Enkele jaren geleden maakte Darren Aronofsky zijn
langspeelfilmdebuut met ‘Pi’, een vreemde thriller, gedraaid voor
minder dan geen geld, in zwart-wit en zonder gekende acteurs. De
film werd een hit in het arthouse-circuit, en voor zijn volgende
project kreeg hij net iets meer middelen om zijn ding te doen. Het
resultaat werd ‘Requiem For A Dream’, één van de meest
indrukwekkende films over verslavingen en drugs die ooit uit
Amerika is gekomen.
Aronofky baseerde zich op het boek van Hubert Selby, Jr, die ook
‘Last Exit To Brooklyn’ schreef. De plot draait rond Sarah
Goldfarb, een eenzame huisvrouw die haar depressies te lijf gaat
met zoetigheden en de dromen die haar continu verkocht worden via
haar televisie. Wanneer Sarah een al dan niet ingebeeld telefoontje
krijgt dat ze is uitgekozen om als gast op haar lievelingsprogramma
te verschijnen, besluit ze een dieet te gaan volgen, zodat ze weer
in haar enige mooie jurk zou passen. Een door weinig scrupules
gehinderde arts schrijft haar pillen voor, die na een tijdje zeer
vreemde uitwerkingen gaan hebben.
Haar zoon Harry, schitterend gespeeld door Jared Leto, is een
junkie die denkt het allemaal wel aan te kunnen. Met de regelmaat
van een klok komt hij de tv van zijn moeder halen om te verpatsen
aan een pandjeshuis, waarna Sarah hem routinematig daar weer gaat
halen. Wanneer er een drugsschaarste heerst in de stad, ziet Harry
zich genoodzaakt noodmaatregelen te treffen, waarbij hij zijn
vriendin Marion (Jennifer Connelly) mee in de afgrond sleurt.
Selby’s boeken zijn een triomf van subjectieve literatuur, in
die zin dat alles wat we lezen zich afspeelt tussen de oren van de
personages. Hun gedachten worden vaak letterlijk weergegeven, en we
weten enkel wat zij weten over de plot waarin we betrokken zijn.
Aronofsky heeft geprobeerd om die stijl een filmisch equivalent te
geven – alles is subjectief, afhankelijk van het personage dat we
volgen. Voor de film vertaalt zich dat in het gebruik van
technieken als split-screen, een aan de acteurs zelf vastgebonden
camera die hen volgt tijdens erg emotionele momenten, en
parallelmontage waarbij we de gedachte of dromen van de karakters
zien, voordat we terugkeren naar de werkelijkheid. Aronofsky neemt
de nodige vrijheden met de roman, maar de sfeer ervan werd
duidelijk bewaard. Misschien de belangrijkste vernieuwing, of in
ieder geval de meest opvallende, is de manier waarop hij de
effecten van de drugs op het zenuwstelsel van de personages wist
uit te beelden: korte montages waarin we de drugs zien oplossen in
een lepel, de naald in de arm zien gaan en de pupillen zich zien
verwijden. Die montages zijn een uitgebreide versie van wat we al
konden zien in ‘Pi’, waarin Aronofsky iets gelijkaardigs deed,
telkens de hoofdfiguur van de film een pil nam.
Met ‘Requiem For A Dream’ wil de regisseur een krachtig
statement maken tegen alle vormen van verslaving, of dat nu harde
drugs zijn, voedsel, tv, koffie of wat dan ook. Zoals Aronofsky
zelf ooit gezegd heeft, zijn verslavingen een onvervangbaar
onderdeel van onze identiteit als mensen – we zijn vanaf onze
eerste tot onze laatste dag op zoek naar middelen om aan de
werkelijkheid te ontsnappen, en wat we daarvoor gebruiken, is in
feite minder belangrijk. We zijn allemaal verslaafd aan iets, of
het nu drugs is of (om maar iets te zeggen) films (ik beken!).
Hoewel bepaalde verslavingen uiteraard destructiever zijn dan
andere. In ‘Requiem For A Dream’ zien we vier à vijf personages
zich volledig overgeven aan hun verslavingen, tot ze hen gaan
overnemen. Hun afhankelijkheid van wat het dan ook is dat hun
realiteit draaglijker maakt, wordt net een groot, rottend zwart gat
dat ze, willen of niet, moeten blijven voeden.
Aronofsky maakt hier gebruik van wat vaak “mtv-montage” wordt
genoemd, maar in dit geval zit er wel degelijk een duidelijke
artistieke visie achter de snelle cuts en de vele visuele trucs die
er gebruikt worden. Wie goed naar de film kijkt, zal zien dat de
regisseur zelden of nooit zijn camera van zijn personages afhaalt,
en dat elke camerabeweging of beeldovergang, hoe extravagant dan
ook, een rechtstreekse invloed heeft op de sfeer en inhoud van de
film. Dat geldt vooral voor de laatste vijftien minuten, die
behoorlijk choquerend zijn, maar absoluut gerechtvaardigd binnen de
film. Het requiem is ten einde, de personages hebben het punt van
hun mentale, indien niet fysieke dood bereikt, en de film bereikt
een hoogtepunt in een haast monsterlijke uitbarsting van al dan
niet seksueel geweld. Deze laatste sequens bevat een manische
energie en is aanvankelijk moeilijk om te bekijken, maar ze is
nodig.
Voeg daar nog goeie acteerprestaties bij, met de definitieve
come-back van Ellen Burstyn én een doorbraakrol voor de mooie
Jennifer Connelly, die er naar het einde van de film steeds
slechter uit gaat zien. En de ondertussen beroemd geworden muziek
van het Kronos Quartet, die op zichzelf al voldoende zou zijn om u
kippenvel te bezorgen. In combinatie met de film, mogen we hier
gerust spreken van één van de meest geslaagde soundtrack van de
laatste jaren.
‘Requiem For A Dream’ is een deprimerende film, over mensen met
een droom (op tv komen, die grote slag slaan waardoor je voor de
rest van je leven binnenbent), die langzaam maar zeker voor hun
ogen ontrafelt. Naarmate het verhaal zich voortbeweegt van zomer
naar kille winter, wordt het onweer in de ziel van de personages
erger, wordt de kans kleiner dat ze ooit nog iets van geluk zullen
beleven, behalve in hun dromen.
Aronofsky profileert zich met deze film als één van de meest
vitale jonge filmmakers in de industrie, en het is nu wachten wat
zijn volgende project zal worden (niet geheel geruststellend, doen
er geruchten de ronde over een volgende Batman-film). ‘Requiem’ is
zijn bescheiden meesterwerk.