Jonge tekenaars die humoristische strips willen maken, het moeten tegenwoordig bijzonder moedige mensen zijn. Sinds een tiental jaar verschijnt immers Dirkjan, een gagreeks die alle kwaliteiten van een humorstrip in zich draagt. Het nieuwste album vormt daarvan opnieuw het beste bewijs.
Dirkjan is een fenomeen. Nooit eerder vermengde een Nederlandstalige strip zo feilloos absurditeiten, verrassingen en de droogste humor. Elke strook opnieuw tart Dirkjan de wetten van de goede smaak en de logica. Hoofdfiguur Dirkjan is nog steeds de ultieme nerd die samen met boezemvriend Bert een huis deelt. Beide figuren kunnen echter evengoed in een nachtclub werken en samen met de collega’s dan weer op een onbewoond eiland terechtkomen. Aan het einde van het album vermengt Retera zelfs zijn eigen figuren met die van Star Trek, zoals steeds met lachkrampen als gevolg.
De creatieve uitzinnigheden maken Dirkjan echter niet tot de unieke strip die hij toch wel is. Daarvoor zorgt de piekfijne timing van de auteur. Elke grap is perfect verteld, zodat die telkens met de ideale pointe wordt afgesloten. De timing is dan ook Retera’s grootste talent.
Tekentechnisch staat Retera opnieuw op niveau in dit deel, nadat hij in deel zeven wat leek te slabakken en de grappen leden onder het haastwerk. De slungelige figuren lijken meer dan ooit weggelopen uit een boek van Gary Larson (The Far Side) en dan vooral door hun lichaamstaal. Retera verstaat de kunst om het maximum uit zijn personages te halen door hen in de meest onverwachte omstandigheden te gooien en hen daarop te laten reageren op hun karakteristieke manier.
In Nederland is Dirkjan één van de commerciële toppers geworden, Vlaanderen blijft voorlopig nog even achter, alhoewel het internet een grote verspreiding van de grappen lijkt te bevorderen. In elk geval blijft Dirkjan ook in deel acht een sublieme humorstrip en verplichte kost voor wie zijn strips graag al lachend leest.