Het is dezer dagen moeilijk om het niét over Tardi te hebben. Zopas verscheen het derde en vermoedelijk laatste deel van Stalag IIB, een integrale uitgave van zijn werk met Manchete vliegt momenteel van de drukpersen, Nestor Burma beleeft een nieuw – zij het door Nicolas Barral getekend – avontuur en de eerste drie verhalen van Isabelle Avondrood zijn gebundeld.
Hoewel een fan van Tardi die zijn werken ongetwijfeld al lang in de boekenkast heeft staan, en zich mogelijk nog altijd wat boos maakt over de beslissing om niet langer in zwart-wit te verschijnen, is aandacht voor deze bundel meer dan terecht. De reeks rond Isabelle Avondrood ging immers midden jaren zeventig van start en het voorlopig laatste deel verscheen ondertussen alweer ruim tien jaar geleden. Wie dan geen nieuw publiek weet aan te boren, kan rekenen op een zachtjes afglijden richting vergetelheid. En dat verdient deze reeks absoluut niet.
Wat is er dan zo fantastisch aan die avonturen van Isabelle Avondrood? Gek genoeg bitter weinig, op het eerste gezicht. “Een rare geschiedenis. Zelfs voor een slechte roman ongeschikt … te ingewikkeld! De lezer zou er niets van begrijpen”, zo verzucht een van de personages halverwege deze bundel, daarmee een en ander treffend samenvattend.
Er valt inderdaad amper een touw vast te knopen aan de hier geserveerde verhalen, die eigenlijk zo van de pot gerukt zijn dat de personages zelf in ellenlange tekstballonnen de plot uit de doeken moeten doen. Het is een ongemak dat veelvuldig voorkomt in het oeuvre van Tardi, maar dat je de man graag vergeeft. Want Isabelle Avondrood, en bij uitbreiding het andere werk van Tardi, is meer dan zomaar een verhaaltje met een plot. Het is een onderdompelen in een fascinerende wereld. Dat je niet alles begrijpt, is dan maar zo, net als in het echte leven.
Bij aanvang van het eerste deel, Isabelle en het monster, beland je in het Parijs van eind 1911. De wereld is zich niet bewust van de drama’s die voor de deur staan. Maar dan gebeurt het, op een fatale novembernacht: een Pterodactylus-ei van 136 miljoen jaar oud komt uit, waarop een voorhistorisch monster dood en verderf zaait in de lichtstad.
Dat is nog maar het begin. Dolgedraaide geleerden, incompetente dienders, religieuze fanatiekelingen, romantische zielen en cynici. Ze maken allemaal hun opwachting in de pagina’s en afleveringen die volgen. Het is absurd, donker, waanzinnig, maar het is vooral fascinerend en meeslepend en ondanks zijn donkere kanten eigenlijk zowat de beste promotiebrochure die de stad Parijs zich kan inbeelden.
Wie de Franse hoofdstad bezoekt, doet dat immers niet zelden met een romantisch beeld in zijn hoofd, waar de werkelijke stad zich naar te schikken heeft. Tardi weet als geen ander die romantische stad in beeld te brengen en combineert de ook door volwassenen nog gekoesterde ideaalbeelden met het soort fantasierijke verhalen die vaak achterwege gelaten worden wanneer de kindertijd voorbij is.
Nu een grote lading aan Tardi en gerelateerde uitgaven hun weg naar de stripwinkel vinden, is het geen slecht moment om kennis te maken met de verhalen rond Isabelle Avondrood. De reeks, waarvan tot nu toe negen delen verschenen, is gepubliceerd over een periode van 30 jaar en vormt daarmee een constante in het oeuvre van de Franse auteur. Nieuwe delen zijn niet uitgesloten, maar neem gerust het zekere voor het onzekere en maak, desnoods voor de zoveelste keer, kennis met de eerste avonturen van Isabelle Avondrood.