Trauma’s en hoe ze muzikaal te verwerken: Perfume Genius weet als geen ander de donkerste kanten van het bestaan om te zetten in prachtige nummers. Of, hoe het op een mooie zomeravond heel stil kan worden.
Vreemde tijden in de Botanique. Wie vroeg genoeg aan de concertzaal is, kan moeiteloos in de waan raken dat het hartje zomer is. Ondanks dat er vanavond best wel puike artiesten in diverse zalen geprogrammeerd staan, is de opkomst niet overweldigend. Buiten heerst een gezapige gezelligheid die bijna doet vergeten dat hier ook nog andere dingen te gebeuren staan, dan met een glas op de trappen te zitten met een zorgeloos weekend in het vooruitzicht.
In de Orangerie worden toeschouwers, na een keer of drie “Dandy” van The Kinks als intromuziekje voorgeschoteld te hebben gekregen, een heel ander universum ingeslingerd: dat van Mika Hadreas, de jonge twintiger die vorig jaar als Perfume Genius met Learning een van de meest indrukwekkende debuutplaten van de laatste jaren uitbracht. Een plaat vol met donkere, persoonlijke en aangrijpende nummers, vaak louter opgebouwd met piano en voorzichtige vocalen, die je recht in het hart treffen.
En dat is wat Hadreas, bijgestaan door Alan Wyffels ook op het podium doet. Nadat beide heren afgelopen oktober de Rotonde in vervoering brachten, is het nu de Orangerie die voor de bijl gaat. Dat gebeurt schijnbaar moeiteloos, wat des te opmerkelijker is, gezien Perfume Genius blijkbaar Learning achter zich heeft gelaten. Het duo speelt overwegend nieuw materiaal en hoewel dat op dezelfde leest van het debuut voort gaat, klinkt dat geen klein beetje veelbelovend.
Het zou vermoedelijk zelfs de inspanning lonen live-opnames proberen te bemachtigen van dit concert, al was het maar om te weten hoe de nieuwe nummers nog ontwikkelen. Sommige songs klinken immers als onafgewerkte schetsen, maar zelfs dan maakt Hadreas diepe indruk. Als dan toch bekende nummers als “Lookout, Lookout” of “Learning” — dat de twee heren gezamenlijk aan een piano brengen — langskomen, kun je bijna een speld horen vallen.
Maar hoe somber en donker de nummers ook zijn, op een of andere manier weet Hadreas een sprankel hoop in de muziek te smokkelen. Is het niet door een zenuwachtige giechel tussen de nummers door — of tijdens, wanneer hij even vocaal de mist in gaat — , dan wel door muzikaal voor evenwicht te zorgen. Zo lijkt het wel alsof het pianomotief van “Mr. Peterson” een lentebries in zich draagt.
Wanneer met “Never Did”, waarvoor Hadreas zich voor een tweede keer nog eens het podium heeft laten oproepen, het concert tot een einde komt, lijkt het wel alsof je van een andere planeet opnieuw de werkelijkheid in geworpen wordt. Buiten zorgen de laatste zonnestralen achter de torengebouwen en de verre sirenes voor het besef dat de hele wereld is blijven doordraaien de afgelopen drie kwartier. Een vreemde gewaarwording die hopelijk weldra kan worden verdrongen met een nieuwe plaat van dit uniek talent.