeurt even geslaagd: ‘R.I.P. Burn Face’ moest bijvoorbeeld aan charme inboeten door een te abrupte overgang van beklijving naar gelukzaligheid. Over het algemeen maakten de gastmuzikanten de wereld van CocoRosie echter nog kleurrijker en versterkten ze de vredevolle liefdesboodschap die het tweetal in Leuven kwamen uitdragen. Bij momenten waande je je zowaar op een bonsaiherinterpretatie van Woodstock: tijdens “God Has A Voice, She Speaks Through Me” zag je regenbogen passeren zonder geestverruimende middelen en temidden van een aardser ‘Undertaker’ leek het alsof er elk moment een witte duif uit Sierra’s handen zou opvliegen.
Op de M-idzomernachten zag je onmiskenbaar CocoRosie, maar met een broodnodige nieuwe insteek. Hoe speels het ook bleef, toch maakten de dames een zachtere, volwassenere indruk. Het kinderspeelgoed is van aandachtstrekker tot randattractie verworden, de harde kantjes van Bianca Casady zijn afgevijld en door het verdwijnen van die gimmicks kon hun oudere materiaal organisch groeien. Zelfs de cover ‘Turn Me On’, even geleden een voorspelbare truc, is ondertussen een flexibel deel van hún repertoire dat in het exotische jasje perfect in de set paste. Hier en daar mocht het ook eens radicaal anders. Vingergeknip en prominente trompet leidden ‘Daisy Chain’ de cabardouche in alwaar Sierra haar meest burleske beenbewegingen bovenhaalde. Ze hield ze doorheen de rest van de set in haar achterzak en bewees daarmee dat zelfs een goedkope strippersoutfit en dito kuren de gratie niet minder fel doen blinken. Aan het einde van de set verraadde haar ongeveinsde kamerbrede glimlach met hoeveel tevredenheid ze de avond afsloot; een gevoel dat alleen maar gedeeld kon worden.