The King




Als een latino acteur de grote oversteek waagt naar een
Engelstalige productie, betekent dit vaak een stap achteruit. Voor
de portemonnee is het waarschijnlijk wel beter, maar Spaanstalig
acteertalent wordt toch nog vaak getypecast als latino lover of als
Maria, het arm boerenmeisje. Of ze verschijnen op z’n minst met een
tequila of taco in de hand en praten met een behaard accent. Dit
geldt niet voor Gael García Bernal. Bernal heeft verdacht weinig
fouten op zijn palmares staan en mag in de film ‘The King’ van
James Marsh gewoon proper Engels spreken.

Bernal speelt in de film de rol van Elvis. Ik hoor het u al denken:
op Ché Guevara leek Bernal misschien sprekend, maar op Elvis
Presley? Nee, Gael heet in ‘The King’ wel Elvis, maar dat blijkt
niet meer te zijn dan een inside joke van de regisseur die eerder
de docu ‘The Burger and the King’ maakte over het eetgedrag van
Presley. De titel ‘The King’ heeft eerder een religieuze connotatie
en gaat wat mij betreft over het spreekwoordelijke ‘koning te rijk’
worden.

Elvis is de zoon van een prostituée en één van haar klanten en mag
na drie jaar marinedienst het leger verlaten. Nu zijn moeder
overleden is, gaat hij op zoek naar zijn biologische vader, David
Sandow (William Hurt), in het oerchristelijke stadje Corpus
Christi. Die blijkt zijn oude ‘zondige’ leven al lang de rug
toegekeerd te hebben. Hij heeft de
huisje-boompje-tuintje-levensstijl aangenomen, is gelukkig getrouwd
met Twyla (miss Laura ‘Mulholland Drive’ Harring) en heeft een
voorbeeldige zoon en dochter. Als baptistisch predikant wijst hij
mensen de weg naar God en is hij de rots in de branding van de
kleine conservatieve gemeenschap van Corpus Christi. Wanneer Elvis
zijn leven komt binnenwandelen, wordt David hard geconfronteerd met
zijn verleden. Elvis past niet in zijn perfecte plaatje en hij
stuurt hem weg. Maar die laat zich niet zomaar afschepen. De
rustige, zwijgzame Elvis heeft zo zijn eigen plannetje om zich in
het gezin te wurmen. Hij blijft in de buurt, huurt ergens een kamer
en neemt een job aan als pizzaboy. David heeft zijn kinderen
verboden om met Elvis om te gaan, maar natuurlijk maakt dat hem
alleen aantrekkelijker voor tienerdochter Malerie (actrice met de
prachtige voornaam Pell), die in de ban van Elvis raakt en met hem
een geheime relatie start. Inderdaad: hij papt aan met zijn
halfzus.

Opposites attract, zeggen ze, want Elvis is geen doetje: hij
rookt, drinkt en vloekt en is geheel anders dan Davids zoon Paul
(Paul Dano, die hopelijk bij u geen belletje doet rinkelen als
Klitz, één van de vele nerds uit ‘The
girl next door’
). Paul is zeer gelovig en wil zijn vader maar
al te graag opvolgen. Tijdens de kerkdienst zingt hij rockliedjes
ter ere van God (in de trant van ‘my arms and legs belong to
Jesus’
) en de tiener werkt aan een scriptie over de ware
schepping van de wereld. Met enkele mede-nerds voert hij actie om
naast de wetenschappelijke ontstaansgeschiedenis volgens Darwin ook
de bijbelse theorie van intelligent design in het onderwijspakket
op te nemen. Iets als the truth is out there voor
gevorderden. Met T-shirts met de boodschap ‘We want the
facts’
staan ze in kringetjes weesgegroetjes te prevelen.
Wanneer Paul na een ruzie met zijn vader verdwijnt (hij zingt een
liedje in de kerk, waar niet het woord Jezus of God in komt,
foei!), ziet Elvis zijn kans. En meer kan ik eigenlijk niet zeggen
zonder de plot weg te geven.

