The Killing

‘The Killing’ was één van de vroegste films van Stanley Kubrick (zijn derde om precies te zijn, na het thans onvindbare ‘Fear and Desire’ en het nogal mislukte ‘Killer’s Kiss’). De Kubrick die we kennen uit de latere periode, de man die ons ‘2001’ en ‘A Clockwork Orange’ gaf, zat dan nog wel verscholen onder de vereisten van de grote Amerikaanse studio die produceerde en onder zijn eigen gebrek aan ervaring, maar hij was er wel degelijk. Dit was zijn eerste échte film, een fantastisch misdaaddrama met koele criminelen, een nauwgezet uitgekiend plan en een femme fatale er gratis bovenop.

Johnny Clay, gespeeld door Sterling Hayden, is nog maar net uit de gevangenis ontslagen, wanneer hij alweer een nieuw plan beraamt – hij wil een racebaan overvallen, met de hulp van een corrupte politie-agent en enkele werknemers van de baan zelf. Het plan is tot in de kleinste details voorbereid, en in principe kan er niets misgaan. Tot één van de samenzweerders, de sullige George Peaty (Elisha Cook Jr.), zijn mond niet kan houden tegen z’n bedrieglijke, harteloze vrouw Sherry (Marie Windsor). Zij licht haar minnaar in over het plan, en wat de perfecte misdaad had moeten worden, wordt plots een bloedbad.

Kubrick toonde zich in zijn eerste belangrijke film een meester van het medium. Inhoudelijk valt hier weliswaar weinig meer te rapen dan “enkel” een uitstekend geconstrueerde film noir (in tegenstelling tot de vaak extreem complexe thematische puzzels die hij later in elkaar zou steken), maar de manier waarop hij zijn verhaal vertelde, zou filmmakers blijven beïnvloeden tot op de dag van vandaag.

De regisseur, die samen met hard boiled misdaadauteur Jim Thompson aan het scenario werkte, weet hier een wereld op te roepen die wel een summatie lijkt van alle typische kenmerken die we associeren met de film noir. Neem bijvoorbeeld de personages – hier zijn geen helden terug te vinden, enkel verschillende nuances in boosdoeners, aangevuld met een paar vrijwel weerloze slachtoffers. George is zo’n slachtoffer: hij is wellicht het de meest memorabele figuur in de film, die met grote hondenogen voor zich uit kijkt, en zich enkel tot misdaad laat verleiden in een poging de liefde te winnen van een vrouw die niets om hem geeft, die hem al lang heeft opgegeven als een hopeloos geval. Elisha Cook Jr zou dergelijke personages nog vaak spelen in z’n lange carrière (net iets té vaak, eigenlijk), maar hier liet hij de wereld voor het eerst kennismaken met z’n typische, teneergeslagen blik en z’n zachte stem, alsof hij zich continu wil verontschuldigen voor het feit dat hij iets te zeggen heeft.

Voor het overige bevinden we ons in een wereld van harde jongens, die zich uitdrukken in snedige dialogen (Johnny tegen Sherry: “Je hebt een groot dollarteken waar de meeste vrouwen een hart hebben zitten.”) En ook de fotografie draagt bij aan die sfeer – donkere ruimtes, waarin we de samenzweerders aan een tafel in een rokerig kamertje zien zitten, en een eenvoudige, maar enorm strakke visuele stijl. Kijk voor dat laatste eens goed naar een vroege scène, waarin we Johnny door de verschillende kamers van een flat zien wandelen, terwijl de camera hem volgt, schijnbaar door de muren heen. Dat shot ziet er niet pocherig uit, en naar huidige standaards is er misschien weinig reden om ‘m op te merken, maar voor die tijd was dat een vernieuwende manier van filmen – iemand door verschillende kamers volgen zonder te cutten werd zelden of nooit gedaan. Maar Kubrick weet dat soort van effecten te gebruiken om spanning te creëren, om een spaarzame stijl op te bouwen waarin geen cut teveel zit. In tegenstelling tot zijn latere films, waarin Kubrick rustig z’n tijd nam om z’n films te laten ontwikkelen, zit er geen enkele scène in ‘The Killing’ die niet onmisbaar is. Het is wellicht één van de meest spaarzame, economische films ooit.

