Steve McQueen, verwierf in de vroege jaren negentienegentig faam als videokunstenaar, met opmerkelijke installaties voor onder andere Documenta 11 en het New Yorkse MoMa. In 2008 maakte hij met Hunger de overstap van video-installaties en kortfilms naar langspelers en een vijftal jaar later volgde ook de doorbraak bij het grote publiek met het Oscarwinnende 12 Years a Slave. Met Widows waagt McQueen zich voor het eerst aan een genrefilm, meer specifiek een ‘heist’ film, opgezet rond een spectaculaire en gedurfde overval.
Een overval – of dan toch de afwikkeling ervan – is ook meteen het gegeven waarmee Widows opent: we zien hoe een groep mannen probeert weg te geraken van de plaats van de misdaad en hoe ze daarbij allemaal de dood vinden. De montage introduceert ons ook meteen de aanstaande weduwes, die zullen achterblijven na de dood van hun echtgenoten. De centrale figuur in die groep is Veronica (Viola Davis), de rouwende echtgenote van de leider van de groep (Liam Neeson), die al gauw onder druk komt te staan om het geld waarmee het team van haar man aan de haal ging – en dat opbrandde tijdens de vlucht – terug te betalen aan een plaatselijke ambitieuze politicus. Die politicus, die als eerste Afro-Amerikaan het bestuur in handen zou kunnen krijgen van Chicago’s 18e district, deinst niet terug voor het gebruik van grove middelen en dus doet Veronica beroep op de andere echtgenotes om alsnog de volgende klus die het team gepland had (haar overleden echtgenoot liet haar zijn notaboek na) uit te voeren, het geld terug te betalen en aan het opzet zelf nog genoeg over te houden om zorgeloos te kunnen leven.
Alle betrokken vrouwen hebben het – zonder het misdaadgeld van hun echtgenoot – lastig om de eindjes aan elkaar te knopen en stemmen in met het plan waarvan het scenario alle voorbereidingen gedetailleerd volgt. Tegelijkertijd waaiert de plot uit en volgen we de door corruptie en achterkamerpolitiek getekende verkiezingsstrijd tussen de zittende bestuurder van het district (Colin Farrell) die liefst komaf zou willen maken met de erfenis van de vuile politieke spelletjes van zijn vader (Robert Duvall), maar zelf met handen en voeten gebonden is aan smeergeld en alle mogelijke slinkse zetten moet ondernemen om zijn steeds beter scorende politieke tegenstander voor te blijven.
Het is dat caleidoscopische beeld van de sociale en politieke arena van Chicago – dat sterk doet denken aan de meesterlijke roman The Bonfire of Vanities van Tom Wolfe, in 1990 verfilmd door Brian De Palma – dat naar voren komt als het boeiendste aspect van Widows, eerder dan de wat mechanische plotradartjes van het genre-gedeelte. We blijven gefascineerd kijken naar de kruiperijen, de duistere zaakjes en het onvermijdelijke geweld, die gepaard gaan met de strijd om de macht en raken gaandeweg steeds minder geïnteresseerd in de afwikkeling van de overval waar alles om draait. Dat die elementen minder goed werken, ligt zeker niet aan de prestaties van het verzamelde talent (Davis is ijzersterk, maar ook Michelle Rodriguez, Elizabeth Debicki en Cynthia Erivo zetten puike vertolkingen neer) of aan het cinematografische vernuft van McQueen. Zoals steeds hanteert de regisseur van Hunger en Shame een wat afstandelijke, beschouwende stijl, die hier uitstekend bij het onderwerp past en die uitblinkt in heldere composities en uitgebalanceerde, evenwichtige beelden.
Het probleem ligt dan ook eerder bij het feit dat Widows twee films in zich verenigt die nooit echt goed tot één geheel versmelten en niet in de onmiskenbare filmische kwaliteiten van de prent. McQueen is en blijft een virtuoos beeldkunstenaar, maar zijn poging om een pure genrefilm te mengen met de ideeën over ras, gender en maatschappij, die zijn werk altijd al getekend hebben, levert niet het grote meesterwerk op dat ervan kon verwacht worden.