Had er nog iemand nood aan Daan na afgelopen zomer? Op zijn eentje leek hij het woord “overexposure” te willen belichamen en de festivals waar de man met de zonnebril en het bruine maatpak niét optrad zijn op één hand te tellen. Met “Close Up” liet hij de fans voor drie decemberconcerten een deel van de setlist bepalen, maar uiteindelijk kwam alles toch opnieuw op de bekende liedjes neer.
De winkel moet draaien en de muzikanten betaald, en dus was Daan overal te zien deze zomer. Als je dan ook in het najaar nog eens publiek wil zien opdagen, kun je maar beter zorgen dat je een ander aanbod hebt. Daan in “Close Up” dus: een programma met aandacht voor onbekend en verwaarloosd werk uit de donkere krochten van ’s mans geheugen.
Of dat was toch beloofd, want live valt het allemaal wel mee. “Jullie hebben op mijn site mee de setlist mogen opstellen, maar uiteindelijk doen we toch onze zin”, grijnst Daan bij het begin wanneer hij meteen een trits publiekskeuzes weggeeft. Wat blijkt: dat publiek vindt net als ons dat de man zijn sterke debuut Profools al jaren schandelijk onderbelicht laat op zijn optredens.
Eindelijk speelt hij nog eens “50 %” dus. En “Simple”. En het openende “Smokesucker”. Ook werk van zijn in coma verkerende indieband Dead Man Ray wordt regelmatig opgediept. “Woods” kreeg tijdens “The Player”-tour eerder al een strak electrojasje, ook doorbraakhitje “Chemical” wordt eindelijk nog eens uitgevoerd met een kamerbreed arrangement en galmende drums. Sterk. Een ingetogen “A Simple Thing” sluit dat blokje af, waarna “Drink And Drive” een voorlopig laatste uiting van nostalgie is.
”We doen gewoon onze zin”, immers. En dus stuurt Daan zijn groep dan toch maar de vertrouwde setlist in. Een veilige gok, want na al die jaren met zijn vele concerten is de groep met klassemuzikanten als gitarist Steve Janssen, toetsenist Jeroen Swinnen en drumster Isolde Lassoen een geoliede machine zonder weerga. Een jazzy ingezet “Drama” trekt zo al snel weer open naar de gekende breedbeeld disco, met “The Player” mag de zaal het op een feesten zetten.
Van het seventies discochanson “Le vaurien” gaat het naar het kermiswalsje “Geen Franse wagens meer” van zijn “fake communistische project” Supermarx. En dan mogen de hitjes pas echt van stal: “Bridge Burner”, “Addicted” en een kitscherig “Promis Q” (“Ik moest die grens opzoeken, excuses daarvoor” – de uitzinnige publieksreactie bewijst zijn gelijk) volgen in sneltempo. Vanzelfsprekend ontbreken ook “Swedish Designer Drugs”, “Housewife” en “Victory” niet. Als kerstbis krijgen we nog een perfect uitgevoerd “I Was Born Under A Wandering Star” van Lee Marvin. Het jasje van crooner heeft Daan dan ook altijd al goed gepast.
Dit applausrondje voor de fans was minder “bijzonder” dan verhoopt, maar feest is het altijd als Daan speelt. Na de op elkaar aansluitende Victory– en The Playertours hebben we het nu echter even gehad. Tijd voor een nieuwe plaat of een akoestische pianotournee?