De tien minuten durende wandeling van het Brusselse Centraal
Station tot de Ancienne Belgique is een tocht die veel
muziekliefhebbers desnoods geblinddoekt kunnen afleggen. Veel kans
dat je onderweg minstens 1 bedelaar tegenkomt. Die avond was het
opnieuw van dattum, en het was een vreemd gevoel om een zwerver
voorbij te wandelen op weg naar een andere hobo, eentje
die in plaats van ‘un euro, s’il vous plait’ het zestienvoudige
vroeg. Maar ‘Seasick’ Steve Wolden is dan ook niet de eerste de
beste. Na een incidentrijk leven op de baan werd hij in 2006
ontdekt door Jools Holland, die hem een podium gaf tijdens zijn
druk bekeken nieuwjaarsspecial. Tussen bekende namen als The Kooks
en Paul Weller stal Steve er de show met zijn driesnarige gitaar en
geïmproviseerde ‘Mississippi Drum Machine’. Ondanks zijn zeeziekte
heeft Steve sindsdien de wereld rondgereisd, als ster in plaats van
als nietsnut. De release van het bejubelde ‘I Started Out With
Nothin and I Still Got Most of it Left’ was reden genoeg voor een
tweede AB-passage op een maand of negen.
Het voorprogramma werd verzorgd door Gemma Ray, een jonge Londense
die voor haar grootste publiek ooit speelde. Ray en haar band
hadden een knap fifties-sfeertje over zich, en ook qua présence zat
het wel goed. Echt sterke nummers kregen we (op ‘Bring It To Me’
na) evenwel niet te horen, maar dat werd goed gemaakt door het
knappe samenspel tussen Gemma’s rokerige, doorleefde stem en de
backing vocals van Mary Epworth. Een aangenaam half uurtje, maar
voorlopig worden we niet echt warm of koud van Gemma Ray.
Rond de klok van negen was het de beurt aan Seasick Steve in
hoogsteigen persoon. Voor de gelegenheid had hij Dan Magnusson
meegebracht, een drummer die qua uiterlijk rechtstreeks uit
‘Wayne’s World’ leek te komen. ‘Thunderbird’ zette meteen de toon,
door zo mogelijk nóg ruwer dan op ‘I Started Out With Nothin’ te
klinken. Toen Steve daarna zijn hemd uittrok om een indrukwekkende
schare leeuwen- en adelaarstatoeages te onthullen, vatte hij het
zelf mooi samen: ‘The animals are out tonight’.
Wanneer je repertoire grotendeels uit gelijkaardige nummers bestaat
en je slechts met één drummer als begeleiding op het podium staat,
is het niet simpel om een concert anderhalf uur lang boeiend te
houden. Maar Steve is even veel performer als artiest. Het was
voornamelijk zijn persoonlijkheid die het geheel op geen enkel
moment saai maakte. Bij ‘Walking Man’ werd er een meisje uit het
publiek geplukt aan wie Steve het nummer opdroeg. Hoewel hij
minstens drie keer zo oud was als zij, kwam het gebaar toch zeer
mooi en puur over. De baardige zwerver blijft every inch a
gentleman, en het meisje werd bedankt met een gesigneerde cd
en een oprechte knuffel.
In tegenstelling tot Steve had niet iedereen in de zaal al van
elementaire beleefdheid gehoord. Misschien lag het net aan die
losse en warme sfeer dat het publiek achterin de zaal zo rumoerig
was, iets wat enorm stoorde. Toen dit na enkele opmerkingen van
Steve nog niet ophield, bleek dat hij ook hier op was voorbereid.
Een onbeschofterik op het balkon riep iets wat in een zedige
recensie niet hoeft herhaald te worden, waarop Steve er een
baseballknuppel bij nam en dreigend naar de rand van het podium
stapte. Ludiek opgelost, maar het bewees dat een uitverkochte AB
nog niet garant staat voor een goed publiek.
Tijdens de bisnummers kwam het ingetogen ‘My Youth’ dan ook
helemaal niet tot zijn recht. Steve liet het niet aan zijn hart
komen, en gooide lijf en leden in de strijd. Zijn beroemde
three-string diende tussen twee nummers door even hersteld te
worden met wat kleefband, maar het blijft indrukwekkend wat voor
een sound hij uit zijn sjofele instrumentarium kan toveren.
Afsluiten deed Steve met ‘Doghouse Blues’, het nummer waar de
wereld hem mee leerde kennen. Hij en Magnusson liepen het hele
podium af om er zeker van te zijn dat iedereen meeklapte en zong.
Het was het perfecte einde van een uitstekend concert van een
oorspronkelijke, échte artiest. Respect!
Meer afbeeldingen Gemma Ray!
Meer afbeeldingen Seasick Steve!
Seasick Steve staat op 5 juli op Rock Werchter.