MC’s die een grote bek opzetten zijn er genoeg. Maar MC’s waarbij
er ook iets zinnigs uit die grote bek komt, die zijn eerder dun
gezaaid. Tenzij je “I’ll take you to the candy shop, I’ll let you
lick the lollypop” van veel diepgang vindt getuigen, natuurlijk.
Wij in elk geval niet. Geef ons dan maar Sage Francis, één van die
weinige MC’s die een felle muil combineren met een betekenisvolle
boodschap. Geen arrogante, seksistische, stompzinnige of ronduit
idiote teksten bij Francis. Wel rhymes over innerlijke
beslommeringen en controversiële politieke en maatschappelijke
kwesties. Als een volleerd prediker spuwt Sage zijn mening in
onheilspellend prikkelende bewoordingen en kijkt daarbij niet op
een veeg uit de pan meer of minder. Dat dit hem niet altijd in dank
afgenomen wordt, blijkt duidelijk uit de kritiek aan zijn adres die
her en der te lezen valt. ‘Verwaand’, ‘zelfingenomen’, ‘poseur’,
‘hoogdravend’, het is slechts een greep uit de verwijten die
Francis door sommige collega’s en recensenten tegenwoordig naar het
hoofd geslingerd krijgt. Een schril contrast met de complimentjes
die hij ten tijde van voorganger ‘Personal Journals’ oogstte. Al
vinden we de titel “The thinking man’s Eminem” toch een
bedenkelijk compliment. Wie wil weten wat Sage er zelf van vond
moet er maar eens de teksten van ‘Hope’, het Non-Prophets album dat
hij samen met kompaan Joe Beats uitbracht, op nalezen.
Gelukkig trekt de eigenzinnige Francis zich geen reet aan van
kritiek, want ook op zijn jongste album, ‘A Healthy Distrust’,
neemt de blanke MC uit Rhode Island geen blad voor de mond.
Homofobe commerciële rappers en hun obsessies voor vuurwapens en
geweld worden flink op de korrel genomen in ‘Gunz Yo’. “Straight
to the grill like a homophobic rapper, unaware of the graphic
nature of phallic symbols. Tragically ironic, sucking off each
other’s gats and pistols“. En ook in het aanstekelijke ‘Dance
Monkey’ krijgen de inhalige, met rijkdom dwepende mainstream
rappers er flink van langs. Francis richt zijn pijlen ook op het
neo-conservatieve beleid in de VS. Zo trekt hij in opener ‘The Buzz
Kill’ fel van leer tegen het opgeklopte onveiligheidsgevoel met
ironische, sloganeske stemsamples zoals “the future of America
is secure“. In één moeite door hekelt hij ook de mentaliteit
rond underground-muziek in zijn land: “Radiosuckers never play
this, scared shitless of dismissing Clear Channel playlists.”
Vooral in ‘Slow Down Ghandi’ schuwt Sage de kritiek op een aantal
heikele thema’s uit de Amerikaanse samenleving niet. Het holle,
politieke two-party system dat gelobby van drukkingsgroepen
toelaat, de groeiende kloof tussen arm en rijk en uiteraard ook de
zinloze buitenlandse oorlogen onder George Bush, het passeert
allemaal de revue. Het is het soort modern protestlied dat Eminem
in gedachten had toen hij ons met dat pathetisch gedrocht ‘Like Toy
Soldiers’ opzadelde.
Sages politieke statements bevatten niet meteen iets nieuws. Het is
dan ook vooral de abstracte uitwerking ervan, die onze bewondering
wekt. Francis verstaat de kunst om de dingen op een intelligente,
indirecte manier te verwoorden zonder daarbij rond de pot te
draaien. Hij gebruikt graag beeldspraak en zijn teksten zijn
daardoor vaak behoorlijk cryptisch, maar gelukkig weet hij dat af
te wisselen met rake oneliners. Voeg daar nog een flinke dosis
ironie en bijtende humor aan toe en je hebt ijzersterke lyrics in
elk nummer. Het heerlijke ‘Sun Vs Moon’, waarin hij de rigide
katholieke geloofsovertuigingen in vraag stelt, is in dat opzicht
exemplarisch. Sage laat God en de Duivel als de zon en de maan een
DJ-battle uitvechten en geeft daar dan commentaar op. Maar ook de
straffe uitspraken tussendoor ontbreken niet: “God’s not a
woman. He’s a big white guy in the sky. And the deserts are
reflections of his eyes. He doesn’t cry for us. But when he
does…it’s because he’s drunk.” Alstublieft! Ook in de
gevoeliger nummers, waarin Sage Francis ons een blik gunt op zijn
innerlijke beslommeringen, merken we hetzelfde stramien. Wat dacht
je van “There ain’t no magic in the breakdown, baby” als dé
oneliner in ‘Escape Artist’.
Niet alleen de rhymes op ‘A Healthy Distrust’ zijn van hoogstaande
kwaliteit, ook muzikaal komt Sage goed uit de verf. De gekozen
samples zijn eigenzinnig, de hiphopbeats lekker vet en her en der
wordt gestoeid met akoestische gitaren en bevreemdende elektronica.
Voor de productie kreeg de man uit Rhode Island dan ook de hulp van
een pak gerenommeerde underground producers waaronder Danger Mouse,
Alias, Joey Beats, Reanimator en Sixtoo. Het zorgt voor
gevarieerde, frisse nummers met elk een eigen sfeer die erg goed
aansluit bij de inhoud. Zo zijn we helemaal verknocht aan de
fantastische single ‘Sea Lion’, waarop niemand minder dan Will
Oldham voor een heel aparte kruisbestuiving zorgt. Maar hier en
daar bemerken we ook wel een schoonheidsfoutje. Zo werkt het
bevreemdende zen-sfeertje in ‘Product Placement’ niet echt voor ons
en vinden we afsluiter ‘Jah didn’t kill Johnny (Cash)’ zelfs een
compleet overbodige gimmick.
Veel spectaculaire veranderingen heeft Sage Francis’ overstap naar
het punklabel Epitaph niet opgeleverd. De blanke MC heeft op ‘A
Healthy Distrust’ (What’s in a name) zoals steeds weinig vertrouwen
in de gevestigde orde. Hij heeft bovendien nog meer dan op
voorganger ‘Personal Journals’ heel wat appeltjes te schillen met
de wereld om hem heen. En dat zorgt voor een controversieel,
militant en politiek beladen hiphopalbum. Sage klinkt evenwel
catchier en overtuigender dan ooit en bevestigd dat hij één van de
meest talentvolle en innovatieve MC’s van het moment is. Niet
aarzelen dus om deze ijzersterke ‘A Healthy Distrust’ in huis te
halen.