Sedert de publicatie van Kris Lauwerys’ bejubelde vertaling van Gregor von Rezzori’s roman Memoires van een antisemiet in 2008, is er veel aandacht voor de in 1998 overleden schrijver. Bloemen in de sneeuw geldt als een van zijn belangrijkste creaties en werd nu door de zelfde vertaler los gelaten op ons taalgebied.
”Identiteit” is een kernwoord in het levensverhaal van Gregor von Rezzori. De man werd in 1914 in het toenmalige Oostenrijk-Hongarije geboren en zag hoe zijn land naar aanleiding van de Tweede Oorlog volledig versplinterd werd, om uiteindelijk overgedragen te worden aan de Sovjets. In zijn oeuvre voert de politiek niet het hoogste woord, maar de prille ervaringen (of beter “aanvaringen”) die von Rezzori gehad heeft met het machtssysteem, hebben zijn beeld op de wereld in sterke mate bepaald. Bloemen in de sneeuw is slechts een van zijn boeken waarin men het grotere kader waartegen het verhaal zich afspeelt als afzonderlijk studieobject kan nemen. Een gelaagd schrijver als von Rezzori zegt immers evenveel over zijn land, als over zijn personages.
De twee ondertitels die Bloemen in de sneeuw meekreeg, zijn in belangrijke mate indicatief voor waar het boek over gaat. Portretstudies voor een autobiografie die ik nooit zal schrijven, zo luidt de eerste, die reeds aangeeft in welke mate von Rezzori zijn eigen leven heeft verwerkt in dit boek. Ook de foto’s die in het boek werden opgenomen, wijzen daarop. Zij overstijgen de gemiddelde curiositeitswaarde volledig en maken von Rezzori’s beeldende taal nog extra tastbaar. Noodzakelijk waren ze niet, maar ze helpen bij de inleving en breken met de leeservaring zelf, zodanig dat bij elk nieuw hoofdstuk een aangenaam rustpunt valt. Dat laat toe om de roman vervolgens met hernieuwde moed aan te vatten. Bovendien vormen de plaatjes als het ware karakterschetsen op zichzelf. Waar von Rezzori graag zijn vaders obsessie voor de jacht benadrukt, krijgt het hoofdstuk Vader ook twee jachtfoto’s mee. Dat is grappig en ontwapenend, en de fotoreeks loopt als een luchtige wind doorheen deze emotioneel beladen roman.
Via de tweede ondertitel van het boek komt men vanzelf terecht bij een tweede belangrijke eigenschap van von Rezzori’s schrijversschap: humor. Wijst Poging tot vertelwijze van een eveneens nooit geschreven ontwikkelingsroman niet op het feit dat von Rezzori met zin voor zelfrelativering, (zelf)ironie en zin voor absurditeit schreef? Jazeker. Mocht Bloemen in de sneeuw niet dikwijls tragische gebeurtenissen op de voorgrond plaatsen, zou het een boek kunnen zijn van de nimmer aflatende glimlach. Helaas heeft von Rezzori in zijn herinneringen aan zijn ouders, ook de minder positieve kantjes niet willen wegmoffelen. Zo komen vader en moeder naar voor als figuren die gekwetst door het leven gaan, omdat ze zich niet in hun waardigheid erkend voelen. Frustratie is hier een kernwoord: ze koesterden allebei aspiraties die ze nooit hadden kunnen waarmaken, en lieten hun leven hier helaas voor een stuk door determineren. Von Rezzori schrijft echter vol meedogen, zelfs over zijn moeder en haar quasi compulsieve stoornissen, zelfs over zijn vader en diens anti-semitische trekken.
Maar waarom dan precies deze autobiografie lezen, en geen andere? Omdat von Rezzori niet alleen afrekent met innerlijke demonen, maar tegelijk afrekent met een tijdsgewricht dat hem getekend heeft. En dat in een roman die vooral erg warm aanvoelt, boordevol lichte humor zit en een groot meedogen ademt. Wie nog niet overtuigd is, zou het voorwoord van John Banville moeten lezen, de Brit die onlangs de Man Booker Prize in de wacht sleepte en von Rezzori erkent als een van de allergrootste schrijvers. Tot slot maakt de alweer schitterende vertaling van het duo Kris Lauwerys en Goverdien Hauth-Grubben dit boek absoluut aan te bevelen. Een schrijver die men echt moet ontdekken!