Oorlogen houden deze wereld gaande zal een cynicus al dan niet terecht beweren. Het bloed is immers het smeersel dat de machines van de economie draaiende houden en onze welvaart verzekeren. Oorlogen leveren onbedoeld vaak ook enkele literaire meesterwerken op, wanneer getalenteerde soldaten de gruwel en angst van zich afschrijven.
Tot de canon behoort ontegensprekelijk een werk als Im Westen nichts Neuesvan Erich Maria Remarque terwijl Hemingways A Farewell To Arms, Joseph Hellers Catch 22 of Kurt Vonneguts Slaughterhouse-Five zich evenzeer minimaal van een plaats op het ereschavot verzekerd weten. Of Kevin Powers’ De gele vogels eenzelfde eer te beurt zal vallen, is vooralsnog koffiedik kijken, alle hoerastemmen ten spijt, al kan niet ontkend worden dat de roman treffend de ervaringen van een soldaat in het Irak-conflict weergeeft. Geen wonder ook, aangezien Powers net als voormelde schrijvers vanuit zijn eigen ervaringen als (front)soldaat vertrokken is.
Heen en weer springend tussen verschillende tijdstippen en locaties laat Powers zijn hoofdpersonage soldaat Bartle vertellen over hoe hij zich als beroepsmilitair samen met een hoop andere jongens klaarstoomt voor een dienst in Irak en hoe zij die het overleefd hebben in Duitsland kunnen afkoelen en met wisselend succes aangeleerd wordt hoe terug te functioneren in het thuisleven van alledag. Dat laatste is geen sinecure voor wie de gruwelen van de oorlog van nabij gezien heeft en vooral voor wie zo afgestompt is geraakt dat hij niet eens meer weet waarom hij bepaalde daden stelt, laat staan dat hij de waarde van een leven nog inschatten kan.
Toch Is Bartle geen schurk noch is zijn misdaad als die naam gebruikt mag worden waarlijk schandelijk te noemen, veeleer is ze ingegeven vanuit een medeleven en menselijkheid die louter binnen de waanzin van de oorlog echt te begrijpen valt. Bovendien, en belangrijker, is die ene daad van Bartle ondanks dat het als een rode draad doorheen het boek loopt, niet de essentie van het verhaal. Het leven in Irak, inclusief de ontstane banden tussen de soldaten alsook de onverschilligheid tegenover de Irakezen (met inbegrip van de tolken), vormt de hoofdbrok van het verhaal. Of het daarbij nu handelt over een (nakend) gevecht, het bewaken van een nieuwe positie of het uitvoeren van routineopdrachten in het peletonkwartier, steevast komt eenzelfde gevoel van onthechting naar boven.
Het is echter geen louterende onthechting maar veeleer een dissociatie van het ego en geforceerde loslaten van de eigen persoonlijkheid die zich voltrekt, met alle gevolgen van dien. Zo worstelt Bartle, net als zijn collega-strijders, tijdens hun “rehabilitering” in Duitsland met de herinneringen en ervaringen die hij doorstaan heeft en kan hij zich bij zijn terugkeer in de Verenigde Staten niet herkennen in de heldenstatus die hem door zijn landgenoten opgedrongen wordt. De bewondering en het respect dat hij van krijgt, komen hem even vreemd over als zijn oude leven waarvan hij ondanks alle pogingen maar niet de draad van opgepikt krijgt.
De daad van Bartle is zoals gezegd het herkenbaarste maar niet voornaamste element in De gele vogels. Het is het herkenningspunt voor de lezer en het gegeven dat het verhaal zijn narratieve kern geeft maar niet de essentie van het boek. Dat is hoe de moderne soldaat een oorlog, die zoals steeds de zijne niet is, ondergaat en hoe hij zoals in de televisiereeks Generation Kill treffend verwoord werd, leeft : “I function in a void of indifference. I keep you and our daughter locked away deep inside and I try not to look there.” Alleen is het zoals Bartle ontdekt, niet zo eenvoudig om uit die leegte te ontsnappen, laat staan te verantwoorden waarom die tot bepaalde handelingen noopt of verslavend werkt.
Het is nog veel te vroeg om De gele vogels te bombarderen tot de oorlogsroman van Irak of de moderne oorlogsvoering in het Midden-Oosten. Daarvoor zijn de gebeurtenissen nog te vers en is het nog lang niet duidelijk of andere werken volgen zullen en wat hun inbreng zal zijn. Wat niet ontkend kan worden, is dat Powers een beklemmende roman heeft geschreven die mede dankzij de tijds- en locatiesprongen een knap, niet-lineair verhaal brengt dat ook zonder de wetenschap dat de auteur uit eigen ervaringen put, een blijvende leeservaring weet op te roepen.