Een paar weken geleden moesten we verstek laten gaan voor de
cd-voorstelling van Aan de arbeid van
Yevgueni. De groep speelde twee avonden voor een uitverkochte
ABClub, maar aangezien wij enkele maanden eerder kaartjes hadden
gekocht voor andere activiteiten (die ons dan ook nog allerminst
bevielen) zagen we die concerten aan onze neus voorbijgaan. Maar
niet getreurd! Een blik op de concertkalender leerde ons dat
Yevgueni een erg drukke lente en zomer tegemoet gaat, met héél veel
optredens om die schitterende tweede plaat te promoten. De
officiële aftrap voor die cd-toer werd gegeven in Het Depot in
Leuven. Net als de optredens in de ABClub, was ook dit concert al
een tijdje van tevoren uitverkocht. Yevgueni wordt niet alleen
steeds groter maar ook belangrijker, want behalve de talrijk
opgekomen fans (we hebben vergeefs gezocht naar ‘huismoeders die
graag naar SOS Piet kijken’) streek ook een televisieploeg van de
VRT neer op het Martelarenplein.
Alleen het allerbeste is goed genoeg voor de fans, en daarom hadden
de jongens van Yevgueni Het Zesde Metaal
uitgenodigd om de zaal ‘op te warmen’. Aangezien de gemiddelde
Yevgueni-fan een open geest heeft en authenticiteit verkiest boven
platte commercie en vals sentiment, was dat een schot in de roos.
Het optreden van Het Zesde Metaal werd niet alleen één van de beste
voorprogramma’s die we de afgelopen twintig jaar zagen, het valt
zondermeer te catalogeren onder die ‘zeldzame momenten waarop alles
plots op zijn plaats lijkt te vallen’. Spilfiguur van de groep is
zanger, pianist en gitarist Wannes Cappelle, een songschrijver die
vakmanschap koppelt aan een onweerstaanbare charme. Het Zesde
Metaal maakt naar eigen zeggen onverwoestbare, West-Vlaamse Überpop
die wij als Antwerpenaar met Brabantse roots dan ook – niet
onlogisch – ergens situeerden tussen Flip Kowlier en Willem
Vermandere. Dat we niet altijd alles verstonden was echter geen
ramp, want Cappelle (wiens bindteksten bijna miniconferences waren)
durfde al wel eens een nummer stil te leggen om een woordje te
‘vertalen’.
Maar ook wanneer we abstractie maakten van de teksten hoorden we
donderdag acht bloedmooie nummers waarin zowel pop, folk, chanson
en kleinkunst klonk. Het Zesde Metaal bracht het publiek aan het
lachen, maar wist even vaak te ontroeren met songs als ‘Simpel’,
‘Arrie’, ‘Akkattemets’ en ‘Cowboy en Indiaan’, samen met ”k Haat u
nie’ onze hoogtepunten van dit optreden. De combinatie van alles –
de muziek, de teksten, de sfeerschepping, de straffe muzikanten en
de présence van Cappelle – maakte dat het publiek van bij het begin
van de set mee was. En wat aanvankelijk nog sympathie was voor dat
leuke stel West-Vlamingen, sloeg al snel om in oprechte liefde. Of
zoals Cappelle zelf zong in ‘Keuning van de jacht’: ‘k è nie
geskoten, maar ‘k è u geraakt’.
De lat lag meteen erg hoog voor Yevgueni. De groep
blaakt op dit moment echter van zelfvertrouwen, en bewees
moeiteloos te kunnen omgaan met druk door uit te pakken met een
tweede plaat die nóg beter is dan het uitstekende debuut. Volgens
frontman Klaas Delrue had het vijftal ook nog nooit zo uitgekeken
naar een concert en dat was er donderdag echt aan te zien. Op het
podium stond een gretige band, die perfect ingespeeld was en van
het ene hoogtepunt naar het andere zeilde. Bovendien kregen de fans
waar voor hun geld: het concert duurde goed anderhalf uur en telde
(de herneming van ‘Manzijn’ tijdens de bissen niet meegeteld)
achttien nummers.
Het oorspronkelijke trio Klaas Delrue (zang, gitaar, harmonica),
Maarten Van Mieghem (bas) en Geert Noppe (toetsen, piano) werd
intussen uitgebreid met drummer en percussionist Stef Vanstraelen
en gitarist Patrick Steenaerts. De groep deed daar al haar voordeel
mee op de tweede plaat, maar ook live komt tot uiting dat het mede
door deze nieuwe bezetting is dat Yevgueni vandaag nog een paar
stappen verder staat dan ten tijde van Kannibaal. De songs
van ‘Aan de arbeid’ werden loepzuiver neergezet, maar ook de
nummers van de eerste plaat werden geüpdatet naar 2007, hebben
intussen meer body gekweekt en liepen zeker niet verloren
tussen het nieuwe werk.
‘Dit is een onderonsje, laat jullie maar eens goed gaan!’ zei
Delrue bij het begin van het concert. Deze oproep viel niet in
dovemansoren, want heel wat nummers werden van a tot z meegezongen.
Het eerste deel van de set was eerder luchtig. Yevgueni begon met
de titeltrack van ‘Aan de arbeid’, waarna meteen de single
‘Manzijn’ volgde. Erg vroeg, met andere woorden, maar het was
duidelijk niet de bedoeling dat Yevgueni een heel optreden zou
toewerken naar een Climax met de Hits. De groep had vooral een erg
evenwichtige set voor ogen, waarbij vooral de vorm en de inhoud van
de liedjes telden en niet de bekendheid bij het grote publiek. Dat
er bij het samenstellen van zo’n setlist keuzes moeten gemaakt
worden, waardoor enkele knappe nummers niét aan bod kwamen (in dit
geval ‘In deze stad’, ‘Overal schoonheid’ en ‘Alsof er niets
gebeurde’), namen we er voor lief bij.
Yevgueni wist niet alleen de hele avond te boeien, de groep
musiceerde een heel optreden lang op hoog niveau. Na ‘Robbie II’,
‘Sara’, ‘Tita Tovenaar’ en gouwe ouwe ‘Oud en versleten’ volgde er
een eerste rustpunt met twee ernstigere nummers, ‘Honger’ en
‘Marcel’. Hierna scheurde het wolkendek weer open en scheen de zon
volop in ‘Als ze lacht’ en ‘Morgen komt ze thuis’. Tien nummers
hadden we op dat moment te horen gekregen. Veel artiesten zouden
denken dat ze op dat moment hun plichten hebben volbracht, Yevgueni
zat dan nog maar net over de helft. ‘Vergif’ en ‘Gezellig’, twee
meer ingetogen nummers, vormden de ideale springplank naar
(meezingmomenten) ‘Eenzaam met jou’ en ‘Kannibaal’; helemaal aan
het einde zaten het gedreven ‘Verloren zoon’ en het van Bonnie ‘Prince’ Billy
geleende ‘Zo donker’. En natuurlijk keerde Yevgueni nog terug:
eerst voor ‘Robbie’ en ‘Mama ik wil papa’, daarna nog een keer voor
een herneming van ‘Manzijn’.
Het was bijna elf uur toen deze mooie avond in Het Depot erop zat.
We kregen een voorprogramma dat een méér dan aangename verrassing
was, én een hoofdact die de criticasters die hen lange tijd afdeden
als een ‘studentikoos curiosum’ lik op stuk gaf. Dat stadium is
Yevgueni immers allang ontgroeid, anno 2007 behoort de groep tot
het leukste en het beste wat ons gewestje heeft te bieden.