Zelfspot en huizenhoge clichés, dat is de fundering van Tine Bij De Walen. Hoewel een sterk uitgangspunt, is het resultaat eerder flauw dan hilarisch. Wat een flink portie communautaire spot had kunnen zijn, is daarmee niet meer dan een verzameling opgewarmde kost.
Wie vermoedt dat achter dit album een communautaire scherpslijper uit de achterban van een of andere licht- tot donkerbruine partij schuilgaat, slaat de bal mis. Ondanks wat je zou verwachten, is het lichtjes provocatief getitelde Tine Bij De Walen zowaar het product van een Waal, dat bovendien eerst in Frankrijk uitgebracht werd. Onder de titel Titine Au Bistrot bracht Lindigre bij onze zuiderburen de avonturen van zijn aan overgewicht lijdende antiheldin uit. Het succes bleef uit en met behulp van Philippe Nihoul werd een herwerkte versie op de Belgische markt uitgebracht, die blijkbaar in Wallonië wél een schot in de roos was.
Op het eerste gezicht is dat redelijk vreemd. Tine Bij De Walen zet de Walen immers pagina na pagina in hun hemd. Profitariaat lijkt immers de meest gepaste term om de leefwereld van de hoofdpersonages te omschrijven. Marginaliteit is een andere, minder politiek geladen omschrijving voor Tine en haar halfdebiele broertje Vretje, die hun dagen respectievelijk vullen met door alcohol aangedreven seks en het leeg lepelen van potten Nutella.
Pagina na pagina volgen we de twee tijdens hun leven als homo marginales in een sombere wijk van Charleroi. Op zich een gedurfd uitgangspunt dat ruimte biedt om het hele communautaire debat dat het land al veel te lang in zijn greep houdt van enkele rake, of zelfs ontwapenende kanttekeningen te voorzien. Helaas slaagt Tine Bij De Walen daar niet helemaal in. Hoewel de bedoelingen vaak goed zijn, is het album zelden wat het zou moeten zijn: grappig.
De humor is doorgaans ronduit belegen en ontstijgt het niveau van de cafétoog eigenlijk nergens, wat er uiteraard wel voor zorgt dat de grappen zich op het niveau van de personages bevinden. Voor enkele pagina’s is dat best nog leutig, maar een heel album is van het goede te veel. Wanneer de radicale Vlamingen even in hun hemd gezet worden, kan weliswaar een brede glimlach niet onderdrukt worden, maar de spoeling is te dun en het aantal écht sterke momenten te beperkt om dit album als een must have te beschouwen.
Misschien dat, over een jaar of vijftien, wanneer met een mengeling van walging en nostalgie teruggekeken wordt op de periode 2007-2009, dit album een zekere cultstatus kan hebben, maar daar zijn we vandaag niet veel mee. In een jaargetijde waarin genoeg flauwe humor te vinden is in roemruchte eindejaarsconferences, was het echt niet nodig er met deze strip nog een schepje bovenop te doen.