Wordt de lang geanticipeerde biografie van Barack Obama het soort boek dat vaker wel dan niet in boekenkasten opduikt, doch waar weinigen zich doorheen hebben kunnen ploegen? Een beloofd land, het eerste deel van wat een diptiek wordt, is met zijn ruim achthonderd bladzijden alleszins een turf te noemen. Overschat de voormalige president van de Verenigde Staten hiermee de interesse die er bij lezers bestaat voor zijn levensverhaal? Die kans is klein, want behalve een begenadigd speecher gaat er in Obama blijkbaar ook een vakkundig schrijver schuil.
Spreken en schrijven: liggen die twee disciplines niet ontzettend dicht bij elkaar? Natuurlijk wel, doch ook: uiteraard niet! Waar uitblinken in een voordracht vooral neerkomt op weten wie je voor je hebt en weten waarvan je de toehoorders precies wil doordringen, is schrijven een heel ander proces. Een biografie is idealiter geen pleidooi, geen verdediging, geen manifest. Een biografie bestaat, althans als ze de waarheid eer wil aandoen, uit zorgvuldige afwegingen, uit het geduldig wikken en wegen van bepaalde beslissingen – niet uit het verheerlijken maar integendeel uit het uitspitten van het bewandelde pad. Dat een blitzboek om op een zonnige namiddag te verslinden daarvoor niet volstaat, is evident, zeker niet wanneer iemand als Barack Obama de pen voert. Alleen al zijn parcours, vanuit het sociaal engagement richting politieke carrière, is zo atypisch dat de weg die hij bewandelde de nodige duiding vraagt. En net daarom is het een zegen dat wat Obama als de biografie van zijn presidentschap beschouwt, geen hapklare brok literatuur is, geen evidente bestseller die zijn knapste oneliners nog eens herkauwt, er wat plot omheen bouwt en iedereen met een gezegend gevoel achterlaat. Barack Obama is met andere woorden Connor Rousseau niet – al lijkt die laatste soms wel het omgekeerde te denken.
Voor wie zich door de lengte van het door Hollands Diep op stijlvol, dun-Bijbels papier uitgegeven boek zou laten weerhouden: Obama gebruikt de hem toegemeten tijd zinvol. Hij heeft nu eenmaal veel context nodig om bepaalde van zijn keuzes te verduidelijken, niet alleen in politiek opzicht maar ook in de verhouding tussen zijn persoon en zijn werk. Obama hecht veel belang aan het beschrijven van zijn carrière die voorafgaat aan zijn campagne voor het presidentschap, omdat hij hierin de wezenlijke elementen van zijn ideologie weerspiegeld ziet. Inderdaad ontstaat een bijzonder consistent beeld van een man die weliswaar veel twijfelt, maar van bepaalde essentiële waarden overtuigd geraakt tijdens zijn vormende jaren, en er nadien ook van doordrongen blijft. Zonder sentimenteel te worden, blijkt dat hij zijn zelfbeeld als president niet los kan zien van zijn gezin, dat hem minstens evenveel heeft gevormd (en is blijven vormen) evenals zijn belangrijkste overwinningen en nederlagen. Ook van dat laatste wordt trouwens gewag gemaakt, omdat Een beloofd land helemaal geen opgekuist stuk propaganda wil zijn, maar zich juist ontpopt tot een schijnbaar doodeerlijke weergave van de ambiguïteit van het presidentschap.
Reeds in de inleiding stelt Obama zich pertinente vragen. Had hij zich radicaler moeten opstellen, het systeem met meer brutaliteit van binnenuit moeten zien te transformeren? Allicht heeft de machtsovername door Trump – die niet alleen qua ideeën alles belichaamde waar Obama niet voor stond, maar ook qua stijl een antithese vormde met wat Barack voor ogen had, met name de weg van het compromis – de auteur de ogen geopend, en de vraag doen rijzen of de nieuwe stem die Obama dacht te zijn niet te veel klonk als de oude elite waar kiesgerechtigd Amerika juist komaf mee wilde maken. Allicht volgen in het tweede deel nog meer reflecties rondom dit thema, maar zeker is al dat Obama niet de minste moeite heeft om de lezer urenlang geboeid te houden, met wat per slot van rekening vooral informatie van anekdotische aard is. Toch verstaat Obama de kunst van het thematisch verbreden: met enkele slim bedachte vergelijkingen betrekt hij zijn persoonlijke levenswandel op dat van de lezer, en hier en daar zorgt een meer abstracte overpeinzing – meestal terloops en beknopt geformuleerd – voor een thematische verruiming die wat zuurstof genereert binnen de engte van Obama’s wedervaren.
Dat alles, in combinatie met de erudiete stijl, de sporadische humor en vooral de vlotte verteltrant, maakt Een beloofd land weliswaar niet tot verplicht leesvoer voor de man in de straat, maar aanhangers van het eerste uur zullen zich geen moment vervelen. En weinig politici zullen hun loopbaan even wervend als wervelend te boek kunnen stellen, dat spreekt.