Dat Mogwai zich maar voltijds toelegt op het schrijven van soundtracks. De laatste twee studioplaten van de Schotse postrockgiganten bleven maar sporadisch aan de ribben plakken, maar hun ijzingwekkende soundscapes voor Les Revenants deden het bloed wél bevriezen. En met Atomic is het weer van dattum: een soundtrack bij een documentaire over de destructie én de schoonheid van het nucleaire tijdperk. Van gevonden vreten gesproken!
Wetenschap is mooi en verschrikkelijk tegelijk. Een bewijs van menselijke intelligentie en inventiviteit, maar de destructieve gevolgen van sommige uitvindingen vormen een heel hoofdstuk aan gitzwarte bladzijden in onze geschiedenis. En wie kan die dualiteit beter verklanken dan Mogwai? De Schotse postrockers (nu een kwartet sinds het vertrek van John Cummings) grossieren nu al 20 jaar in oorverdovende melancholie. Het soort muziek die je ogen doet tranen en je oren doet bloeden. Luister maar naar trage, maar meedogenloze slepers als “Ratts Of The Capital” en “Friend Of The Night” en je weet genoeg.
Dat Stuart Braithwaite en co. dit project over nucleaire wetenschap met beide handen aangrepen, hoeft dus niet te verwonderen. De documentaire Atomic: Living In Dread And Promise van Marc Cousins naar aanleiding van de 70e verjaardag van de eerste nucleaire aanval op Hiroshima belicht namelijk de destructie van de atoombom, maar ook de levensreddende kracht van bijvoorbeeld MRI-scans. En hoe giet Mogwai die paradox in muziek? Alvast niet met paddenstoelwolken van noise en feedback. Verwacht dus geen schurende lappen distortion zoals in “Like Herod”, “Mogwai Fear Satan” of “We’re No Here”. In de plaats daarvan klinkt Mogwai elektronischer dan ooit.
In de elegische opener “Ether” vertaalt zich dat in een atmosferische neo-klassieke sound. Het soort dauwtrip van synthloops, piano en koperblazers waarmee ook Eluvium en Ólafur Arnalds graag uitpakken. Tot die vertrouwde, breed uitwaaierende gitaren invallen en je beseft dat we nog altijd met Mogwai te maken hebben. Niet zo in “SCRAM” dat met z’n trage beats en dromerige synths zowaar aan Moderat doet denken. Zo hoorden we de Schotten nog nooit.
Nog meer verkillende beats en ijle synths volgen in de vooruitgestuurde single “U-235”. En zo klinkt de band eigenlijk een plaat lang machinaal en menselijk tegelijk. Een soort sfeervolle postrock-variant op Kraftwerk om ons eraan te herinneren dat er achter de nucleaire machinerie wel degelijk mensen schuilgaan. Mogwai grijpt de visie achter de documentaire aan om z’n grenzen te verleggen en dat levert een spannendere plaat op dan voorspelbare albums zoals The Hawk Is Howling en Hardcore Will Never Die, But You Will.
Een perfect gedoseerde plaat ook. Songs als “Pripyat” en “Weak Force” wegen dromerigheid en dreiging op een apothekersschaaltje af. Atomic bedwelmt en hypnotiseert, maar herinnert je er altijd aan dat het onheil om de hoek loert. Eigenlijk zakt dit album enkel in als Mogwai meer vertrouwde postrock-wateren bevaart zoals in het generische “Little Boy” en het meanderende, met strijkers aangelengde “Are You A Dancer?”.
Zeggen dat Mogwai zichzelf met deze soundtrack opnieuw uitvindt, zou dus een brug te ver zijn. Maar de band verandert wel genoeg van koers om ook na 20 jaar nog te blijven boeien en fascineren. En het elektronische klankenpalet van Atomic zet bovendien de deur op een kier voor nog meer experimenten in de toekomst. Laat die volgende soundtrack maar komen!