Wat doet het deugd om eindelijk nog eens de pen van David ‘ lord
of the fucks’ Mamet overtuigend tot leven te zien komen op het
zilveren scherm. De lichtjes geniale toneelschrijver was de laatste
jaren wat uit het cinefiele vizier verdwenen – hij was dan ook
voornamlijk bezig met het verzorgen van zijn tv-bastaardje ‘The
Unit’ en zijn favoriete hobby, jiujitsu – maar nu is de scenarist
annex filmmaker terug met het eigenaardige, maar intrigerende
‘Redbelt’. Mamet was blijkbaar zodanig in de ban van de
Braziliaanse vechtsport dat hij de moraal en regels van de
martial-artskunst verwerkte in zijn eigen wereldje van corruptie en
bedrog voor zijn nieuwste genretwist. Klassieke Mamet-elementen en
bekende karakterkoppen (Joe Mantegna! Ricky Jay!) worden subtiel
gewikkeld rond één van de eerzaamste en minst bezoedelde personages
die ooit in een David Mamet-film hebben rondgelopen. Hij haalt nog
niet het zwarte gordel-niveau van zijn debuut ‘House of Games’,
‘The Spanish Prisoner’ of zijn beste penwerk ‘Glengarry Glen Ross’,
maar hij bewijst wel dat hij nog altijd een origineel verteld
verhaal op poten kan zetten en tezelfdertijd clever met de voeten
van de kijker spelen. Welkom terug, cocksucking
motherfucker.
Los Angeles. Mike Terry (Chiwetel Ejiofor) is een uitbater van
een sportschool die gespecialiseerd is in jiu-jitsu. Ondanks zijn
zwarte gordel heeft Mike nooit deelgenomen aan prijskampen. Hij
gelooft in de code van de samoerai en weigert toe te geven aan
competitiewedstrijden, ook al zit hij kniediep in de schulden. Zijn
vrouw Sondra (Alice Braga), een textielontwerpster, probeert hem te
steunen, maar raakt stilaan aan het einde van haar geduld. Wanneer
een getraumatiseerde advocate (Emily Mortimer) zijn school
binnenvalt en per ongeluk zijn etalageraam kapotschiet, ondergaat
Mike’s leven een drastische wending. Hij redt een filmster (een
sobere Tim Allen) tijdens een bargevecht en raakt via via in
contact met een tv-producer (Joe Mantegna), die hem een financieel
aanlokkelijk voorstel doet. Maar niets is wat het lijkt in dit
schimmig gokwereldje van façades, hebzucht en listen waarin Mike
voor het eerst in zijn leven verder zal moeten kijken dan zijn
persoonlijke erecode en waarden.
De begingeneriek, een pikzwart scherm met dreigende rode letters
, ondersteund door een polsversnellende score, doet vermoeden dat
het menens is voor David Mamet en zijn onverwachte
martialartsinvalshoek. Maar ook al volgt Mamet subtiel de grenzen
van de genreconventies, dit is geen klassieke gevechts- of
actiefilm à la Van Damme, Seagal of zelfs Bruce Lee geworden. De
gevechten blijven grotendeels beperkt tot de meedogenloze verbale
arena, en wanneer de schaarse actie dan toch losbarst is het
helemaal in functie van de meest bevredigende anti-climax van het
jaar. ‘Redbelt’ is zeker niet Mamets meest scherpe of venijnige
werk, maar door zijn labour of love op te bouwen rond een
atypisch Mamet-personage, vindt de regisseur wel een tweede adem na
tegenvaller ‘Spartan’ en het matig amusante ‘Heist’ van een paar
jaar geleden.
Met dank aan zijn hoofdacteur, heeft Mamet een intens smeulend
psychologisch drama afgeleverd waarin hij nogmaals de kunst van
storytelling omzet in een meeslepende verhaal dat kan
steunt op een stevig geconstrueerde structuur, ook al is een milde
vorm van suspension of disbelief nodig om de hele zwik te
aanvaarden. De plotwendingen zijn dan wel aanwezig, maaar ze worden
zodanig low key gebracht dat elke vorm van sensatie of
gimmickerij achterwege blijft. Meer zelfs, Mamet vertikt het zelfs
om een paar losse eindjes zelf aan elkaar te knopen, en laat de eer
aan de geconcentreerde kijker om een paar leemtes op te vullen.
Zowel een vloek als een zegen dat laatste. Maar in tegenstelling
tot zijn vorige werk heeft ‘Redbelt’ ook een grootmoedig kloppend
hart onder de kimono zitten. Een hele film lang zie je hoe een
ongelooflijk oprecht en nobel personage langzaam in het
Mamet-moeras van bedrog en misleiding wordt gelokt, en hoe harder
hij zijn best doet om de verleiding te weerstaan, hoe dieper hij
wegzakt in het wereldje waar de dollar meer betekent dat eergevoel.
De manier waarop die thematiek gekanaliseerd wordt door de
fenomenaal sterk acterende Chiwetel Ejiofor maakt van ‘Redbelt’
meer dan een zoveelste twisthappy film noir waarin zelfs
de gekunstelde dialogen (ze horen echt wel beter thuis op de
planken) van Mamet de inleving niet kunnen breken.
Want het is toch wel Ejiofor die bewijst dat hij zoveel meer kan
dan tweede viool spelen voor Denzel (‘Inside Man’ en ‘American
Gangster’) en voor de eerste keer sinds zijn doorbraak in ‘Dirty
Pretty Things’ nog eens de show mag stelen als leading
man. Ejiofor is enigmatisch, stoïcijns kalm en zweet charisma
uit elke porie van zijn strak getrainde lichaam. Vanaf de
openingsscène trekt hij de aandacht met zijn doordringende ogen
(zelden zo’n grote vensters naar de ziel gezien), die zoveel meer
zeggen dan eender welke coole dialoog (‘boxing is as dead as
Woodrow Wilson!’) die Mamet uit zijn pen laat sijpelen. En het
wordt beter, want hoe nauwer Ejiofor in de hoek wordt gedreven, hoe
intenser en beter hij wordt. De scène waarin hij de fragiele Emily
Mortimer leert terugvechten laat het bloed sneller stromen, die
hulpeloze blik wanneer hij geconfronteerd wordt met de dood van een
vriend doet het hart breken en de zinderende climax en laatste shot
doet de ribbenkast zachtjes trillen van ontroering. Mamet heeft een
symboolrijk verhaal bedacht waarin hij sportethiek (’there’s
always a way out’) verwerkt in een parabel over de volharding
van het goede tegenover alles wat rot en onrechtvaardig is in de
wereld, maar het is Ejiofor die een diepmenselijk gevoel van
tristesse aan het geheel geeft.
‘Redbelt’ is een tegendraadse genrehybride waarbij
karakterschets, film noir en martialartsfilm niet altijd
evenwichtig in elkaar vloeien, maar wel steeds boeiend kijkvoer
opleveren voor de geduldige waarnemer. Nog geen Mamet in bloedvorm,
maar hoofdrolspeler Chiwetel Ejiofor staat zo fantastisch te
acteren dat dit toch kan tellen als een onverwachte en welkome
return to form.