Closing the Ring




Door de filter van een cameralens gaat blijkbaar alles er anders
uitzien. De onverwoestbare Richard Attenborough (ze hebben een paar
jaar geleden een sir van hem gemaakt, omdat dat nu eenmaal
bij zijn leeftijd paste), is in zijn privéleven iemand die zich
regelmatig en geëmotioneerd uitspreekt over de absurditeit van elke
oorlog – krop in de keel, zijn kerstmannetjesgezicht rood
aangelopen van de nauwelijks ingehouden verontwaardiging, vertelde
hij in een interview ooit hoe hij de graven bezocht van de
gesneuvelde soldaten uit de Eerste Wereldoorlog, aan de IJzer.
Mooie gevoelens, maar dan kijk je naar een film als ‘Closing the
Ring’, en waar zit die verontwaardiging dan opeens? Attenborough
heeft met zijn jongste project immers een glossy melodrama
afgeleverd, waarin de Tweede Wereldoorlog louter als achtergrond
wordt gebruikt voor een voorspelbaar en zoetsappig romantisch
drama, de oorlogsgruwel waar de regisseur het zo vaak over heeft
keurig verborgen achter een chick flick-verhaaltje van
dertien-in- een-dozijn en een goudgelige belichting die evenveel
idyllische nostalgie oproept als het gemiddelde reclamespotje voor
Werther’s Echte. Zo zie je maar, als er genoeg tijd overheen gaat,
wordt alles nostalgie. Zelfs een oorlog.

De plot draait rond drie legervrienden, Teddy, Jack en Chuck,
die in 1941, na de aanval op Pearl Harbor, alledrie bij de
luchtmacht gaan om met bommenwerpers te gaan vliegen. Teddy zit
echter met een probleem: hij is verloofd met Ethel (de niet geheel
onaantrekkelijke Mischa Barton), de grote liefde van zijn leven, en
hij wil zeker zijn dat er voor haar gezorgd zal worden als er hem
iets overkomt. Daarom vraagt Teddy aan Cuck, die ook verliefd is op
Ethel, om met haar te trouwen mocht hij het niet halen (Ethel zelf
heeft in dit alles maar weinig inbreng en dient schijnbaar gewoon
haar leven te delen met degene die Teddy toevallig als de meest
bekwame beschouwt). De oorlog begint en het ondenkbare gebeurt:
Teddy crasht boven Belfast. Jaren later, in 1991, treffen we Ethel
opnieuw aan (ditmaal gespeeld door Shirley MacLaine, al even
indestructable als Attenborough zelf), een oude vrouw die
net een man heeft begraven die ze nooit graag heeft gezien, maar
waar ze altijd bij is gebleven uit loyaliteit aan een dode.

Het is moeilijk te zeggen wat mij het meest dwarszat aan
‘Closing the Ring’: de aanstootgevend eufemistische manier waarop
de oorlog in beeld wordt gebracht of de oneindige zondvloed aan
romantische clichés die op ons af worden gevuurd alsof ze iets te
betekenen hebben. De romance tussen Teddy en Ethel speelt zich
immers af op een niveau van hysterie waar ze bij de dokter vast
goede pilletjes tegen hebben: de frase I love you wordt
ongeveer 378 keer uitgesproken, meestal omringd door een kransje
geassorteerde gemeenplaatsen zoals daar zijn: “ik wil de rest van
mijn leven met je delen”, “ik ben niets zonder jou” of “jij bent
mijn hele wereld”. Alle dialogen tussen Teddy en Ethel zijn het
filmscript-equivalent van de teksten van een liedje van Dana
Winner. Die hyperzoete dialogen worden overigens aangevuld met een
paar situaties die de werkelijkheid al even vrolijk overstijgen. Zo
zien we Teddy letterlijk op z’n eentje een huis bouwen voor Ethel
(hij staat met het zweet zijns aanschijns fotogeniek parelend op
zijn voorhoofd in de houten constructie die hij schijnbaar die
ochtend even in elkaar heeft geflanst), krijgen we een lachwekkende
vechtscène tussen Teddy en Jack, en zijn de seksscènes zo onhandig
aangepakt dat ze bijna in een andere film lijken thuis te horen.
Hoewel je me over dat laatste niet hoort klagen: Mischa Barton mag
er wezen.

