Van de ene seconde op de andere verander je van een grijze reclameconsulent in een aantrekkelijke jongeman. Het lot uit de loterij, denk je dan. Tot de realiteit opnieuw begint door te dringen en je alles en iedereen moet overtuigen van je identiteit. Deze dualiteit vormt meteen het thema van deze psychologische graphic novel.
“Gebaseerd op de roman van Marcel Ayme” titelt de voorpagina. In dit geval dekt de vlag duidelijk de lading. Bonin slaagt erin om de wereld en de sfeer van de roman perfect te vatten zonder deze klakkeloos te kopiëren. Het siert hem trouwens dat hij koos voor de adaptatie van een ‘kleinere’ roman van Marcel Ayme, Belle Image, gepubliceerd in 1941 en minder bekend dan Uranus ou le recueil de nouvelles le Passe-muraille.
Het verhaal begint als Raoul Cerusier, een wat saaie reclamejongen, tot zijn verbazing ontdekt dat zijn gezicht veranderd is. Hij is heel wat aantrekkelijker geworden. Deze buitengewone verandering, in het begin een ware zegen, blijkt uiteindelijk een zware last om dragen. Samen met zijn uiterlijk verandert immers ook zijn leven: hij kan niet terug naar huis, want zijn vrouw zou hem niet meer herkennen. Daarbij komt ook dat hij niet meer op zijn werk kan verschijnen. Zijn secretaresse zal geen woord geloven van wat deze jongeman vertelt. Het wordt dus zijn queeste om deze impasse te doorbreken.
Toch ziet hij ook heel wat voordelen. Vrouwen draaien zich om als hij voorbij wandelt en de knappe buurvrouw, waarop hij stiekem een oogje heeft, blijkt nu ook oog te hebben voor hem. Raoul is echter een man van principes en wil zijn vrouw en kind terug voor hem winnen. Dat betekent echter dat hij erin moet slagen zijn vrouw zo ver te brengen dat ze hem bedriegt met zijn nieuwe ‘ik’.
Het is duidelijk dat al de favoriete thema’s van Marcel Ayme aanwezig zijn: de inbreuk van het fantastische in het dagelijkse leven, de liefde en zijn bijwerkingen, oprechtheid in menselijke relaties. Daarnaast zitten we in het favoriete tijdsbeeld van Bonin. Dat bewees hij al met de reeks Fog, op scenario van Seiter en De Donkere kamer, waarvoor hij zelf het scenario schreef, net als voor deze adaptatie. De metamorfose was eveneens een dankbaar thema in deze tijd, mede door de opkomst van de psychoanalyse. Denk maar aan de verhalen van Kafka, Wilde, Poe en Gogol.
Het verhaal is briljant verteld. Je voelt het grote verdriet van Raoul, die twijfelt tussen een nieuw leven dat hem te wachten staat en het herwinnen van alles dat zijn verleden voorstelde. Bonin is duidelijk een begaafd scenarist. Toch valt het op dat de bladspiegel heel wat plaats ruilt voor de soms overdreven grote tekstballonnen die ook overmatig opgevuld zijn met hele lappen tekst. Bonin bewees al eerder dat hij heel wat kan vertellen door zijn tekenwerk. Hier geeft hij echter de voorkeur aan de tekst, wat voor de echte comic-o-fiel misschien wat overdreven zal zijn.
Kenners van de Franse roman zullen al gauw hervallen in het cliché “dat het boek beter is dan de strip”, maar voor de maagdelijke lezer zal dit zeker niet meespelen. Wat je hier krijgt, is een interessant verhaal, vlot verteld (dank u, vertaler) en meer dan gemiddeld goed getekend. In Frankrijk verscheen inmiddels al een nieuwe strip van Bonin: L’homme qui n’existait pas. Een warme oproep aan Blloan om ook hier dezelfde vertaler aan het werk te zetten.