Naarmate de ietwat geplaagde productie van Matt Reeves’ The Batman meer vorm kreeg groeide ook het wantrouwen onder de ‘diehard’ fans van de gevlederde held. Door corona-perikelen lagen de opnames geregeld stil (vaker een vloek dan een zegen voor de continuïteit), gelekte setfoto’s toonden een ietwat fletse indruk en de casting van Robert Pattinson en diens emo-look werden in een vroege fase al op hoongelach onthaald. Al die zorgen blijken nu volledig onterecht want Reeves (Dawn Of The Planet Of The Apes, Cloverfield) weet ons eraan te herinneren waarom Batman misschien wel de meest interessante superheld is en daarom (alweer) een nieuwe kans verdient.
Het filmisch verleden was niet altijd even lief voor de Caped Crusader. De franchise werd na het enorme succes van de Tim Burton-films compleet om zeep geholpen door de onnozeliteiten van Joel Schumacher (die de fakkel overnam omdat studiobonzen hun twijfels hadden over Burtons’ donkere aanpak) en ondanks het feit dat Christopher Nolan met The Dark Knight een winnaar beet had, moeten we uiteindelijk concluderen dat zowel Batman Begins als het slotakkoord van zijn trilogie niet altijd de juiste toon wisten te vatten. De overdreven schorre stem van Christian Bale terzijde was die Batman vaker een van technologie afhankelijke yuppie en niet zozeer de verbeten bestrijder van de misdaad die hij in de beste comics wel was. Over de migraine-inducerende escapades van Zack Snyder kunnen we dan weer kort besluiten dat het in het beste geval onderhoudende fan-service kan betekenen voor de allround DC-liefhebbers.
‘Enter’ Matt Reeves, een regisseur die eindelijk nog eens een superheldenfilm aflevert die durft af te wijken van de platgereden paden. Zijn Batman is opvallend menselijk en zich bewust van de ambiguïteit en alle machinaties die het bestrijden van het kwaad teweeg kunnen brengen. Pattinson is al lang niet meer die kleurloze vampier uit de Twilight-saga en bewees reeds meermaals dat hij ook een hoofdrol kan dragen in de betere arthouse-film, denk aan Cosmopolis, Good Time of The Lighthouse. Hier is hij zowel als Bruce Wayne als in de gedaante van zijn alter ego ijzersterk – iemand die zich vastbijt in zijn taak om Gotham City te zuiveren maar, gezien de onthullingen die zich voordoen, ook heel sterk aan zichzelf gaat twijfelen.
Die breekbaarheid werkt en past perfect bij de sombere, zeg maar uitzichtloze, noir-stijl die Reeves hier etaleert. Gotham City is, althans niet in films, ooit zo donker en dreigend in beeld gebracht. Het is een soort van gotische kruising tussen New-York en Frank Millers’ Sin City, waarin misdaad zodanig verankerd zit dat de stad erin verzuipt. En dat mag je letterlijk nemen want de regenbuien vallen onophoudelijk uit de donkere hemel. In die verderfelijke speeltuin is Batman meer dan tevoren een detective die nauw samenwerkt met hoofdcommissaris James Gordon (een uitstekende Jeffrey Wright) en Selina Kyle (Zoë Kravitz). Door die focus op onderzoek kan je makkelijk paralellen trekken met David Finchers’ duistere dedective-thrillers als Zodiac en Se7en, en daarin schuilt ook de charme van Reeves’ interpretatie. Als de actie dan toch losbarst is dat meteen ook een moment van euforie. Dat is niet alleen te danken aan het schitterende met rood-doordrenkte camerawerk van Greig Fraser (Dune), maar ook de sterk gechoreografeerde klappen, om nog maar te zwijgen over die geweldige auto-achtervolging met de coolste Batmobile ooit, een Mad Max-achtige muscle car die één en al agressie uitstraalt.
Een film over Batman staat of valt natuurlijk ook met een sterke schurk, maar ook daar zit alles goed. Paul Dano is ronduit angstaanjagend als The Riddler, iemand die er een uitdaging in vindt om zoveel mogelijk prominente figuren uit Gotham City op sadistische wijze te vermoorden teneinde Bruce Wayne uit zijn tent te lokken. Hetzelfde mag gezegd worden over een onherkenbare Colin Farrell, die Oz (aka The Penguin) briljant neerzet. Zijn rol blijft misschien wat onderbelicht maar daarvoor hebben de makers misschien wel een goede reden. Het is in ieder geval een genot om te zien dat Reeves een bijzonder interessante blauwdruk heeft gevonden voor een nieuw tijdperk in de franchise. Alleen jammer dat hij voor de finale alsnog lijkt te willen wedijveren met “Nolan-esque” bombast, waardoor het lijkt alsof zowel hij als Pattinson en co verloren lijken te lopen in een prent die met zijn 176 minuten toch net iets te lang duurt.