Nie zievere… Speile! Wijlen Raymond Goethals had het best goed kunnen vinden met de rammelrockers van Parquet Courts.
Laten we er voor het gemak maar van uitgaan dat de band die we in de Orangerie aan het werk zagen effectief Parquet Courts heet, want dat is dezer dagen nogal onduidelijk. Primo: de credits op hun zopas verschenen derde plaat — de tweede op een half jaar tijd, alstublieft — komen op naam van Parkay Quarts. Segundo: Parquet Courts vormt al eens graag de gelegenheidsgroep PCPC — met hulp van PC Worship, nog zo’n anti-establishmentband uit de onderbuik van de Big Apple. Tertio: het kan hen zelf klaarblijkelijk geen bal schelen welke naam er op de affiche aan de deur staat. Ruiken we daar een marketingstrategie?
Soit, in Brussel werden de bassist en drummer van Parquet Courts vlotjes vervangen door die van PC Worship, maar nergens moest de band daardoor aan daadkracht inleveren. Van de intense opener “Ducking And Dodging” tot eindspurt “Sunbathing Animal”: strakker dan een Speedo, scherper dan een Gilette. Met dank aan leadzanger Andrew what’s in a name Savage, die voortdurend naar zijn microfoon staat te schreeuwen alsof hij hem meteen na de show met een voorhamer gaat slopen en zo het manische, vervaarlijke randje in pakweg “Black And White” en “What Color Is Blood” op zijn hoed mag steken.
Opvallend contrast met Austin Brown overigens. De stembanden van Parquet Courts’ tweede strottenhoofd ademen veeleer slackerrock dan indiepunk uit, wat de groove van een niettemin uitstekend “Bodies” een stuk meer laid-back houdt. Pavement, iemand?
Als Parquet Courts in één ding grossierde, dan was het hun no-nonsense bravoure. Sturm und Drang in een indiejasje. En toch duurde het tot ergens halverwege de set, met een machtig “Master Of My Craft”, vooraleer de zaal echt mee was. Vanaf dan ging het testosterongehalte weliswaar pijlsnel de hoogte in — eerst dankzij een rauw en opzwepend “Borrowed Time”, later door de op pompende drums deinende nieuwe song “Content Nausea” en de basale vibe van “What Color Is Blood”.
Aan tierelantijntjes heeft Parquet Courts een broertje dood, en dus sprong de band bijzonder karig om met bindteksten en bonding met het publiek. Na de dubbele uppercut van “Light Up Gold II” en “Sunbathing Animal” hield de band het dan ook met amper een uurtje op de klok voor gezien — zelfs al bleef het publiek daarna nog vijf volle minuten schreeuwen om bisnummers.
Parquet Courts: altijd kort en krachtig.