De geboorte van de utopische roman wordt, zoals de naam al diets maakt, toegeschreven aan Thomas Mores Utopia(1516). Een ware tegenhanger of anti-utopie — beter bekend als dystopie — liet echter niet minder dan vijfhonderd jaar op zich wachten, tot de Russische auteur jevgeni Zamjatin met Wij (1920) de blauwdruk leverde.
Wie Zamjatins Wij (dat eindelijk opnieuw uitgebracht is) met de bekendste dystopieën 1984 (George Orwell) en Brave New World (Aldous Huxley) ter hand neemt, merkt snel hoezeer Zamjatins werk (on)bewust een invloed gehad heeft op deze auteurs en hoezeer een aantal kernpunten, waaronder een blinde, totalitaire maatschappij en de zinloze, eenzame strijd van het individu hiertegen een rol gespeeld hebben. Intrigerend ook is te merken hoe sterk deze dystopieën gericht waren tegen het ideaalbeeld van de mens zoals dit in de prille Sovjet-Unie tot uiting kwam, een tijdperk dat Zamjatin maar al te goed kende.
Het is op sommige vlakken zelfs beangstigend hoezeer Zamjatin de latere terreur onder het stalinisme wist te voorspellen. In de wereld van Wij zwaait de geheime politie immers de plak en is het individu ten allen tijde ondergeschikt aan het collectief. Dat laatste mag overigens redelijk letterlijk genomen worden. Binnen de door Zamjatin beschreven maatschappij wordt de samenleving immers als een organisme beschouwd waarvan de leden niet meer zijn dan inwisselbare cellen die zonder schroom, berouw of kans op vergeving vernietigd worden wanneer de staat dit nodig acht.
Conform de (latere) dystopie(ën) wordt de maatschappij beschreven door de ogen van het hoofdpersonage dat door een toevallige ontmoeting met een dissident zelf begint te twijfelen aan waar hij zijn hele leven in geloofde en deze innerlijke tweestrijd brengt finaal geen soelaas. Verlossing is binnen de dystopie per slot van rekening niet mogelijk. Het grootste verschil tussen de latere genrewerken en deze van Zamjatin is terug te vinden in de manier van vertellen. Waar bij de andere verhalen vetrokken wordt vanuit een vertellerstandpunt, is Wij opgevat als de aantekeningen van het hoofdpersonage D-503, opgeschreven gedurende zijn helletocht.
Opmerkelijk daarbij is de soms hermetische schrijfstijl die een onmenselijk en analytisch streven in zich draagt. D-503 is immers een wiskundige en bouwmeester wiens werk er in bestaat mee te bouwen aan het ruimteschip dat de “wijsheid” van zijn wereld en staat dient te verspreiden over het universum. Die wijsheid laat zich samenvatten als een totale ontkenning van elke individualiteit en menselijke emotie: seksuele handelingen zijn geformaliseerd terwijl elk ander fysiek genot verbannen is.
De hang naar rationele perfectie en afgemeten handelingen zijn aldus D-503 gebaseerd op de ideeën van Frederick Taylor, wiens visie op arbeid in het bijzonder bij de Sovjets in goede aarde vielen, waarna ze verder uitgewerkt zijn en toegepast op de gehele maatschappij. Het finale doel is elke menselijke kwaliteit (zowel fysiek als mentaal) uit te bannen tot alleen nog automata zonder verlangens bestaan. De onmenselijkheid van dit systeem wordt ondanks alle tegenkantingen die hij voelt door D-503 blijvend geprezen. Opgegroeid en grootgebracht binnen het systeem kan hij dit niet veroordelen. Zelfs wanneer zijn twijfel hem overschaduwt, houdt hij vast aan de staatsideologie en gelooft hij dat hij als “ziek element” uit het systeem verwijderd dient te worden.
De wroeging van D-503 klinkt opnieuw als een voorbode van de latere schijnprocessen onder Stalin waarbij opperste Sovjets zichzelf in het stof wentelden omdat ze de maatschappij schade hadden toegebracht. Het lijkt wel alsof Zamjatin een glazen bol had, zozeer weet hij de excessen van de Stalin-terreur te voorspellen. Maar ook zonder deze extra lezing blijft Wij boven andere dystopieën uitblinken. De roman herbergt een kilte en onderhuidse wanhoop die in geen van de andere romans voorkomt: de maatschappij uit Wij wil namelijk niet de mens en zijn driften beteugelen maar zijn menselijkheid geheel verwijderen als was het een kwaad gezwel , en slaagt daar beangstigend goed in ook.