Hoe volg je een monsterlijke implosie als Zwerm op? “Door een nog dikkere klepper van 999 pagina’s te schrijven”, dacht Peter Verhelst heel even. Het werd uiteindelijk het tegendeel: hij schreef 333 pagina’s die verdacht veel rust uitstralen. Dit is een andere Verhelst, maar toch verrassend bekend.
Na de sprookjesmystiek van Tongkat en Zwellend fruit dook Verhelst in 2005 met Zwerm plots de realiteit in: Israël, nucleaire fabrieken, spionage, Elf September. Aan het einde van die 666 pagina’s waanzin stond hij, in zijn nulpunt, dan toch terug waar hij ooit begon: bij het begrip schoonheid. De echte wereld laat hem echter niet meer los. Voor het eerst in tijden situeert hij een boek opnieuw in een wereld, in een stad met een naam: New York, Griekenland, Japan, Korea, India.
Overal en nergens, zo is ook dit boek, net als zijn doorbraakroman, opnieuw Een verhalenbordeel. Huis van de aanrakingen is een bombardement van flarden, van verhalen die zich afspelen over de hele wereld, maar die meer menselijke warmte in zich dragen dan andere verhalen van Verhelst. Het is, op een bepaalde manier, zijn meest normale roman. De verhalende toon is minder wazig, minder dromerig en meer rechtdoorzee. De fragmentarische aanpak blijft echter wel authentiek.
We leren Tomoko Kidman kennen, een archeologe van Japans-Amerikaanse afkomst, De Griek, die ooit een monnik was, en matroos Weltevree, gestrand op de Japanse kusten. En dan hebben we nog Jean-Baptiste Tavernier, ontdekkingsreiziger en hoveling van Lodewijk XIV, en pottenbakker Yi Sampyong. Allen zijn ze op zoek naar een thuis. Op een intuïtieve, nauwelijks rationele manier, knoopt Verhelst de ooit apart bedoelde verhalen aan elkaar tot een roman die zich niets laat gelegen aan klassieke definities van het woord. Knooppunt is het jaar 1633, toen Galileo Galilei met zijn revolutionaire inzichten het toenmalige wereldbeeld onderuithaalde en de aarde uit het centrum smeet. De verhalen staan naast elkaar, maar passen zeer goed bij elkaar: er zijn willekeurige en minder willekeurige intersecties, terwijl andere verhaallijnen meer op zichzelf staan.
Verhelst is dan ook minder in het verhaal zelf geïnteresseerd als in wat hij daarmee kan construeren: een beeldend kunstwerk met woorden. In die zin draagt Huis van de aanrakingen ook echo’s in zich van Vloeibaar harnas, dat sterk door Peter Greenaway werd beïnvloed, en van De kleurenvanger: iemand gaat slapen om een te worden met de natuur, een zwerm papegaaien strijkt neer op een man en creëert op die manier een veelkleurig beeld. Het verhaal? Wie maalt om hét verhaal als je er meerdere krijgt?
Huis van de aanrakingen is rustiger en voelt minder urgent aan dan eerder werk. Dit is een rijper, bedaarder boek van een schrijver die de chaos opnieuw bedwongen heeft. Af en toe is het meer hoofd dan hart, maar die balans kan net zo goed al eens kantelen. Een meesterwerk als Zwerm werd het niet, maar Verhelsts eigenzinnig parcours blijft boeien en verrassen.