Na bijna 10 jaar keert Hermann terug naar zijn middeleeuwse reeks voor De man met de bijl, het zestiende deel in de reeks Schemerwoude. Helaas blijkt de tand des tijds onverbiddelijk scherp, ook voor grootmeesters.
Een van Hermanns meest bekende creaties is Aymar van Schemerwoude. Deze dolende ridder trachtte tussen 1984 en 1994 in tien albums zijn verloren eigendommen en kasteel terug te vinden. Nadien vertelde hij, meestal met zoon Yves H. aan zijn zijde als coscenarist, verdere verhalen over Schemerwoude, maar ook over latere generaties zonder een directe link naar Aymar. In De man met de bijl kiest Hermann ervoor om opnieuw zelf het scenario te schrijven en brengt hij Aymar terug naar het voorplan, met een verhaal dat chronologisch tussen delen negen en tien in valt.
Volgens het vertrouwde Hermann-recept komt zijn hoofdpersonage terecht in een vreemd en vijandig gebied. Specifiek raakt Aymar in dit album verzeild in het domein van Messire Baudran. Daar raakt hij al snel in conflict met de wrede Ulrik, de man met de bijl. Stilaan bekruipt hem de vraag wie er allemaal zijn ondergang lijkt te wensen. Het is vooral Olivier, Aymars schildknaap, die vermoedt wie er ergens aan de touwtjes trekt.
De donkere middeleeuwen lijken nog steeds de perfecte periode voor Hermanns groezelige verhalen. Het was dan ook fijn nieuws dat Hermann na bijna een decennium nog eens zou terugkeren naar de reeks die in het verleden het best aansloot bij zijn kwaliteiten als tekenaar en verteller. Schemerwoude bood Hermann toch net altijd dat tikkeltje meer mogelijkheden qua verhalen dan Jeremiah, nog altijd zijn bekendste creatie. Helaas blijkt ook uit De man met de bijl dat het vet wel degelijk van de soep is voor Hermann.
Ook dit album bevat nog steeds hier en daar een indrukwekkend landschap of een sfeervolle prent, maar de dynamiek en gedrevenheid die Hermann in zijn carrière altijd hebben gekenmerkt, zijn hier volkomen afwezig. Er zit zo weinig fut in de pagina’s en het is alsof de meester helemaal op automatische piloot nog eens zijn kunstje opvoert. Dat is echt pijnlijk voor een auteur met het statuut van Hermann Huppen. Uiteraard staat het iedereen vrij om door te gaan met een passie zo lang die dat wil, maar bij dit zestiende deel van Schemerwoude pakt dat niet echt goed uit.
Wat het verhaal betreft, kan De man met de bijl zeker bij de betere Hermanns van de laatste jaren staan, hoewel de eerste tien delen van De Torens van Schemerwoude net meer scherpte en complexiteit boden en de middelmatigheid van dit nieuwe album daardoor net meer opvalt. We wensen Hermann nog veel mooie jaren, jaren waarin hij met fierheid op een imposant oeuvre kan terugkijken. Tegelijk hoeft dat oeuvre niet meteen nog verder uitgebreid te worden met de middelmatigheid en futloosheid van albums als De man met de bijl.