Jules Deelder in vijf levenslessen

Enkele woorden vooraf: autokerkhof, wijsgeer, banaan.

Op 19 december 2019 nam Jules Deelder de lift naar de Opiumkit van de Hemelse Vrede. Eerder dit jaar, in de finale van de zomer, nam ik een Rottertram van West naar Centraal. De route werd door werken omgelegd langs de lichtkrans met Jules’ dictum: “De omgeving van de mens is de medemens.” An sich een opbeurende humanistische boodschap, in tijden van corona ook een soortement dreigement. Anderzijds: Deelder heeft ons net op tijd verlaten om corona te ontduiken.

In 1981 publiceerde William S. Burroughs de roman Cities Of The Red Night. Daarin worden de aarde en haar bewoners geteisterd door Virus B-23, een mysterieuze radioactieve aandoening die via ongewenste zaadlozingen tot de dood leidt. In een typisch Burroughsiaanse omkering zijn slechts junkies immuun voor deze naar HIV knipogende ziekte. (In 2004 leende Steven De Bruyn de naam van Burroughs’ virus voor de debuutplaat van zijn Rhythm Junks.)

Credit Geert Simonis
Credit Geert Simonis

Daar ik zelf dankzij de naald veilig heet te zijn voor corona kan ik mij onverdeeld toeleggen op de vraag die mij al bijna twee jaar wakker houdt: “Hoe zou Jules Deelder gereageerd hebben op deze pandemie?” Bij gebrek aan een coherent antwoord: vijf levenslessen uit ‘s mans handel en wandel.

 

Volg je interesses tegen de waan van de dag in

Al zo lang ik hem ken, is Jules bekender als jazzliefhebber, nee: -autoriteit, dan als schrijver of performer. Hij flanste enkele schitterende compilaties ineen, lulde radioprogramma’s vol en dj’de tot ik danste als een kleuter met te veel cola in zijn mik. Deelders jeugd echter liep min of meer waterpas aan de jaren zestig – niet meteen een tijdsgewricht waarin jazz veel aantrekkingskracht had bij het jonge volkje. Op foto’s uit de tweede helft van dat decennium loopt hij er zelfs bij als de prototypische hippie. En toch haalde Jules zijn neus op voor de elektrische gitaar. Er is de bekende anekdote dat Jimi Hendrix na een optreden in Nederland met hem meeging om in diens appartement jazzplaatjes te draaien. Op alle andere potentiële afterparty’s stond de acid rock geprogrammeerd die Hendrix toen al zo beu was als lauwe pap.

Via het specifieke kom je bij het universele

In de fijne documentaire Mijn leven als Deelder (2013) van Michael Barzilay en Bob Visser zit een heerlijk fragment van Deelders optreden op een literair festival in Colombia. Eerst leest hij Kutgedicht voor aan een braaf luisterend publiek. Vervolgens brengt een tolk de Spaanse vertaling en valt dat braaf luisterend publiek bulderend van het lachen uit hun stoeltjes. (Ook leuk in die docu: Deelder vertelt hoe hij als eerste mens ooit drugs naar Colombia heeft gesmokkeld.)

Omring jezelf met goede mensen

Als we enkele hardnekkig collectieven even tussen haakjes zetten, is schrijven per definitie een solitair karwei. De m/v/x met talent die zichzelf ko mept op een rokerige en/of kille zolderkamer, weet u wel? Deelder echter maakte graag een gezelschapsspel van de literatuur. In de vroege eenentwintigste eeuw zag ik hem in een theatervoorstelling met Kamagurka, muzikaal werkte hij samen met het strakke combo New Cool Collective. Over de legendarische samenwerking Aprocrief met Herman Brood en Bart Chabot schreef die laatste het alleraardigste boek Brood en spelen. De omgeving van de kunstenaar zijn de concullega’s. 

Zie het goede in elke mens

De Citroën SM was een dure Franse auto met een krachtige Italiaanse motor; in de jaren zeventig reed niemand minder dan Johan Cruijff ermee rond. Ook meer dubieuze individuen als Idi Amin, Leonid Breznjev en Jay Leno hadden/hebben er eentje onder de carport staan. Davied Eliasar en Dirk Besteman maakten een tijd terug de documentaire Project S. over deze wagen mét een heerlijke soundtrack van Benjamin Herman van het eerder vermelde New Cool Collective. Toen Herman die soundtrack uitbracht ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag verscheen parallel de documentaire 50 jaar de Benjamin. Daarin heeft Deelder aan vijf minuten genoeg om de show te stelen met een anekdote over de zoon van Mussolini, die een aardig mopje jazzpiano kon spelen (zie hieronder vanaf 13:00 min). 

https://www.uitzendinggemist.net/aflevering/459739/Benjamin_Herman.html

Belazer de kluit niet

Afgelopen februari herinnerde Arjen Lubach ons eraan dat Deelder in 1998 opkwam voor de gemeenteraadsverkiezingen (zie hieronder vanaf 5:30 min). Hij was lijstduwer van de Rotterdamse Stadspartij van dichter-politicus Manuel Kneepkens. Over zijn werkelijke bedoelingen was Deelder glashelder: “Ik heb van tevoren gezegd dat ik niet in die raad kan gaan zitten.” Eerlijk duurt het langst en kijk: Jules is er vijfenzeventig mee mogen worden.

Kortom, hij had wel schik in het leven.

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in