“Gelukkige gezinnen lijken allemaal op elkaar, maar elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen manier”. Zo luidt de befaamde en vaak geciteerde openingszin uit Tolstojs Anna Karenina. Hoewel te betwijfelen valt dat geluk maar op een manier kenbaar is, valt alvast voor het tweede deel aardig wat te zeggen. Ongelukkige gezinnen en families vormen dan ook voor onder meer de literatuur een dankbaar onderwerp, net omdat het op zoveel manieren beschreven kan worden. Nu eens groot, dan weer klein lijkt het ongeluk in hetzelfde hoekje te schuilen als geluk en is de manier waarop we het beleven en ermee omgaan misschien nog het belangrijkste van allemaal.
Ook in Aurora vormt een ongelukkig gezin, of eigenlijk meerdere, de hoeksteen van de roman, waarbij elk lid het op de eigen manier beleeft. Dat is althans hoe het aan de lezer gepresenteerd wordt, die via Aurora een aparte inkijk krijgt in haar schoonfamilie. Aurora is immers een klankbord en luisterend oor, dat is ze al haar hele leven. Iedereen vertrouwt haar alles toe, zelfs wie haar nauwelijks kent. Maar bij de start van de roman breken de eerste barsten door in de klaagmuur die Aurora is, al blijft het zelfs voor haar subtiel. Misschien heeft het te maken met het plan van haar man Gabriel om een verjaardagsfeestje voor zijn tachtigjarige moeder te organiseren. Een feest waarop oude ruzies en strijdbijlen, aldus Gabriel, eindelijk begraven kunnen worden.
Behoudens Gabriel is er echter niemand mee opgezet. Voor zijn moeder hoeft het niet, en al helemaal niet omdat haar vroegere schoonzoon Horacio niet welkom zou zijn. Als die komt, stuurt Sonia (de oudste dochter en genoemd naar haar moeder) immers haar kat. Niet alleen wil ze niets meer te maken hebben met haar ex-man, zeker nu ze nieuw geluk heeft gevonden bij Roberto, maar ook haar familie lust ze rauw. Het was immers haar moeder die haar als jonge tiener koppelde aan de twintig jaar oudere Horacio en zo haar dromen om verder te studeren en naar het buitenland te reizen tenietdeed. Niet dat die dromen ervoor realistisch waren, want na de vroege dood van hun vader stond Sonia naar eigen zeggen in voor het huishouden terwijl haar jongere zus Andrea en Gabriel geen klap uitvoerden.
Ook Andrea ziet niet in wat een feest zou kunnen veranderen aan de huidige situatie. Als zelfverklaarde rebel van de familie beschouwt ze zich zelfs als het grootste slachtoffer van de familie. Zo was zij het die met Horacio had moeten trouwen in plaats van de knappere Sonia en werd de jongere Gabriel naar hun vroeggestorven vader vernoemd, terwijl zij toch zijn oogappel was. Net als bij Sonia heeft haar moeder al haar dromen stukgeslagen, terwijl haar broer en zus niets deden om haar te helpen. Zelf haar zelfmoordpoging, zo stelt ze, wordt door de rest van de familie gebagatelliseerd als een fait divers. De enige die ooit goed kon doen in hun moeders ogen was Gabriel, daar zijn beide zussen het over eens. Hij was degene die verder mocht studeren, zelfs in het buitenland, en nooit in huis klusjes moest doen of helpen in de winkel die hun moeder na de dood van hun vader startte. Gabriel mocht kind zijn en blijven, hij trok zich niets aan van wat er rondom hem gebeurde en leefde vooral in zijn eigen wereld.
Gabriel zelf is het daar uiteraard niet mee eens, hij is er van overtuigd dat zijn zussen hun gezamenlijke verleden en moeder onnodig zwart afschilderen en dat ze alle drie ook gelukkige momenten gekend hebben. Het was volgens hem geen leven vol kommer en kwel. Aanvankelijk lijkt hij de stem van de rede te zijn, maar gaandeweg komt ook zijn visie en levenswijze onder vuur te liggen naarmate Aurora steeds meer terugblikt op hun huwelijk en hoe hij met situaties en conflicten omgaat. Gabriel lijkt zich inderdaad van alles af te sluiten en te vluchten in een eigen wereld, maar de manier waarop hij dat doet is zoveel subtieler dan bij zijn zussen en zelfs zijn moeder, zodat hij meer dan de anderen een leugen in stand kan houden, ook voor zichzelf.
De “val” van Gabriel komt pas laat in de roman aan bod en is in zekere zin niet eens zo relevant. Het is niet de duw die Aurora nodig heeft om meer zichzelf te zijn en los te komen van de eeuwige rol van luisterend oor zonder eigen leven. Van bij de start van het verhaal voelt ze zich immers steeds minder goed in die functie en tracht ze zich te onttrekken aan de hele dynamiek van wederzijdse verwijten waarin haar schoonfamilie vastgeroest zit. Het zijn dan ook vooral zij die via telefoongesprekken en berichten aan bod komen doorheen Aurora, waarbij niet altijd direct duidelijk is wie de gesprekspartner is. Soms lijkt het immers wel alsof Aurora en dus ook de lezer niet meer is dan een vlieg op de muur die als een toevallige getuige fungeert. Dat laatste is ongetwijfeld ook de bedoeling van Luis Landero, die door de soms bevreemdende manier van vertellen net wil duidelijk maken hoezeer Aurora ontheemd is en gereduceerd wordt tot een klankbord zonder persoonlijkheid.
De lotgevallen of liever de interpretaties van Gabriel, Andrea en Sonia mogen dan wel de dominante stemmen vormen, het is Aurora die centraal staat in het verhaal. De manier waarop Landero zijn verhaal afwikkelt en Aurora ondanks alles de spil maakt van de roman, getuigt dan ook van vakmanschap. Aurora wordt aldus een knappe reflectie op niet alleen hoe we allen het verleden door een eigen bril zien, maar ook hoe sommige stemmen naar de achtergrond dreigen te verdwijnen, weggedrongen door dominante sprekers die zich daar niet noodzakelijk van bewust zijn. Dat Landero in de laatste hoofdstukken toch nog een intrige rond Horacio in het verhaal brengt, klinkt daardoor net als een onnodige toevoeging, die het centrale thema bijna ondergraaft.
Het is een bedenking achteraf, een die er op zich weinig toe doet, want op het ogenblik dat deze plotwending zich aanbiedt, heeft de lezer al lang partij gekozen voor Aurora en zich in haar perspectief verplaatst. Het lijdt geen twijfel dat haar schoonfamilie elkaar onnodig de duvel aangedaan heeft en dat de moeder in het bijzonder haar dochters te streng behandelde, maar in hoeverre die laatsten betrouwbare vertellers zijn, hoeft geen antwoord. Ze hebben immers hun eigen stem, veel meer dan Aurora doorheen het boek krijgt of opeist. Dat Landero, die in 1989 debuteerde en in Spanje aardig wat succes kent, net met een roman over gehoord worden voor het eerst in het Nederlands gepubliceerd wordt, mag veelzeggend heten. Al geldt ook hier dat hoop aan de einder schittert, er wachten nog een tiental romans van Landero op een vertaling en luisterend publiek.