Grote Vakantie! Tijd voor waterijsjes, bermuda shorts in allerlei denkbare lengtes en Rock Werchter. Vier dagen lang houden uw mannen en vrouw de vinger aan de pols, en brengen ze live verslag uit. Omdat oud nieuws, geen nieuws is. En omdat dat plezant is.
Dag Een :: Zelfkennis à go go
Donderdag, flauwe dag. En toch. Op de magere affiche van de openingsdag kwam initieel veel kritiek, tot Herman Schueremans de programmatie ter elfder ure nog wat bijspijsde, met onder meer Zwangere Guy en Mogwai. Verder is het na valavond uitkijken naar het weerzien met enkele oudgedienden als Richard Ashcroft en Elbow. Maar eerst: zonnecrème.
Dat het hard gegaan is voor Zwangere Guy. Het zag er lang naar uit dat de Brusselse rapper vrede zou moeten nemen met de status van schildknaap, in dienst van de hogergeplaatste ridders Roméo Elvis en Damso. Tot Zwangere Guy plots kwam aanzetten met “Gorik Pt.1”, waarop hij afrekent met zijn turbulente jeugd, en zich tot zijn moeder richt: “Als kind blijf ik altijd op u kwaad/ Maar als de man die ik nu ben blijf ik altijd uw soldaat, mama”. “Gorik Pt.1” belandde meteen los in de top veertig van de Hooray100, de lijst met beste hiphopplaten aller tijden van StuBru, en wordt vandaag vandaag massaal meegescandeerd.
“Ik zie het einde van de zaal niet, pee”, is Zwangere Guy onder de indruk van de massale opkomt op dit middaguur. Zijn toetsenist staat hem bij tijdens de rustigere nummers als “OG’z”, en voor “BX By Night” omgordt hij de bas. Homie Peet komt tijdens die track ook even meerappen, maar verder heeft Guy vandaag geen vriendjes uitgenodigd. In “Energuy” maakt hij dan ook een duidelijk statement dat hij tegenwoordig alleen een show kan dragen: “Ben liever de chauffeur dan het vijfde wiel”. Tijdens het afsluitende trio “Suave G”, “R.À.F. (Rien à foutre)” en “U Ma Is U Pa” ontploft de tent, wat resulteert in vele moshpits, gepogo à gogo én Zwangere Guy die het publiek induikt. Neen, de Brusselse hegemonie lijkt nog lang niet over in rapland. Ça va, ket!
We hebben Mogwai al een keer of tien aan het werk gezien, maar dit moet de eerste keer zijn op het koffieuur, vroeg in de namiddag. Het is dan ook even schrikken wanneer de gitaareruptie te midden van “Mogwai Fear Satan” het melkschuim van onze cappuccino blaast. Cappuccino? Ja, het is warm, maar de airco in The Barn werkt perfect en een koffie gaat er al-tijd in.
De Schotse rockers zijn naar Werchter gekomen om lawaai te maken. Lawaai? HERRIE. Wel van de mooiste soort, die waar onder bakken ruis bloedmooie melodieën verscholen zitten. De lieflijke opener “Friend On The Night” zet ons nog even op het verkeerde been, maar vanaf “Mogwai Fear Satan” is het de band menens. “We’re Not Done” is een schroeihard shoegazenummer met zang van gitarist Stuart Braithwaite, dichter bij My Bloody Valentine is Mogwai nooit geraakt. Afsluiten doet de band met “New Paths to Helicon, Pt. 1”, een oudje, dat laat horen waar Sigur Ros de mosterd haalde. Mogwai laat ons een uurtje dagdromen tegen een geluidsmuur van dik boven de 100 dB aan.
Maribou State is een Brits danceduo dat resoluut de kaart trekt van de zorgeloze, organische elektronica met veel live-instrumenten. Het tweetal treedt hier dan ook met een heuse band aan, inclusief vaste zangeres Holly Walker. Samen brengen ze rijke, en bovendien erg grooy muziek, doorspekt met allerhande geluiden die ze in alle uithoeken van de wereld opnamen. Toch loopt het in het begin van de set wat stroef. Prijsbeest “Feel Good” – op plaat wél maar vandaag helaas zonder de hulp van de bevriende band Khruangbin, die hier morgen aantreedt -, “Ground Control” en “Steal” worden vrij vlug afgehaspeld. Gehaast, slordig en vlak. Is het de warmte? Angst voor de processierups? “Midas”, drijvend op een housepianootje, valt wel in de plooi, net als “Rituals”, dat in de housy sferen blijft hangen. Ook “The Clown” valt daar te situeren, zet aan tot dansen, en roept zelfs vage herinneringen aan de legendarische doortochten van Moloko in deze tent op. Jammer van die valse start dus.
De IJslandse neo-classicist Ólafur Arnalds op Rock Werchter? Dat is zowat als Tom Van Grieken op The Belgian Pride. We moesten twee keer kijken toen we de aankondiging zagen, maar het bleek echt waar. Arnalds zijn aanpak staat haaks op die van Mogwai een uurtje geleden. Dit is sacreren in plaats van imponeren, met slechts een strijkerskwartet, een piano, wat subtiele elektronica en percussie, maar vooral met veel stiltes. Een ultiem moment van introspectie volgt wanneer de IJslander het te midden van zijn set aandurft om solo achter zijn piano te kruipen. Schoon. Héél schoon.
