Een uur lang bestond de wereld buiten de Arenbergschouwburg niet meer: zoveel tijd had Mercury Rev zaterdagavond nodig voor een bezwerende trip als soundtrack bij een paar oude kortfilms.
Sleur is nergens goed voor en dus maken de heren van Mercury Rev als The Mercury Rev Clearlight Orchestra dezer dagen even een uitstapje buiten hun gewone bezigheden. Nadat ze afgelopen zomer in Kopenhagen enkele Deense kortfilms van muziek voorzagen, keren ze nu terug naar Europa met een programma dat draait rond enkele films uit het Anthology Film Archives in New York. Mochten we verwachten: live-improvisatie, geen hits.
En zo geschiedde, al rees al snel de vraag hoe veel exact improvisatie was. Daarvoor was wat de groep bracht immers bijna té perfect om mogelijk te zijn. Het maakte echter niet zoveel uit. Jonathan Donahue en de zijnen namen een verre van volgelopen Arenberg mee op een trip zonder woorden, waarin de muziek vooral de beelden liet spreken.
Er waren wat korte, bijna abstracte filmpjes maar die dienden enkel als opwarming en overgang voor wat de echte hoofdmoot van de avond zou zijn: de films “Le Ballon Rouge” van Albert Lamorisse uit 1956 en “Lucifer Rising” van Kenneth Anger uit 1972; twee totaal verschillende visuele werelden, die door de band volledig verschillend worden ingekleurd.
“Le Ballon Rouge” is een realistisch verfilmd, vertederend verhaal over een kleine jongen die vriendschap sluit met een rode ballon die hem overal volgt, wat hem problemen oplevert met zijn moeder, schooldirecteur en buurtjongens. De band becommentarieert de beelden met een geluid dat dicht bij laatste plaat Snowflake Midnight aansluit: hevig pompende krautrockgrooves, waaraan de groep naar believen instrumenten toevoegt; nu eens een klarinet, dan weer mondharmonica, steevast gitaar,… Zo goed volgt de muziek de actie, dat we ze bijna vergeten: zo hard worden we erdoor vastgezogen in de film.
Ander vreten is “Lucifer Rising”, een hoogpsychedelisch, impressionistisch werkstuk dat hooglijk gedateerd en bevreemdend aandoet. We zien referenties aan de Egyptische oudheid en Satanische rituelen met slechts een minimale connectie, laat staan een coherent verhaal. Mercury Rev antwoordt met een psychedelischer stuk waarin Oosterse invloeden te ontwaren zijn. Voortdurend verrassend en intrigerend trekt de groep de trip nog een stuk verder. Donahue dirigeert zijn collega’s strak met een lichtgevend stokje maar zelfs dat wordt niet potsierlijk: wie deze mens een beetje volgt, weet dat het nog een van de meer charmante overblijfselen van een te grote vriendschap met drugs is.
Als we eerlijk mogen zijn, hadden we deze recensie het liefst van al nog korter gehouden: “onbeschrijfbaar goed”. Dat was immers wat het was. Zelfs als ze gewoon de soundtrack bij een aantal korte films improviseren, blijft Mercury Rev ook na al die jaren nog een van de strafste acts van het moment. Dit was op geen enkel moment vervelend, was meeslepender dan de concerten van de meeste doorsnee bands en intrigerender dan wat een heel jaar aan muziek recenseren voor de rest oplevert. Koestergroep.
Tot slot: het was luid, té luid. We weten dat Mercury Rev graag met de volumeknop speelt maar wat we zaterdagavond te horen kregen, flirtte met de pijngrens. Iemand aan de knoppentafel had zijn verantwoordelijkheid mogen nemen. Dit was niet nodig.