Rockmuziek mag dan wel vooral een mannenbastion zijn, deze avond is het aan moeder de vrouw om te bewijzen dat zij net zo goed haar mannetje kan staan. In de Rotonde treden immers Shara “My Brightest Diamond” Worden en Clare And The Reasons op, beiden met hetzelfde strijkerstrio overigens.
Het gedeelde strijkerensemble versterkt de geruchten dat hier sprake is van een double-bill, eerder dan van een voorprogramma met hoofdact. Na enkele nummers wordt evenwel duidelijk dat Clare (Muldaur) veel te licht weegt. Net als op haar recente debuutplaat The Movie kirt ze zich een weg door de songs, terwijl in de eerste plaats de (alt)viool en cello voor een muzikale invulling zorgen. Slechts nu en dan weet haar gitaar door die geluidsmuur heen te dringen.
Het meisje, want zo profileert ze zich duidelijk, lijkt helemaal uit suikerspin opgetrokken en laat de zoetigheid ook in de songs domineren. Maar overdaad schaadt en halfweg de set is het déjà vu-gevoel niet meer te negeren. Clare tapt te veel uit eenzelfde vaatje, al weten een geslaagde cover van Tear For Fears’ “Everybody Wants To Rule The World” en een onnodige verontschuldiging voor Bush’ presidentschap gekoppeld aan een loflief op Obama op de tonen van “Somewhere Over The Rainbow” de monotonie te doorbreken. Aardig maar ook vederlicht, en veel te gesuikerd om een set lang te blijven boeien.
Dat het ook anders en beter kan, bewijst My Brightest Diamond. Terwijl de band op plaat een uitgebreid collectief van muzikanten is, wordt de groep live vaak uitgedund tot een werkbare fractie daarvan. Eerder dit jaar trad Shara Worden al solo op in het Leuvense STUK, ditmaal heeft ze haar vaste strijkerensemble (Olivier Manchon, Marla Hansen en Maria Jeffers) meegebracht om de songs van extra kleur te voorzien.
Hoewel ze pas enkele maanden geleden A Thousand Shark’s Teeth heeft uitgebracht, staat het optreden zeker niet enkel in het licht van die plaat. Zo wordt de set afgetrapt met een stevig “Golden Star” uit debuutplaat Bring Me The Workhorse en komen later in de set onder meer “Dragonfly” en “We Were Sparkling” uit datzelfde album aan bod. De meerwaarde die in de eerste plaats de drums aan deze nummers verlenen — Worden speelt graag met ritmes versus melodieën — wordt mede dankzij de loepzuivere uitvoeringen op geen enkel moment gemist.
A Thousand Shark’s Teeth zou oorspronkelijk een klassiek album worden, maar daar werd uiteindelijk om commerciële redenen van af gestapt. Jammer, want de uitgeklede versies van onder andere “Apples”, “If I Were Queen” en “Ice & Storm” bewijzen deze avond niet alleen dat de nummers ook binnen een klassieke bezetting meer dan tot hun recht komen, maar onderstrepen bovendien het talent van Worden als songschrijver, wiens nummers in elk arrangement weten te schitteren.
Geen wonder dus dat een set lang het professionalisme van de groep afspat zonder dat het ook maar een seconde geforceerd of ingestudeerd overkomt. Niet alleen de nummers zelf maar ook de entre’actes (onder andere de goocheltrucs van Manchon en Worden) passen volledig binnen de cabareteske sfeer die de groep met klank en beeld (ze dragen allen vroeg-twintigste eeuwse zwart-wit kledij met de nodige frivoliteiten) wil uitdragen. Dit is niet zomaar een optreden, maar wel een goed ingestudeerde act die zoveel meer is dan een avond auditief vertier.
Waar mannelijke rockartiesten zich gemakkelijk kunnen verbergen achter allerhande stoere rockposes wanneer ze door de mand dreigen te vallen, vervalt een vrouw vaak in de rol van diva, rockslet of naïef kindvrouwtje. Clare kiest voor de laatste optie maar weet ondanks alle zeemzoete blikken de meubels niet te redden. Worden daarentegen laat alle stereotyperingen achter zich en toont man en vrouw hoe het ook kan: gewoon een sterke set neerzetten die staat als een huis.