Het tweedaagse jazzfestival met de toepasselijke naam I’ll Remember
April was nog maar aan zijn tweede editie toe maar wist al enkele
spraakmakende namen te strikken. Het muziekcentrum Flagey richt
zich al jarenlang op nieuwe geluiden uit de contemporaine
muziekwereld en in die optiek is een concertreeks, toegewijd aan de
rijke geschiedenis én de toekomst van de jazz, geen onverstandige
keuze. Headliner van de tweedaagse was ongetwijfeld de Tunesische
oud-virtuoos Anouar Brahem, maar het was ook reikhalzend
uitkijken naar de andere genodigden: Malik Mezzadri met zijn Magic
Malik Orchestra, de jonge getalenteerde musici van het Brussels
Jazz Orchestra én de pianoklas van Eric Legnini. Het indrukwekkende
historische pand van Flagey (het vroegere Instituut voor Nationale
Radio-omroep) is gelegen in het hartje van Elsene en blinkt uit op
vlak van interieurvormgeving en akoestiek. Met een begeesterend
programma en een fantastische setting waren alle ingrediënten
aanwezig voor twee buitengewoon gedenkwaardige dagen.
Het Brussels Youth Jazz Orchestra (BYJO) mocht de
spits afbijten op de eerste dag van I’ll Remember April. Het orkest
werd in het najaar van 2008 opgericht en was vanaf het begin een
broedplaats voor jong talent uit de eigen contreien. Jeugdige
musici krijgen zo de kans om intensief door enkele grote namen
(zoals Bert Joris en Frank Vaganée) te worden begeleid en aldus hun
eerste professionele ervaring op te doen. Daarbij wordt steeds
gekozen voor eigentijdse composities die speciaal voor een groot
orkest geschreven zijn. De muziek van Duits componist Florian Ross
fungeerde als leidraad voor het optreden in Flagey.
Voor een beperkt publiek kregen de jonge welpen gedurende een uur
de kans om hun talent te verzilveren. De muziek van Florian Ross
bood voldoende ruimte om enkele solisten apart aan bod te laten
komen. Vooral het vurige en snelle pianospel van Bram de Looze viel
al snel in de smaak. Het heen- en weergeloop tussen solisten
onderling deed soms een beetje amateuristisch aan, maar door de
individuele prestaties werd dat met de mantel der liefde bedekt.
Vooral de composities naar het einde toe van het concert (‘Dream
Wheel’ en ‘Resting’) waren gemoedelijke voltreffers met
opmerkelijke prestaties van Nathan Daems en Dries Vleugels.
Binnenkort gaat de groep aan de slag met de muziek van Pierre
Bertrand, wat ongetwijfeld opnieuw een interessant resultaat zal
opleveren.
Het grootste vraagteken stond naast het optreden van het
Magic Malik Orchestra. De Franse fluitspeler
(geboren in Ivoorkust) verkende in het verleden al de grenzen van
jazz en wereldmuziek en in Flagey was dat niet anders. Vanaf de
intro werd het publiek getorpedeerd met een heimelijke en
mysterieuze sfeer zonder echte aanknooppunten. De complexe muziek
van Malik was geen hapklare brok, maar een moeilijk te bevatten
geheel van contrasten en onderhuidse spanningen. Op meesterlijke
wijze werden die artistieke expressies in talrijke richtingen
gekanaliseerd. Desolate woestijnmuziek, moderne en zuiderse grooves
of zelfs broken beats… Malik en zijn goedgeluimd orkest gingen
geen enkele uitdaging uit de weg en stonden met een ongeziene
coolness op te treden. De aandacht werd vooral getrokken
door het avantgardistische percussiewerk van Maxime Zampieri.
Bitsige slagen, veelal geordende chaos, maar beklemmend bij elke
beroering van het drumstel.
De hemelse fluitmuziek die Malik produceerde, deed het publiek even
verzeilen in het aards paradijs, al bleek dat allemaal schone
schijn te zijn. Gevoelens van onrust en onzekerheid waren
toonaangevend in de muziekesthetiek van het Magic Malik Orchestra.
