Vrijdag speelde DIIV, de droompopband rond Zachary Cole Smith, op het hipsterfestival Best Kep Secret. Wie er niet bij kon zijn of hen twee keer in twee dagen tijd aan het werk wou zien, zakte donderdagavond al af naar de Orangerie van de Botanique. Het werd er een energieke show waarbij het venijn vooral in de staart zat.
Geven wel een nuchtere indruk: Whispering Sons, de piepjonge winnaars van Humo’s Rock Rally die het publiek mogen opwarmen. Er zijn wel parallellen: de vijf Limburgers hebben ook kaas gegeten van sterke melodieën en The Cure schemert eveneens door in hun dromerige, atmosferische geluid. En de Sons hebben er zin in, want ze zitten middenin de examen- en thesisperiode. Vooral bij zangeres Fenne Kuppens uitte dit zich in opgekropte energie, duidelijk merkbaar aan die snerpende uithaal in “The Night” — een van onze favoriete nummers vanop hun ep Endless Party.
Maar Whispering Sons is meer dan gewone new wave. Er zitten genoeg sfeervolle passages in de muziek — vooral afkomstig van gitarist Kobe Lijnen en synthman Sander Hermans — om niet-kenners van het genre te overtuigen. Eveneens meeslepend: de beats van Sander Pelsmaekers, getooid in een shirt van The Sound. Waarschijnlijk was hij nog niet eens geboren toen Adrian Borland en co ermee ophielden.
Enkel bassist Lander Paesen heeft pech. Zijn instrument lijkt de hele show lang maar niet te willen werken. De band is hierdoor even uit zijn lood geslagen en moet op een spontanere manier met zo’n euvel leren omgaan — ze zijn nog zo jong, meneer. Desondanks klinkt een nummer als “Wall” indrukwekkend in de grote zaal. Of zoals iemand in het publiek de band toeroept na het zoveelste basloze nummer: “Whispering Sons, you’re still great!” Talenten, jawel.
Na de ambitieuze dubbelplaat en de afgelasting van hun show in april omwille van vage gezondheidsredenen, keken we reikhalzend uit naar de passage van DIIV, maar tegelijk hielden we al maanden ons hart vast. DIIV is zo’n band die live nooit of te nimmer even goed klinkt als op plaat, werd ons verteld. Daarmee horen de New Yorkers in het bedenkelijke rijtje van Nothing en Ice Age. Wilden we voor zo’n act dan wel moeite doen? Jawel. Het is sterker dan onszelf.
Smith heeft zware jaren achter de rug. Na de release van DIIV’s debuutplaat Oshin (2012) stond hij plots aan de top van het alternatieve firmament. Er volgden ontelbare tours en zelfs modeshows — wat wil je, met zo’n hippe kop en de daarbij horende verslavingen. Het dieptepunt was zijn arrestatie voor heroïnebezit. Smith bleek niet alleen een liefhebber van de muziek van Kurt Cobain, ook diens levenswandel trok hem wel aan. Maar kijk, anno 2016 heeft de frontman een nieuwe adem gevonden met het puike Is The Is Are, voor de man zelf een verweringsproces van zijn drugsverslaving.
Het verbaast dan ook niet dat het nieuwste wapenfeit — en meer bepaald de beste nummers — uitgebreid aan bod komt in een anderhalf uur durende set. Maar we zouden de waarheid oneer aandoen door te zeggen dat DIIV plots de nuchterheid zelve geworden is. Vooral gitarist Andrew Bailey oogt nog altijd ongewassen en “Is The Is Are” wordt niet bepaald zuiver gespeeld. Toch houdt de band zich net overeind in “Under The Sun”, “How Long Have You Known?” en “Dopamine”. Stuk voor stuk worden die nummers gekenmerkt door een zomerse melancholie en poppy riedels. Gelukkig vormen nieuwbakken drummer Ben Newman (een aanwinst voor het livegeluid) en bassist Devin Perez de straffe ritmesectie waardoor het geheel niet als een kaartenhuisje in elkaar stuikt.
Smith, met een petje van Beach Fossils — de band die hij verliet voor DIIV — verkeert in goede doen. Misschien voelt hij zich té goed, want zijn bindteksten neigen een beetje naar aandachtzoekerij. Gelukkig is er nog een mooi “Oshin (Subsume)”, met een alweer herkenbare melodie. Tot dan zijn we getuigen van een middelmatig optreden. De scherpe gitaarlijn, de new wave-achtige basriff en ijle vocalen in “Mire (Grant’s Song)” zorgen echter voor een kantelmoment. Beter te laat dan nooit, zoals het gezegde gaat.
Ook de cover van Cat Powers “Nude As The News” mag er zijn. Het is nog maar een eerste opstap naar het echte hoogtepunt van de set: “Doused”, dat bovendien de publiekslieveling is. Het is dan ook de meest krachtige en postpunkachtige song van de band. Tientallen fans leven zich uit in een pit alsof de show in de Botanique het allerlaatste optreden van de band is. Zo bevinden we ons een beetje in festivalsferen. Ook in de encore, die uit drie nummers bestond, wordt vooral tijdens het schitterende “Bent (Roi’s Song)” stevig tekeer gegaan. Ook al speelt DIIV iets te vaak schots en scheef, toch komen de afsluiters knallend en intens over dankzij een goeie geluidsmix. Hopelijk is deze tour het startpunt naar een frissere toekomst voor de band. De volgende keer willen we DIIV van begin tot einde zien schitteren. Afgesproken?