Vorig jaar mocht Richard Ashcroft hier op Werchter Classic aantreden. Dat zegt veel over status van de man, die inmiddels al een kleine drie decennia jaar meedraait. Eerst als frontman van The Verve, later solo. Die tweede carrière begon ooit sterk, met twee puike platen, maar is nooit helemaal van de grond gekomen. Ook vanavond maakt Ashcroft het meeste indruk met The Verve klassiekers als “Lucky Man”, “The Drugs Don’t Work”, “Sonnet”, “Space And Time”, en uiteraard ook met het onsterfelijke “Bitter Sweet Symphony”.
Enkele weken geleden raakte bekend dat The Rolling Stones de royalty’s en rechten van die klassieker, waarin een sample van hen verstopt zit, finaal dan toch aan Ashcroft laten. “Feels So Good”, klinkt Ashcroft opgelucht voor hij het nummer inzet. Van zijn solonummers blijft enkel “This Is How It Feels” hangen, waarin de Brit een stukje “Purple Rain” binnensmokkelt. Voor andere solotracks, zoals het doordeweekse “They Don’t Own Me”, zou zelfs Milow zijn neus ophalen. Uit Ashcrofts nieuwe album Natural Rebel uit, dat naar eigen zeggen nochtans zijn “Strongest set of songs to date” bevat, wordt zelfs niks gespeeld. Zelfkennis. Nog steeds het begin van alle wijsheid.
Gezien de programmatie van het hoofdpodium op deze openingsdag nog minder weet te boeien dan een aflevering van Love Island, duiken we opnieuw de tent in. Net op tijd voor Charlotte Gainsbourg, dochter van Jane Birkin en Serge Gainsbourg. Gainsbourg heeft eenzelfde fluisterzang als haar ouders, maar vergis je niet, dit is niet zomaar zeemzoete droompop. Zowel muzikaal als tekstueel hakt Charlotte er immers flink op in. De Franse freule was een tiener in de jaren 1980 en dat hoor je. “Ring-a-ring O’ Roses” zit vol kille, modulaire wavesynths die de hele set lang de boventoon zullen voeren. De Franse discokoning Cerrone spookt door ons hoofd, net als Air en Daft Punk. Dat mag niet verwonderen, gezien die laatsten al mee de studio indoken met Gainsbourg. Uiteraard ontbreekt ook “Lemon Incest” niet, het nummer dat Charlotte op haar dertiende met haar vader opnam en toen heel wat stof deed opwaaien met zinnen als “L’amour que nous ne ferons jamais ensemble”. Vader Gainsbourg zou fier geweest zijn.
Wat ons bijbleef van het optreden van Brockhampton op Pukkelpop vorige zomer? Een band die verkeerde in een dissociatieve identiteitsstoornis; enerzijds profileerde de Amerikaanse posse zich als nazaten van Wu Tang Clan en Outkast, anderzijds dweepte hij met tieneridolen Justin Bieber en Shawn Mendes. Vandaag houdt Brockhampton die schizofrenie aan, zo schurkt “1999 Wildfire” wel héél dicht tegen Outkast aan, terwijl ze niet veel later scanderen dat je kijkt naar “The greatest boyband in the motherfucking world”. Net als bij pakweg Odd Future zit er heel wat talent in de clan, en gaat het vooral om misleiden en zelfrelativeren. Het gaat er bijzonder energiek aan toe, en de krachtige bommetjes “Gold” en “SWAMP” brengen flink wat leven in de keet. Al is de Barn hooguit voor een kwart gevuld. Weinig interesse dus voor deze jongens. Hopelijk is het voor hen niet over nog voor het echt zou begonnen zijn.
Een dik decennium geleden, ten tijde van het Mercury Music Prize-winnende album “The Seldom Seen Kid”, maakte Elbow de switch van tent naar hoofdpodium. Vanavond treedt de band opnieuw in de tent aan. De Britten kunnen stilaan aanzien worden als huisband van Rock Werchter – het zegevierende vuistje in de lucht van zanger Guy Garvey bij het betreden van het podium spreekt boekdelen -, maar blijven betoveren. Zoals Garvey niet veel later zingt in “The Bones Of You”: “Straight to my head like the first cigarette of the day”.
Elbow heeft vandaag twee violistes annex achtergrondzangeressen mee, en kiest voor een XL-aanpak: een potige opener “Fly Boy Blue / Lunette” zet de toon, en tijdens “Magnificent (She Says)” en “Kindling” krijgen de violistes vrij spel. Op “Little Fictions” zijn het dan weer de drums die verdelen en heersen. Garvey profileert zich verder als een fervente Brexit-tegenstander, en bedankt ons voor onze goede smaak, om zoveel jaar geleden “Lippy Kids” in ons hart te hebben gesloten.
Werchter wordt ook getrakteerd op een nieuw nummer, “Empires”, waarop Garvey het verlies van zijn vorig jaar overleden vader verwerkt. Dit najaar zou Elbow ook met een volledig nieuw album komen, dat ongetwijfeld perfect zal passen bij het vallen van de bladeren. Maar laat het eerst nog maar wat zomeren. Waar hadden we die zonnecrème nu ook weer gelaten? Juist. Morgen niet vergeten, want dan zijn we er weer. Tot dan!