Wanneer Black Sabbath deze zomer zijn laatste concert op Belgische bodem zal spelen, is er een song die metal-pioniers achterwege kunnen laten: het magistrale “Changes”, waarvan Charles Bradley de titel adopteerde voor zijn derde plaat, werd door laatstgenoemde immers op zo’n pakkende wijze neergezet in het Koninklijk Circus dat zelfs Ozzy Osbourne er vermoedelijk stil van zou worden.
“Changes”, waarmee de avond afgesloten werd, was de kers op de taart van een concert dat Bradley van zijn vertrouwde, en dus uiterst emotionele kant liet zien. De man, wiens beklijvend verhaal in Soul of America uit de doeken wordt gedaan, is een van de meet intense artiesten die op een podium aan het werk gezien kan worden. Door de jaren, zeg gerust decennia, die hij sleet in armoede, met het imiteren van James Brown als hoogst haalbare muzikale prestatie, hebben van Bradley de meest dankbare man in de muziekwereld gemaakt.
Elk optreden is voor Bradley dan ook een even intense belevenis als voor de meest devote fan. Waar de platen die Bradley uitbrengt soms af te rekenen hebben met een verslappende aandacht, is de man daardoor zowat het beste dat op een podium aanschouwd kan worden, een licht in tijden van duisternis, die bij aanvang van het concert zijn weg naar het podium vindt op de tonen van “Change for the World”, dat helaas enkel in deze ingekorte instrumentale versie gebracht wordt.
“The World (is Going Up in Flames)” maakt echter al vroeg in de set duidelijk dat Bradleys hart nog steeds op de juiste plaats klopt. Deze man brengt, hoe belegen dat ook mag klinken, een boodschap van peace & love. Waar daar ten tijde van ’s mans debuut nog enigszins lacherig over gedaan kon worden, gaat wat Bradley brengt onderhand tot op het bot. “The whole world is our country”, predikt Bradley, “When you look inside you, you find me”, verklaart hij alvorens een swingend “You Put the Flame on It” in te zetten.
Want dat mag duidelijk zijn: hoe droef en deprimerend het er soms ook aan toe gaat, tussen het incasseren van de klappen door, kan het er best funky aan toe gaan, zoals ook blijkt uit “You Think I Don’t Know (But I Know). Dat Bradley zijn James Brown-pasjes nog niet verleerd is, draagt alleen maar bij aan de overtuigingskracht waarmee hij te werk gaat.
Samen met zijn Extraordinaires pakt Bradly zonder al te veel moeite, maar nog steeds tot zijn eigen verbazing, een tot de nok gevuld Koninklijk Circus in. Dat “Changes” daarbij als sleutelsong fungeert, lijkt zelfs jaren nadat het door Bradley als single uitgebracht werd, enigszins vreemd, maar wordt door de man verklaard: naast zijn eigen “Why is it so Hard to Make it in America” zijn er weinig nummers die zo treffend ’s mans verhaal vatten. Beiden doen dan ook rillingen ontstaan: wanneer “Changes” gebracht wordt, is het geen liefdesnummer dat Bradley vertolkt, maar een ode aan zijn moeder, een pakkend moment waarop Bradley, omringd door bijna 2.000 liefhebbende fans, alleen met zijn verdriet op het podium staat.
Na zoveel jaren in de anonimiteit, is Charles Bradley vanavond de juiste man op de juiste plaats, iemand die de aloude boodschap van hoop brengt, de droom van verandering, verbetering, levend houdt en dat doet met een funky aanpak die slechts zelden gezien werd sinds de hoogdagen van Brown en Womack. Dat daarbij af en toe een traan weggepinkt wordt, maakt zijn boodschap alleen maar krachtiger. Charles for Change staat op de shirts die aan de man gebracht worden. Zelden klonk die slogan zo overtuigend. Een zaal werd overtuigd vanavond. Nu de wereld.