Jeroen Theunissen is met zijn veelbesproken nieuwste roman De stolp niet aan zijn proefstuk toe. Eerder verscheen reeds het redelijk goed onthaalde Een vorm van vermoeidheid, een roman waarin Theunissen het failliet van dit tijdperk verkondigde. Met De stolp probeert hij dat succes nog eens over te doen, maar deze platte, ronduit ongeïnspireerde variant op Big Brother is één van de allerzwakste Vlaamse romans van 2010.
De Stolp volgt 15 jongeren die zes weken lang bij elkaar zitten, opgesloten in een doorzichtige stolp. Hun reilen en zeilen wordt gevolgd en gefilmd. Als een ware voyeur beschrijft Theunissen met genoegen al hun uitspattingen. Stilistisch blijft de Gentse auteur echter koel en rationeel, wat een bevreemdend contrast zou moeten geven met het inhoudelijke. Alleen ervaart de lezer De stolp ook gewoon als een platte, vulgaire en oninteressante "reality"-prul, ondanks de weloverwogen stijlkeuze.
Wat clichés betreft breekt Theunissen in ieder geval alle records. Natuurlijk valt in De stolp iedere week een deelnemer af. Natuurlijk verwerkt Theunissen alle zogezegd hippe, actuele thema’s in zijn roman. Er wordt gesproken over het conflict tussen arm en rijk, de hoofddoekenkwestie, de Holocaust, automutilatie, bejaarden en hun positie in de maatschappij, drugs, mensenrechten, asielzoekers, transseksuelen en andere pseudo-intelligente onderwerpen. Pseudo, want Theunissen gaat nergens dieper dan het oppervlak. Hij kan zich daarbij verschuilen achter de stompzinnigheid van zijn puberale personages, maar dat is een flauw excuus. Wie als schrijver weinig tot niets toe te voegen heeft aan de maatschappelijke polemiek, doet er beter volledig het zwijgen toe.
De stolp bevat bovendien geen echte verhaallijn en mist psychologische uitwerking van zijn personages. De karakters blijven stuk voor stuk karikaturen van "de jeugd van tegenwoordig", en Theunissens kijk daarop is werkelijk beneden alle peil. De auteur probeert de jongeren voor te stellen zoals ze in de stolp zouden leven, zonder censuur, in totale vrijheid, zoals in hun dromen, maar de denkoefening is alles behalve boeiend. De ijskoude, zakelijk stijl speelt daar een belangrijke rol in, een artistieke keuze waarvan het nut fel ter discussie staat. De korte zinnen zijn fantasieloos en missen zelfrelativering of humor. Ze ademen geen poëzie, integendeel: het lijkt alsof De Stolp een uit de hand gelopen opstel is van een middelbare scholier. Maar dan wel één met pretentie.
Met De stolp claimt Jeroen Theunissen eens te meer dat er een vloek rust over onze tijden, maar zowel de vorm als de inhoud zijn een slap afkooksel van andere, betere en meer beklemmende soortgenoten. De stolp is een roman waar elke verstandige lezer waarschijnlijk een ongemakkelijk gevoel van plaatsvervangende schaamte aan overhoudt.