In Brugge hebben ze er even op moeten wachten, maar het
onvermijdelijke optreden van Grizzly Bear zou dan toch een feit
worden. Ook deze keer dreigde het even fout te lopen toen een
gitaar het begaf, waardoor de New Yorkers later dan voorzien in ons
stukje Venetië arriveerden. Wij waren alvast benieuwd naar de band
met de groeiende live-reputatie, al leken er die zondagavond niet
veel mensen te zijn die ons enthousiasme deelden.
Het hoefde dan ook niet te verwonderen dat Danielle
Stech-Homsy voor een erg klein publiek mocht spelen.
Achteraf bleek dat een jammerlijke misser voor diegenen die het
overslaan van een voorprogramma bijna als een traditie beschouwen.
Het lieflijke gitaarspel en de aanvullende geluiden deden ineens
aan verschillende artiesten uit het freakfolkmilieu denken.
‘Everyone Is Someone’s’ zat vol speelsheid die we eerder van
CocoRosie
verwachten, gecombineerd met het handgeklap waarmee Feist aardig
wat geld wist te verdienen (‘Mushaboom’). Homsy bevindt zich ook in
het vaarwater van Vashti Bunyan omwille van haar teksten en
zangstijl.
De meeste nummers die Homsy kwam presenteren, bevinden zich ook op
haar nieuwe plaat ‘The Bride of Dynamite’, die onder de naam ‘Rio
en Medio’ verscheen. Ondanks al dat samenwerken met gelijkgestemde
artiesten en de propellor die Devendra Banhart heet, blijft dit
vooral een soloplaat, een indruk die ze in de Magdalenazaal
volledig bevestigde. We kregen een halfuurtje simpele schoonheid,
met hier en daar een komische noot. Zo werd ‘Stayin’ Alive’ van de
Bee-Gees in een van haar nummers geïntegreerd.
Na het einde van Homsy’s set lieten de vier kerels van
Grizzly Bear niet lang op zich wachten. Na een
korte soundcheck vlogen de Brooklynites er meteen in met
‘Easier’, speciaal voor het podium in een nieuw kleedje gestopt.
Deze live-versie ovetreft zowaar zijn grote broer op Yellow House; onze
avond was alvast goed begonnen. Onmiddellijk daarna volgde een zeer
solide versie van ‘Lullabye’, wat Chris Bear ook de eerste kans gaf
om ons omver te blazen met krachtig en precies drumwerk. Ook vocaal
zat het snor; vooral Ed Droste wist steeds weer te verbazen met
zijn engelachtige stem en een schijnbaar oneindig bereik. Het is
vooral Chris Taylor die de lead vocals op zich neemt, terwijl
Droste voor het sterke fundament zorgt bij de harmonieën.
Ondertussen werd er ook tijd gemaakt voor een huwelijksaanzoek van
de aanwezige Rough Trade-persoonlijkheid. Een menigte van wel
honderd man stond erbij en keek ernaar, en wij vroegen ons toch
stiekem af of je zoiets niet liever in Vorst Nationaal doet. Afijn,
de ijskap die zich voor het podium had gemanifesteerd begon enige
weekheid te vertonen, zeker toen Chris Taylor vol overtuiging de
mond wagenwijd opensperde om ‘The Knife’ tot een goed einde te
brengen. Toch bleef het publiek door dit alles heen aandachtig en
erg bedeesd, en eigenlijk was dat heus geen negatief gegeven.
Dan werd het stilaan tijd voor de slotceremonie, ingeleid door
enkele covers (‘Deep Blue Sea’, ‘He Hit Me (But It Felt Like a
Kiss’) en de herwerkte versie van ‘Colorado’. Vooral het
covermateriaal maakte een erg goeie indruk; als je een nummer van
een ’60s girl band als The Crystals overtuigend kan neerzetten, dan
kan dat gerust tellen. Er werd ook meteen duidelijk gemaakt dat er
geen bisnummers zouden volgen, wegens een gebrek aan extra
materiaal. Gelukkig had Grizzly Bear nog één krachtige combinatie
in huis; ze speelden achtereenvolgens ‘Fix It’ (uit ‘Horn of
Plenty’) en het ongelofelijke ‘On a Neck, On a Spit’ waarmee ze ons
nog maar eens wisten te vloeren.
Zo kwam een relatief korte avond tot een wervelend slot. Ook in
Brugge wist Grizzly Bear te overtuigen, al was de opkomst mager.
Zij die erbij waren, konden gerust van een geslaagd optreden
spreken. Het zal vast nog even duren voor we Grizzly Bear terug op
een Belgisch podium zien, maar we hebben in elk geval kunnen
constateren dat het groeiproces van deze muzikanten gestaag
vordert. U hoort nog van Grizzly Bear, dat staat zo goed als
vast.