Dé reden waarom ‘The Killing’ nog steeds gekend is, is de structuur ervan. Kubrick springt van het ene personage naar het andere, last flash-backs en flash-forwards in, of toont achtereenvolgens twee scènes die zich eigenlijk tegelijk afspelen. Een vertelstem moet ons oriënteren binnen die verhakkelde tijdslijn, en het is eigenlijk die commentaar die tegenwoordig het meest gedateerd aanvoelt. Een luide, plechtstatige stem ratelt de nodige informatie af op een manier die sterk doet denken aan die nieuwslezers uit oude filmpjes. Dat soort van verouderde technieken hoorden nu eenmaal bij de tijd waarin de film gemaakt werd, maar het verhindert niet dat ‘The Killing’ een grote inspiratiebron vormde voor hedendaagse filmmakers, waaronder Quentin Tarantino, die zich voor ‘Reservoir Dogs’ bij momenten behoorlijk liet leiden door Kubricks voorbeeld.

Apart gezien van het gewicht dat Kubricks latere reputatie toevoegt aan de waardering van ‘The Killing’, is en blijft dit een bij momenten ongemeen spannende thriller, die er nog steeds in slaagt om elk publiek dat hem voor de eerste keer ziet, op het puntje van z’n stoel te doen zitten. Let bijvoorbeeld op de scène waarin Timothy Carey probeert een paard neer te schieten. Niemand met een beetje gevoel in z’n lijf zit op dat moment niet op z’n nagels te bijten.

Wie wel parallellen wil trekken met Kubricks latere werk, kan dat natuurlijk doen. Het fatalistische gevoel dat veel van zijn volgende films zou informeren, valt hier immers al duidelijk terug te vinden in de notie dat het lot onontkoombaar is. Zelfs de beste plannen die een mens kan maken, zijn enkel overgeleverd aan de grillen van de goden of het toeval. En, voor Kubrickfanaten zoals ikzelf, zijn er verschillende links te leggen met vormelijke technieken die de regisseur zou blijven gebruiken. De vertelstem zou een geliefde truc van hem blijven om informatie over te brengen, evenals lange, al dan niet eenvoudige shots om een acteerprestatie de kans te geven om zich volledig te ontplooien tijdens een scène. Een sleutelmoment speelt zich af in een schaakclub, en het mag bekend zijn dat Kubrick zelf een fervent schaker was die het spel ook regelmatig gebruikte als metafoor voor de inhoud van zijn films.

Zo vallen er nog heel wat zaken te rapen voor de echte freaks, maar ook wie bedenkelijk kijkt bij het horen van de naam ‘Barry Lyndon’, en die nét nooit tijd of zin heeft gehad om ‘The Shining’ uit de videotheek te gaan halen, mag gerust gaan kijken. Want al komt de leeftijd er hier en daar door stralen, deze misdaadfilm staat nog steeds overeind als een monument van clevere verhaalstructuur en strakke plotting. Kubrick is dood! Lang leve Kubrick!

Met:
Sterling Hayden, Vince Edwards, Elisha Cook Jr., Marie Windsor, Ted de Corsia, Coleen Gray, Timothy Carey
Regie:
Stanley Kubrick
Duur:
82 min.
1956
USA
Scenario:
Stanley Kubrick, Jim Thompson

verwant

Blog: Il Cinema Ritrovato 2023

Van 24 juni tot en met 2 juli vindt...

Doctor Sleep

Doctor Sleep roept veel vragen op. Was een sequel...

Vijf Films om te zien voor je sterft (2): Brecht Capiau

Aan de filmredactie van Enola werd gevraagd elk vijf...

Stanley Kubrick, Photographer

Kubricks kwantitatief eerder beperkte (tussen zijn eerste meesterwerk Paths...

Stanley Kubrick (1928-1999)

Het idee van Jack Kubrick om zoon Stanley voor...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in