Een nieuwe reeks bij een nieuwe imprint. Mauro Caldi zet in op de huidige hausse aan strips rond autosport. Tegelijk is de reeks een aangenaam weerzien met scenarist Denis Lapière.
Mauro Caldi is een monteur met de brandende ambitie om het te maken als autocoureur. In het Italiaanse Brescia aan het begin van de jaren 50 komt hij toevallig in contact met Don Rossellini, een vermaard coureur. Mauro wordt de speelbal in een complot tegen Rossellini, maar krijgt hij daardoor ook de kans om de vermaarde Mille Miglia te rijden met een Ferrari van Rossellini.
Met Mauro Caldi richten Michel Constant en Denis Lapière zich duidelijk op een publiek van nostalgische stripliefhebbers. De ‘gouden’ periode van de Belgische strip met iconen als André Franquin en Maurice Tillieux viel samen met de tijd waarin autosport nog bij uitstek een tak voor avonturiers was. De grafiek van Franquin en Tillieux wordt door Constant opgeroepen, tegelijk vermengd met een hedendaags verteltempo. Scenarist Lapière hoedt zich ervoor om te nostalgisch te worden. Het eerste deel van Mauro Caldi verscheen oorspronkelijk in 1987, in het begin van de carrière van Denis Lapière. Het album blijft een strip van vandaag met knipogen naar de stijl en de tijd van de jaren 50.
Tot voor enkele jaren was Denis Lapière één van de toppers in het Europese stripverhaal. Hij is verantwoordelijk voor klassieke albums in de Vrije Vlucht-collectie, zoals Brieven uit de Bar (met Jean-Philippe Stassen) of Agadamgorodok (met Pierre Bailly). Ook de reeks Charly (met Magda) vloeide uit zijn pen. Recent verminderden de vertalingen van zijn werk wel. Voor de herstart van Michel Vaillant is daarbij één van de meest opmerkelijke wapenfeiten. Lapière blijft actief als scenarist, maar toch is hij minder prominent aanwezig dan in de jaren 90 en de eerste jaren van het nieuwe millennium.
Michel Constant werkt al van in de jaren 80 aan stripverhalen. Mauro Caldi was in 1987 zijn albumdebuut. Later werkte hij in hoofdzaak met scenarist Jean-Luc Cornette, onder andere aan de reeks In het Midden van Nowhere (vanaf 2005) en vanaf 2011 aan Le Pygargue (onvertaald). In zijn werk vermengt Constant invloeden van de klare lijn en van de klassieke Dupuis-school. Het resultaat is klassiek, maar levendig.
De eerste zes delen van Mauro Caldi verschenen tussen 1987 en 1993. Mille Miglia werd eerder al vertaald door uitgeverij De Spiegel. In 2014 maakte Caldi een rentree met een zevende deel. Voordien waren de zes albums al in nieuwe uitvoering verschenen bij een nieuwe uitgever. De nieuwe imprint Gorilla van uitgeverij Strip 2000 start nu met het vertalen van de hele reeks. Gorilla zal zich richten op avonturenstrips en daarbij vooral putten uit de catalogus van uitgeverij Paquet. Ze starten 2015 met hun eerste albums. Mauro Caldi is een klassieke, maar zeker niet onverdienstelijke reeks. Het talent van de beide auteurs kan garant staan voor een sterke avonturenstrip met een nostalgische toets.