‘The King’ is zo’n film waarbij vorm en inhoud duidelijk met elkaar
vloeken. Als een vrouw gevangen in een mannenlichaam zo zit deze
thriller ook in een verkeerd lijf. Het vaste keurslijf van een
thriller geeft aan wanneer je bang moet wezen (het stemmetje in je
hoofd zegt op bevel: nú gaat er iets gebeuren, ik voel het) door
spanningsverhoging, het nodige gekrijs, het spelen met de
verwachtingen van de kijker en meestal donker nerveus camerawerk.
Bij ‘The King’ heerst er steeds een vreemde positieve sfeer, onder
meer door het gebrek aan bovenvermelde cliché-elementen, maar ook
door de vrolijke lichte synthesizer/xylofoon/whatever soundtrack
van Max Avery Lichtenstein van Timesbold, die alles een
romantisch-drama-tint meegeeft. Bovendien is het camerawerk net
opgevat als een spelletje (veel gebruik van (achteruikijk)spiegels,
effect van de zon, etc) en is er slechts op het einde, wanneer de
camera door alle kamers van het huis zwengelt om tot de crime
scene
te komen, van een zekere spanningsopbouw sprake.

Elvis doet stoute dingen (dat had u hopelijk al zien aankomen,
anders bij deze), hij is een soort van wraakengel, maar hij zegt
weinig, geeft geen uitleg over wat hij denkt of voelt, waardoor we
zijn volgende daden ook moeilijk kunnen voorspellen. Hij ziet er
onschuldig uit, enkel zijn ogen verraden waartoe hij in staat is.
Bernal is perfect gecast. Immer in maagdelijk witte T-shirt of
‘Forrest Gump’-hemdje incarneert hij een intrigerende jongeman, die
onschuld uitstraalt, maar er niet naar handelt. Geef toe, wie
gelooft dat el chico guapo ook maar één slecht botje in zijn lijf
heeft? Pure evil has never looked so good, ik kan de makers
geen ongelijk geven! (Ik zou nog met hem meegaan moest hij mij met
een revolver bedreigen, maar dit terzijde.)

De afstandelijke registratie van de gebeurtenissen zonder enige
commentaar of verklaring heeft alleszins effect op de emotionele
betrokkenheid van de kijker: die wordt geen mening over de
gebeurtenissen opgedrongen. De manier van vertellen maakt de
gebeurtenissen draaglijker, maar ook moeilijker om te begrijpen. Er
ontstaat een afstand met het verhaal, je weet niet wat je moet
denken van Elvis. Niets verraadt waarom hij zo handelt en wat nu
zijn eigenlijke plan is. En het open einde laat ook in het
ongewisse of zijn opzet nu ook echt geslaagd is. Het is aan de
kijker om motieven te bedenken… Waarom begint iemand iets met
zijn halfzus? Heeft hij alles netjes gepland of zijn zijn daden
eerder spontane opwellingen?

Leuk om te zien dat een film geen psychologische analyse van een
personage nodig heeft om te kunnen boeien. Een absolute must is de
film niet. Maar ik kan al niet wachten op Bernals volgende project:
hij zal binnenkort te zien zijn in twee films van Michel Gondry, de
maker van ‘Eternal Sunshine of the
Spotless Mind’
. Thank you lord!

Met:
Gael García Bernal, William Hurt, Pell James, Paul Dano, Laura Harring
Regie:
James Marsh
Duur:
105 min.
2005
UK-USA
Scenario:
Milo Addica & James Marsh

verwant

The Batman

Naarmate de ietwat geplaagde productie van Matt Reeves’ The...

Wasp Network

Nadat Olivier Assayas halverwege de jaren 2010 twee films...

The Kindergarten Teacher

The Kindergarten Teacher van Sara Colangelo reconstrueert scène...

Coco

De laatste jaren leken de animatiemagiërs van Pixar stuurloos....

Youth

Er is een moment in David Lynch's The Straight...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in