Eeuwen moet het geleden zijn dat we nog eens een album van Bernard Prince opensloegen. De strips, ontsproten aan de hersenspinsels van tekenaar Hermann en scenarist Greg, waren een restant uit de jaren zeventig in het ouderlijk huis en vervulden daar, decennia later, met verve
de rol van jongens(strip)boek.
Op dat ogenblik waren de strips van Bernard Prince al een hele poos verwaterd. Hermann was er na dertien albums uitgetrokken, een gapend gat achterlatend dat, ondanks hun talent, niet gevuld kon worden door achtereenvolgens Dany en Aidans. Na het overlijden van Greg in 1999 leek het helemaal over en out voor de bemanning van de Cormoran.
Tot het verrassende, maar niet onlogische bericht kwam dat Hermann naar de reeks terugkeerde én dat zoon Yves H. zich bij hem zou voegen als scenarist. In het verleden stond het duo al garant voor even meeslepende als prachtig getekende verhalen, dus waarom niet op deze manier met jeugdsentiment omgaan? Hermanns tekentalent is met de jaren alleen maar toegenomen en zoon H. heeft ondertussen meer dan bewezen een degelijk scenario in elkaar te kunnen draaien. Recent nog leverde dat het onderhoudende De duivel der zeven zeeën op. Na dat piratenavontuur lag het bijna voor de hand dat Bernard Prince opnieuw van onder het stof gehaald zou worden.
Echt verrassen doet “Onheil op de rivier” uiteraard niet, daarvoor is een reeks als Bernard Prince te zeer gebonden aan een formule. De humor is daardoor aan de melige kant, de plot voorspelbaar en de karakters eendimensionaal. Maar desondanks, of misschien wel dankzij dat stramien, is deze nieuwe Bernard Prince een onderhoudend album.
Want er zijn de jungle, guerrillataferelen, smokkelactiviteiten en oude vijanden, kortom alles waar je als jongen van droomde en nu, op een onbewaakt moment, eigenlijk nog steeds van droomt. Dat het verhaal dan niet meteen tot het meest verheven werk behoort, wordt algauw bijzaak. Het vertoont tenminste geen gaten en dat is in het genre al heel wat. Bovendien is het tekenwerk van Hermann zo’n streling voor het oog dat, zonder afbreuk te willen doen aan de inspanningen van de scenaristen waarmee Hermann samengewerkt heeft, het verhaal eigenlijk bijzaak wordt. Laat de man het telefoonboek omzetten tot strip en we zullen er nog nieuwsgierig naar zijn.
Zo’n duik richting ver vervlogen tijden mag dan best leuk zijn, om volkomen subjectieve redenen dan nog, een gewoonte hoeft het niet te worden. Het is aardig om te zien dat Hermann zijn oude papieren helden nog in de vingers heeft, meer zelfs, dat het er allemaal een stuk fraaier uitziet dan vroeger het geval was, maar het talent van de man bevindt zich onderhand op een niveau dat Bernard Prince lang en ver ontstegen is. Als tussendoortje, een nostalgische knipoog, is “Onheil op de rivier” een welgekomen album, maar het zou zonde zijn van het talent als beide heren zich in de toekomst fulltime op Bernard Prince zouden storten. Daarvoor liggen de jaren zeventig onderhand net iets te ver achter ons.