Het hermetische karakter van de muziek betekende dat het moeilijk
was om volledig in de muziek op te gaan, maar de feilloze fusion en
technische kunde waren ontegensprekelijk een lust voor het oor.
Malik deed er nog een schepje bovenop met een zijn zacht neuriënde
stem die door een weergaloze bezieling gekenmerkt werd. Malik gaf
de indruk dat het allemaal bijzonder spontaan en instinctief
gebeurde – tijdens het optredens wisselde hij meermaals van
setlist.
Naar het einde toe leek de artistieke schelp zich te openen, toen
de muziek een vrijer en expressiever karakter werd aangemeten.
Slechts vier artiesten bereikten eerst een bijzondere intense
klankdynamiek (een groot orkest was duidelijk geen vereiste om
zoiets te bereiken) om vervolgens over te gaan naar zachte en
fluisterende ambient. Tijdens de bisronde verkende de groep nog
even de gitzwarte steegjes van de jazz om uiteindelijk een
stormachtig hoogtepunt te besluiten. De eerste dag van I’ll
Remember April was een succesvolle synergie van begeestering en
avonturisme.
Het tweede luik van het jazzfestival, op vrijdag 23 april, ging al
om 12u30 van start met de pianoklas van Eric Legnini.
Ondergetekende gaf door het vroege uur verstek voor dit optreden en
richtte zich zich volledig op de headliner van die avond: een
volledige uitvoering van ‘The Astounding Eyes of Rita’ door
Anouar
Brahem en zijn muzikanten. Alle zitjes in Studio 4, de
grootste ruimte in het Flagey-gebouw, werden door de vele
muziekliefhebbers ingenomen en met opener ‘The Lover of Beirut’
kreeg het publiek een eerste gelegenheid om in het rijke muziekbad
van de Tunesiër ondergedompeld te worden. In analogie met het album
werd het optreden gekenmerkt door veel kleine nuances en
subtiliteiten. Er waren geen extravagante houdingen of excessieve
poses te bespeuren; enkel berusting en concentratie was op de
gezichten van de muzikanten af te lezen. De zachte stem van Brahem
begeleidde de zachte tintelingen van de oud, die
geïllustreerd werden in de korte momenten van improvisatie.
De magie bleef knetteren bij ‘Dance With Waves’ maar vooral bij het
uptempo ‘Stopover At Djibouti’, dat een kruisbestuiving was tussen
zuiderse ritmes en de afgezonderde woestijnklanken van de
oud. Een wijsheid uit de muziek zegt dat het instrument
zelf onbeperkt is, enkel de artiest door allerlei beperkingen
geremd wordt. Van dat laatste was trouwens helemaal geen sprake,
want Brahem gaf een bijzondere geestesverruimende dimensie aan de
muziek. ‘The Astounding Eyes of Rita’ was een adembenemend moment
van oriëntaalse schoonheid en spirituele berusting. Het is moeilijk
om te bevatten hoe de muziek van Brahem, die op een traditionele
leest is geschoeid, toch zo fris en vernieuwend kan klinken. ‘The
Astounding Eyes of Rita’ gaf de gelegenheid aan alle muzikanten om
aan de slag te gaan met de muziek en even vrij te improviseren.
Klaus Gesing liet het geluid van zijn basklarinet op wonderlijke
wijze met het geheel versmelten, terwijl Björn Meyer met een
oogstrelend gemak de subtiele basritmes verzorgde.
Alles wat daarna nog aan bod kwam, werd met een gelijkaardig
vakmanschap tot een kunstwerk gekneed. De innemende desertblues van
‘Galilee Mon Amour’ was volgestouwd met melancholie en treurnis,
waarvan de nagolven nog lang voelbaar waren. ‘Waking State’ voelde
aan alsof de ontluikende hitte van de ochtendzon op het gezicht
scheen, met een lange zandweg in het verschiet. Brahem zingt,
fluistert en ademt muziek; zo veel was duidelijk na een
opeenvolging van composities die zich allen onder de huid
nestelden. Twee bisrondes waren nauwelijks genoeg om het publiek in
Flagey te kalmeren. Hoe verstillend het optreden, hoe enthousiast
het publiek na een boeiende tweedaagse. April staat in het geheugen
gekerfd.