De Nederlandse auteur F. (Ferdinand) Bordewijk (1884-1965) publiceerde tijdens zijn leven verschillende romans en kortverhalen maar is dezer dagen voornamelijk bekend om enkele werken waaronder het tot het zakelijk-realisme gerekende Karakter (1938) en de later gebundelde korte romans Blokken (1931), Knorrende beesten (1933) en Bint (1934), die veeleer expressionistisch van stijl zijn en naargelang de interpretatie net een rigide vorm van tucht en orde voorstaan dan wel er een sterke kritiek op leveren.
In de dystopische roman Blokken beschrijft Bordewijk hoe een staat zich van de rest van de wereld afgesloten heeft om een eigen heilstaat op te richten waarbinnen het individu niet langer van tel is en uniformiteit vooropstaat. In zijn (intussen klassiek geworden) proza beschrijft hij hoezeer de staat niet alleen elke individualiteit tracht uit te wissen maar ook streeft naar een hoekige esthetiek met harde lijnen en sobere invulling. De bevolking kleedt en gedraagt zich uniform alsof zij allen niet meer zijn dan cellen van een groter lichaam. Het hele land wordt op eenzelfde manier vorm gegeven met als enige uitzondering de hoofdstad waar nog een klein, oud stadsgedeelte bewaard gebleven is als voorbeeld van de decadentie en chaos van voorheen.
In de eerste hoofdstukken blijft Bordewijk nog positief in zijn beschrijvingen alsof de mal waarin eenieder gedwongen wordt ook werkelijk werkt, maar algauw laat hij de eerste barsten in de ogenschijnlijk perfecte samenwerking zien. Zo kunnen de bewoners de individuele emoties niet helemaal onderdrukken wanneer ze samen naar muziek (een machinaal aangedreven luidruchtig orgel) luisteren en dient de raad geregeld van vers bloed voorzien te worden omdat onder de tien leden geregeld uitingen van krankzinnigheid of individualisme opduiken. De reden daarvoor is dat zij nog meer dan de bevolking zelf onder druk staan om zichzelf en hun individualiteit volledig weg te cijferen op straffe van executie. Een enkele keer staat de raad zichzelf ontspanning toe door een dissidente stem uit de gevangenis te halen en diens betoog te aanhoren. Maar de dissident staat evenmin individualiteit voor, hem is het louter te doen om het vervangen van het blok door de bol en de rechte lijn door de cirkel.
Wanneer in het oude stadsgedeelte enkele revolutionairen samenkomen en een opstand bepleiten waarbij het individu opnieuw naar voren mag treden, treedt de staat hard op en slaat ze de opstand ongenadig neer. Daarbij ontziet ze ook de rest van de bevolking niet. Schuldig of niet lijkt in deze minder van belang dan het aantonen dat de staat op elk moment elementen kan verwijderen zonder dat het geheel daaronder lijdt. Dat de aanvoerders aanvankelijk gespaard worden is louter om hen later publiekelijk te kunnen executeren nadat geprobeerd werd om hun lichaam en geest te breken. Hoewel de staat succesvol is in haar operatie en de orde hersteld is, laat Bordewijk in het laatste hoofdstuk bij monde van de raad toch opmerken dat zij niet geheel in haar opzet geslaagd is. Ondertussen steken steeds meer afwijkende gedragspatronen subtiel de kop op.
Het strakke ritme van het verhaal en de zakelijke, van emotie gespeende schrijfstijl van Bordewijk werken uitstekend voor het verhaal en zijn ongetwijfeld een van de belangrijkste redenen waarom dit verhaal niet alleen nog steeds gelezen wordt maar zich ook leent tot een adaptatie naar een ander medium. Voor illustrator en striptekenaar Victor Hachmang (1988) vormt het verhaal dan ook een dankbaar vehikel om zijn kennis en kunde te tonen. Werd zijn in 2016 gepubliceerde Book Of Void nog enigszins gekenmerkt door golvende lijnen, dan opteert hij in Blokken voor strakke, geometrische figuren. Het beperkte kleurenpalet van zijn debuut wordt ook hier behouden, geheel conform het verhaal van Bordewijk.
Hoewel Hachmang de tekst van Bordewijk volledig overneemt in zijn graphic novel, is de beeldroman evenzeer het werk van Bordewijk. De strakke beeldvoering en het afgemeten tekenspel weerspiegelen treffend de visie van de staat en haar keuze voor uniformiteit en hardheid. Uit de tekeningen van Hachmang spreekt een dystopische visie die volledig in lijn is met de visie van Bordewijk in Blokken. Het is zinnelijk in zijn strakheid, terwijl het bescheiden kleurenpalet paradoxaal genoeg zowel een kilheid als een levendigheid uitstraalt. Hachmang laat in zijn beelden slechts de essentie uitkomen, waar de bijgevoegde tekst meer toevoegt en verklaart. Het is met die bescheiden lijnvoering en strakke opzet dat Hachmang zijn illustraties gelijk maakt aan het verhaal en er een uitstekende reflectie van is. Als beeldverhaal is Blokken dan ook zowel schatplichtig aan Bordewijk als aan Hachmang. Meer nog dan in zijn debuut toont Hachmang hier de waarde van zijn kunnen en de beheersing van zijn materiaal.