Strips worden zelden Franser dan bij Christian Lax. Met Vinkenbrood combineert hij sociale commentaar met een beeld van de wielrennerij uit de eerste helft van de twintigste eeuw.
Christian Lax maakte begin jaren negentig enkele opmerkelijke albums in de gerenommeerde collectie Vrije Vlucht van uitgeverij Vrije Vlucht. Vergeten in Annam en Azrayen waren twee politiek geladen verhalen van Frank Giroud die Lax van zijn realistische, maar fragiele tekenwerk voorzag. Met De Kraai schiep hij een illustere detective die in de typische film noirstijl misdaden oploste. In 2005 publiceerde hij vervolgens De teenloze adelaar. Hierin vermengde hij historiek met de helden van de eerste wielerwedstrijden. Het album sloeg enorm aan en katapulteerde Lax in een klap naar de echte voorhoede van de Europese stripauteurs. Het emotionele verhaal van wielrenner Amédée Fario raakte nogal wat gevoelige snaren. Lax schreef ook het verhaal van dit album en zag zichzelf dus graag op de ingeslagen richting voort gaan. Vinkenbrood is dan ook een nauwelijks verholen vervolg op De teenloze adelaar.
De hoofdpersonages van deze reeks zijn Reine en Elie. Reine is een weeskind dat langzaamaan de verhalen leert kennen over haar vader, de wielrenner Amédée Fario. Elie is dan weer een mijnwerkerszoon, die ambieert een wielrenner te worden. Zijn vader ziet dat hoegenaamd niet zitten. Daarom zoekt Elie toevlucht bij zijn oom, die als ex-renner meteen Elies talent herkent. In dit tweede deel van de reeks lopen de eerste overwinningen voor Elie binnen. Hij is zelfs een van de kanshebbers van de illustere dodentocht naar de hel van het noorden, Parijs-Roubaix.
Reine groeit dan weer op tot een zelfbewuste jonge vrouw die journaliste wil worden. Uit interesse voor haar vader dompelt ze zich voor haar eerste onderzoek onder in de wereld van de wielrennerij en rijdt ze, vermomd als man, mee met Parijs-Roubaix. Zo leert ze Elie kennen en groeien ze meer naar elkaar toe. Hun levens blijven echter evolueren, in samenloop met de maatschappelijke ontwikkelingen en de nakende oorlogsdreiging.
Vinkenbrood, in het Frans Pain d’alouette, duidt op het restje van het middageten van een mijnwerker dat hij opspaart voor de kinderen thuis. In Noord-Franse kompelmilieus was die term ingeburgerd. Het bewijst Lax’ wil om een duidelijke couleur locale aan zijn verhalen mee te geven. Hij schildert het leven in het grauwe Noord-Frankrijk met veel inlevingsvermogen. Het harde mijnwerkersleven wordt nauwelijks geromanticiseerd, maar ook de heroïek van de wielrenneriij blijft nagenoeg helemaal achterwege. Vinkenbrood is een geslaagde reeks van een echte vakman.