Anderzijds wordt de tijdssfeer van de jaren veertig tot leven
gebracht via een liefdevolle blik op de parafernalia uit die tijd.
De forties waren schijnbaar een periode waarin het, oorlog
of niet, goed toeven was. Alle scenes in dat tijdvak baden in een
wonderlijk gouden licht, de auto’s blinken, de jukeboxen flikkeren
met hun vrolijke neonlichten. De hele visuele stijl suggereert een
geïdealiseerde versie van die tijd, zelfs wanneer het verhaal z’n
meest dramatische wendingen meemaakt. Kijk alleen maar al eens naar
de manier waarop de personages er uitzien: Teddy is een blonde
Arische god met blauwe ogen, die eigenlijk nog niet zou hebben
misstaan aan de kant van de Duitsers, en ook de twee andere jongens
zijn uit marmer gebeitelde figuren, stoere mannen die voor king
and country
vechten. Hun vertolkingen daarentegen zijn
houterig en ondraaglijk oppervlakkig. Vooral Stephen Amell, die
Teddy speelt, raakt nooit verder dan met zijn beste
bronstig-heteroseksuele blik in de camera loeren en hopen dat er op
die manier wat oprechte emotie doorheen zal sijpelen. Niet dus.

In het heden zijn de acteurs alvast beter, met betrouwbare oude
rotten Shirley MacLaine en Christopher Plummer in de voornaamste
rollen, maar op dramatisch gebied loopt het daar al evenzeer mank.
Attenborough probeert een analogie op gang te krijgen tussen de
Tweede Wereldoorlog en de conflicten in Noord-Ierland (op de plaats
nabij Belfast waar het vliegtuig van Teddy is gecrasht, wordt in
1991 een ring van hem gevonden, en zo zijn we vertrokken voor een
zijverhaal rond de IRA). Maar die vergelijking komt nooit echt van
de grond. Het geweld van de Ieren wordt wel explicieter en
eerlijker in beeld gebracht dan dat van de sequenties in WO II, dat
moet je hem nageven. Maar het komt uiteindelijk maar weinig in de
film zoeken, en Attenborough slaagt er ook nooit in om heel die
nevenplot relevant te doen aanvoelen.

Over ‘Shadowlands’ heb ik ooit geschreven dat je kon merken dat
die film door een oudere man was gemaakt, omdat hij een rijpe
liefde toonde, los van de clichés over verliefdheid die Amerikaanse
films vaak bieden. Maar met ‘Closing the Ring’ heeft hij verdorie
precies dat gemaakt: een voorspelbare, ongeloofwaardige stroopfilm,
die niets met liefde te maken heeft, maar eens zoveel met de
oppervlakkigheden, met het uiterlijk vertoon ervan. Je kunt duizend
keer “ik hou van je” zeggen, maar dat zijn ook maar vier woorden
als een ander. Een publiek doen geloven dat ze iets betekenen, is
dan weer bijzonder moeilijk. Dat blijkt wel.

Met:
Shirley MacLaine, Christopher Plummer, Miscah Barton, Stephen Amell, Neve Campbell
Regie:
Richard Attenborough
Duur:
115 min.
2007
UK-USA
Scenario:
Peter Woodward

verwant

Only Murders in the Building – Season 2

Het heeft lang geduurd maar eindelijk wordt oud zijn...

Scream (5)

Na een paar onnodige sequels, parodieën (Scary Movie) en...

The Secret Life of Walter Mitty

Blij om te zien dat er toch iémand heeft...

Jurassic Park

1993 was een goed jaar voor Steven Spielberg. Op...

Irma la Douce

Jaja, zelfs een Billy Wilder bezwijkt soms eens onder...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in