De reeks “1800” van Daedalus gooit graag literaire werken uit de 19e eeuw door mekaar en giet er indien nodig een licht horror-sausje over. Passeerden eerder de revue: Sherlock Holmes, Frankenstein, Dracula, Jules Verne, etc. Ook De terugkeer van Dorian Gray is niet geheel onverwacht een mengeling van verschillende romans en wat eigentijdse fantasie en bloedvergieten.
In het eerste deel, De kroning van “Onzichtbare de 1ste”, bood Gray (Oscar Wilde, The Picture Of Dorian Gray) zich aan bij De Onzichtbare Man (H.G. Wells, The Invisible Man) die een revolutie in het Victoriaanse Londen plant. Aan de ene kant van de Thames flaneren de rijken door verlichte straten; aan de overkant hokken de armen, wezen en misvormden samen. Een hongersnood drijft de minderbedeelden tot actie. Bij het begin van Dierlijk zwart is de revolutie een feit: Gray leidt een inval in een theater in de gegoede buurt van de Britse hoofdstad.
Phillis Appleton, die we in deel 1 uitgebreid leerden kennen, heeft nu een ietwat ondergeschikte rol. Ze zet Gray op weg naar het herwinnen van zijn jeugd. Na veel vijven en zessen vindt hij een schilder die bereid is zijn portret te overschilderen. Ook voor De Onzichtbare Man lopen de zaken anders dan in het boek: hij verliest zijn onzichtbaarheid en wordt langzamerhand een monster van pezen en knoken. Dat maakt hem tot de ideale leider van de verstotenen. Wat rondspattend bloed en gefolter later rekent de ene protagonist af met de andere.
De strip leest vlot, maar er blijft hoegenaamd niets van hangen. Dat heeft grotendeels te maken met het feit dat het verhaal het moet hebben van een eerder toevallige samenloop van omstandigheden. Gray sluit zich bij De Onzichtbare Man aan vanwege zijn wraakgevoelens, waarna het tweetal zeer uiteenlopende ideeën heeft over de verdere toekomst van Phillis Appleton. Verder hebben de heren bitter weinig invloed op mekaar. Wat ze samen in deze strip doen, is daarom niet altijd even duidelijk.
De ontknoping van dit afsluitende tweede deel dient vooral om de vele losse verhaallijntjes snel aan mekaar te knopen. Er wacht Gray een stevige verrassing op de laatste bladzijde, maar echt imponeren doet het album dan al niet meer. Daarvoor wordt alles te bruusk en ongeïnspireerd afgehaspeld. De vele tekstkadertjes op het einde verraden een stevig tekort aan uitwerking. Ondanks de degelijke tekeningen van Vukic — met een harde lijn die vooral in de monsterlijke koppen raak is — is De terugkeer van Dorian Gray daardoor een van de mindere strips in de reeks “1800”.