“Leave me dryyyyy”: als u Studio Brusselluisteraar bent, kunt u het ondertussen blindelings meebrullen. Sinds de 24-jarige Ilayda Cicek met ILA De Nieuwe Lichting won, wordt haar single grijsgedraaid. En dat dat laatste woord wel heel erg een straffe plaat van PJ Harvey echoot, mag geen toeval heten. Straks mag Cicek met haar potige gitaren The Slope op Rock Werchter openen, eerst passeerde ze langs onze microfoon.
enola: Dus: hoe komt een 24-jarige uit bij een geluid dat ouder is dan haarzelf?
Cicek: (lachje) “Door de gitaar, denk ik. Ik ben gewoon verliefd op dat instrument, en dat staat natuurlijk wat symbool voor de jaren negentig. Ik speel al sinds mijn zes jaar, maar de laatste paar jaar ben ik echt naar PJ Harvey en Nick Cave beginnen luisteren, maar ook de psychedelische rockmuziek uit de jaren zestig en zeventig.”
enola: En toch is het de Turkse muziek die je van thuis meekreeg, die je manier van schrijven beïnvloed heeft, zeg je. Hoe dan?
Cicek: “De afgelopen vier jaar heb ik de Turkse psychedelica herontdekt. Als tiener zette ik me er tegen af, omdat dat het enige was dat ik thuis hoorde, maar eenmaal ik me er opnieuw voor openstelde, ging die wereld weer voor mij open. Ik ben er terug verliefd op geworden, en onbewust heeft dat mijn manier van songschrijven beïnvloed. Je hoort het aan de akkoorden die ik gebruik, of hoe mijn zanglijnen klinken. Neem nu “Eternity” of zeker in “F.O.Y.””
enola: Dat laatste nummer stond op Felt, een mini-album dat je in 2021 uitbracht. Waar sta je nu? Werk je toe naar een fullalbum?
Cicek: “We zijn momenteel uitgebreid aan het repeteren voor de zomer, maar thuis schrijf ik voortdurend – of we nu gaan opnemen of niet. We werken wel richting een plaat, maar vraag me nog niet wanneer dat er van komt. “Live To Love”, dat we net uitbrachten, is dan ook eerder een tussendoorsingle – denken we – want we zijn er nog lang niet uit óf en hoe dat nummer op een plaat zou passen. We wilden voor de zomer gewoon wat nieuw materiaal laten horen – “Leave Me Dry” gaat immers al mee van oktober. En verder zullen de concerten deze zomer ideaal zijn om te testen hoe het publiek op nieuwe songs reageert.”
enola: Is je songschrijven ondertussen geëvolueerd?
Cicek: “Ik heb jarenlang alleen gespeeld, ik moest ervoor zorgen dat mijn nummers op mijn eentje tot hun recht zouden komen. Nu ik een band heb, schrijf ik ook met die jongens in gedachten. Ik hou rekening met wat zij kunnen doen, en zorg ervoor dat elk instrument een even grote rol speelt.”
enola: Je spreekt ook over ILA als ‘wij’. ILA is dus een band geworden?
Cicek: “Absoluut. Die jaren solo spelen waren soms eenzaam, en je kunt op die manier ook niet elke song tot zijn recht brengen. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een drummer en een gitarist. Zo ben ik bij Sam en Cas terecht gekomen. Ondertussen zijn dat ook mijn beste vrienden geworden, dus dat is goed uitgedraaid.”
enola: Is het daarom ook dat “Live To Love” wat vuiler klinkt dan “Leave Me To Dry”?
Cicek: “Dat nummer had ik al heel lang liggen, maar ik kreeg het maar niet in de plooi gelegd. Tot ik er met de jongens aan ben beginnen sleutelen. Het voelde meteen veel juister, het plaatje klopte. Zij hebben echt wel invloed op hoe we klinken, en sturen de nummers mee de richting uit die ik wilde opgaan, zonder dat ik dat zo moet uitleggen.”
enola: Hoe komt een klein Belgisch bandje terecht bij een grote internationale mixer als Michael Badger-Taweel, die onder andere King Gizzard & The Lizard Wizard helpt?
Cicek: “Onze manager kent hem van zijn samenwerking met Sons (voor Family Diner, red.). Het matchte heel goed met die band, en hij dacht dat dat voor ons ook zou opgaan. We hebben met Michael gezoomd, en dat bleek inderdaad het geval te zijn. Hij was heel enthousiast om “Felt” te mixen, en nu ook “Live To Love” te producen.”
enola: In een recent interview vermeldde je hoe je slechte ervaringen had gehad met “witte invloedrijke cis-mannen in de muziekindustrie”.
Cicek: “Het is als vrouw niet altijd gemakkelijk in een business die door mannen wordt overheerst. Ze proberen je heel snel in een bepaald hokje te duwen. Zo heb ik eens een afspraak gehad met een label, waarbij heel snel duidelijk werd dat mijn persfoto’s voor hen niet sexy genoeg waren. Als anderen dat zo willen doen, is dat helemaal oké maar bij ons is zo’n shoot geen prioriteit. En ik vind vooral dat de artiest zelf moet beslissen op welke manier zij zichzelf wilt presenteren, niet het label. Het was meteen een dikke ‘nee’ voor mij om met hem samen te werken. Ik was er eigenlijk echt niet goed van, maar dat soort dingen gebeurt nog altijd. Dus ja, we zijn op de goeie weg, maar er is ook echt nog veel werk aan de winkel.”
enola: Maar ondertussen gaat het voor ILA wel snel. Hoe beleef je dat?
Cicek: “Soms is dat beangstigend. Zeker wanneer ik alleen ben vind ik het enger dan wanneer ik met de jongens en heel onze crew op weg ben. Dan is het eerder super-opwindend, en overheerst het ongeloof. We zijn altijd een liveband geweest, hebben gewerkt om veel te mogen optreden, en als ik nu al die aanvragen zie binnenlopen; ongelofelijk. Ik ben heel gelukkig, dit is waar we allemaal van gedroomd hebben.”
enola: Ook van Werchter?
Cicek: “Natuurlijk droomt elke Belgische band er van om op Werchter te staan, maar daarom ben je daar niet voortdurend mee bezig. Ik ben al drie jaar met de jongens aan het samenspelen, en we proberen dat zoveel mogelijk van dag tot dag te doen: ‘welke shows zouden we deze maanden kunnen spelen?’ We hebben nooit zover durven nadenken over wat zou kunnen komen, laat staan over zo’n grote podia. Het is onvoorstelbaar om zo vroeg in onze carrière al daar te staan.”
ILA opent op donderdag 30 juni The Slope op Rock Werchter.