Je roeping missen, het kan: Christophe Van Gerrewey studeerde eerst architectuur aan de Gentse Universiteit, en vatte daarna pas een studie literatuurwetenschappen aan te Leuven. Intussen schreef de nog jonge auteur een ijzersterk debuut: Op de hoogte, een roman waar literair Vlaanderen trots op mag en moet zijn.
Kan men van jonge schrijvers verwachten dat ze ineens een nieuwe vorm uitvinden? Eigenlijk niet. Wel is het altijd aangenaam wanneer een boek geschreven is volgens een “abnormaal” stramien, en dat is hier bijvoorbeeld het geval. Sedert Kafka’s Brief an den Vater kijkt niemand vreemd op van een roman in briefvorm, maar het blijft toch een minder voor de hand liggende stijl. Dat Van Gerrewey zich hierin precies heeft bekwaamd, zal de lezer gelukkig stemmen. Het is immers een keuze die van meet af aan een grote intimiteit creëert, waarbij de lezer zich als het ware schuldig gaat voelen dat ook hij of zij deelgenoot wordt gemaakt van hetgeen beschreven staat. Zoals een postbode een brief zou openen uit nieuwsgierigheid, maar eigenlijk dingen te weten komt waarvan het individu begrijpt dat ze eigenlijk lang niet meer onschuldig zijn: een soortgelijke uitwerking heeft de briefvorm waar deze jonge auteur voor kiest. De lezer leest echter met een grote gretigheid verder: ondanks het zelfaangeprate gevoel een beetje “voyeurist” te zijn, is Op de hoogte een groot genot om te lezen. Misschien is het zelfs precies het gevoel een indringer te zijn in andermans leven, dat van deze publicatie zo’n genot maakt.
En dat dus voor een architect, iemand van wie men misschien eerder een Bildungsroman zou verwachten in oude, Germaanse stijl. Dergelijke clichés zijn ondertussen wat verouderd natuurlijk, hoewel het een rare en fascinerende sprong blijft: van de mathematische wereld der architecten naar de literatuur overstappen. Anderzijds: het zijn allebei processen waarin gebouwd wordt, waarin men bij uitstek creatief moet zijn. Aan vindingrijkheid hier geen gebrek, want hoewel de vorm misschien niet met verstomming slaat, doet de gevoeligheid van de ganse roman dat wel. Over relaties en hoe zij stuk kunnen gaan of vast kunnen lopen, zijn al ettelijke bladzijden geschreven; Cupido heeft ervoor gezorgd dat hele bossen zijn geveld om toch maar verslag te kunnen doen van liefdespijnen. Het onderwerp op zich zou men ondertussen zelfs al wat belegen kunnen noemen: wie interesseert er zich nog voor een thema waar de songteksten uit de popmuziek het tot vervelens toe over hebben? Van Gerrewey trekt zich daar niets van aan: hij vertelt een levensecht verhaal waarin de man geen Hugh Grantallures heeft en de vrouw niets heeft van een Julia Roberts in haar twintiger jaren. Exit Hollywood, enter realiteit: dichter bij de werkelijkheid dan in Op de hoogte komt men zelden.
Het verhaal vertelt over een jongeman die wakker wordt in het huis van vrienden. Zoals dat gaat, herinnert hij zich plots dat hij hier ooit nog had overnacht met zijn toenmalige vriendin. Die memoire vormt de aanleiding om te schrijven over de relatie, over wat gebeurd is. Samenwonen is geen evidentie voor dit koppel, en ze doen het alleen als vrienden hun vragen op hun huis te passen terwijl ze op vakantie zijn. Zelf de stap zetten, daar waren ze allebei nog niet mee bezig. Wat had kunnen zijn en wat niet mocht zijn: zonder de slagroom boven te halen, komt het allemaal aan bod en blijft Van Gerrewey op bescheiden wijze ontroerend. Steeds meer gaat de stem van de vrouw dan door de brief spoken, zeker wanneer zij het roer overneemt. Dat is buitengewoon fascinerend, en ook literair gezien een prikkelende oefening. De liefde heeft veel facetten: u noemt dat een torenhoog cliché? Wacht dan maar tot u Op de hoogte achter de kiezen heeft. Ontroering en hilariteit komen immers op momenten dat u het het minst verwacht.