WAALSE WEEK: Cocaïne Piss :: ”Niémand heeft normale seks”

Een hele week lang hebben we u onderhouden over de nieuwe bloeiende Waalse Scene, tijd nu om de schuldigen eens te ondervragen. Want als één band er voor heeft gezorgd dat alle oren richting terrilrock zijn gedraaid, dan wel Cocaïne Piss. Met debuut The Pool en opvolger The Dancer laat de band rond de heerlijk geflipte Aurélie Poppins horen hoe ongebonden en vrij punk nog steeds kan klinken.

“Laat zeker weten als je in Luik bent, dan geven we je een tour van de stad.” Hoeveel bands zijn een interview zo al begonnen? Voor Cocaïne Piss is het een evidentie. Focus Knack, Humo, ze hebben allemaal al de rondleiding gekregen; het is bijna een ontgoocheling dat enola zijn opwachting in Antwerpen maakt. Maar zo gaat dat als een website na de uren bij elkaar wordt geschreven. Misschien is het wel net zo punk als dit Luikse viertal dat op een jaar tijd is uitgegroeid tot dé livesensatie van het land.

Het was half twee ’s nachts toen we Cocaïne Piss voor het eerst zagen razen op We Are Open in Trix. Het was even laat, maar dan in de namiddag, toen de groep Dour innam. Het verschil in energie was minimaal. Aurélie Poppins slaat altijd aan, zo blijkt ook die avond in Het Bos, een passend donker muziekhol. Een paar uur vooraf schuiven we aan bij haar en drummer Yannick Tönnes en beginnen we bij het begin, die nieuwe plaat The Dancer: niet meer dan 22 minuten aanstekelijk geweld in veertien nummers geperst.

enola: Waarom moest Steve Albini de producer worden?
Poppins: “Dat moést niet, maar we zouden gek zijn om het te weigeren als het dan toch mogelijk was. Geen haar op ons hoofd dat er rekening mee had gehouden dat het kon toen we in het eerste gesprek met onze booker die naam naar voren schoven, maar zie: Franky (Roels, mvs) bleek die mens gewoon te kunnen mailen. Tja, je zegt ook geen neen als iemand je voorstelt een raket naar de maan te nemen, hé. Maar het voelde knettergek. De week dat de e-mails om alles te regelen over en weer vlogen, wist ik niet waar mijn hoofd stond. Trillende handen: van die dingen.”
enola: Rest de vraag: waarom wilde Albini, uit alle bands die hem mailen, met jullie werken? Heb je hem dat gevraagd?
Poppins: “Neen. En géén idee, dus. Géén idee! Ik denk dat dat gewoon is wat hij doet. Hij houdt van ons soort kleine, obscure bandjes. Punk. Het is nu eenmaal zijn business om korte opnamesessies te houden met kleine bandjes. Ik weet wel dat hij onze bandnaam geweldig vond, maar verder? Ik denk dat onze aanpak gewoon paste bij zijn manier van handelen: drie dagen opnemen, en dat is het. En zelfs dan voelde het niet als haastwerk: we waren supergoed voorbereid, kenden onze songs, en moesten ze gewoon maar opnemen. De meeste nummers zijn first takes. We speelden, en als we blij waren met de opname was dat het.”
enola: En jij moest vooral twee dagen braaf wachten tot alles op band stond voor je je zanglijnen kon opnemen.
Poppins: “Geweldig, dat. Keek ik vanuit de controlekamer naar de studio beneden met het trotse gevoel ‘Yep. Míín jongens.'”
enola: Je zat daar wel met Steve Albini alleen. Viel dat wat mee?
Poppins: “Ja hoor. ’t Is een vriendelijke gast, zelfs al praat hij niet veel. Maar dat was oké, hij was aan het werk. Verder vond ik hem gemakkelijk in de omgang: weinig bullshit, geen stoef. Hij doet zijn werk erg goed, en zelfs al lijkt hij niet te luisteren omdat hij op zijn computer met iets anders bezig is, dan nog kon hij plots de intercom vastnemen om Yannick te laten weten dat zijn drum vals stond. En je weet hoe hij werkt hé: hij is geen producer die een mening over je songs heeft, hij zorgt alleen dat zo goed mogelijk op band staat wat je speelt. Dat was perfect. Het zijn onze nummers, zo hebben we ze geschreven, het is niet aan hem om daar verder nog aan te raken.”

enola: In je studiodagboek schreef je hoe je veel van hem hebt geleerd, vooral dan “over hoe je de zaken moet aanpakken”. Zoals?
Poppins: “Het belangrijkste was hoe kalm hij onder alles bleef. Ik zat bijna in mijn broek te doen, maar hij bleef overal rustig onder.”
enola: Waar praat je over met zo iemand? Wat het betekent om punk te zijn?
Poppins: “God, neen. We hebben vooral gepraat over Frans eten en Franse woorden voor voedsel. Houdt hij van, eten en Frans. ‘La bouffe’, dat vond hij een geweldig woord. Over muziek? Weinig. Hij weet dat wij alles al weten: je eindigt niet bij hem als je niet weet wat hij doet. Uiteindelijk, (tot Tönnes) kan het ons iets schelen wat punk is? Het is gewoon wat het is.”
Tönnes: “Zoals we op dit moment leven.”
Poppins: “Precies. Punk is voor mij a cool way of doing stuff we like. (lacht) Voor mij gaat het meer om de manier waarop je dingen aanpakt, dan iets anders. Het gaat om wat je belangrijk vindt: politiek, gelijkheid, … maar uiteindelijk komt het gewoon neer op de manier waarop je je leven leidt. Proberen een beetje een goeie mens te zijn.”

enola: In tegenstelling tot veel punkbands, verzinken jullie niet in woede en agressiviteit. Er hangt een zekere speelsheid rond Cocaïne Piss.
Poppins: “’t Is half politiek, half fun, wat we doen. We hebben absoluut onze ideeën over de samenleving etcetera, en die zijn vrij duidelijk, maar verder draait het ons vooral om plezier en vriendschap. En ja, seks is een belangrijk onderwerp. Ik denk dat het belangrijk is om het over seksuele ervaringen te hebben. Er zijn al veel taboes gesneuveld, maar er zijn er nog een paar, terwijl ik vind dat iedereen zijn seksualiteit vrij moet kunnen beleven. En dan kan ik maar beter bij mezelf beginnen en dat uitdrukken. Als je er over wil praten, moet je jezelf ook bloot geven. En ja, “Seks Weirdo” is absoluut een politiek statement. Het begrip ‘normale seks’ irriteert me. Dat is bullshit. Iedereen heeft rare seks, of bizarre fantasieën. En toch permitteren cis-genders het om zichzelf tot norm te verheffen en homo’s en transeksuelen tot ‘rare mensen’ te verlagen. Onzin! We zijn verdomme allemaal seksueel raar, ja.”

enoa: Klopt mijn aanvoelen dat je het in Wallonië wel op de punkmanier moét doen als je een rockband wil zijn?
Tönnes: “Zeker. Je moet het zelf doen, of het gebeurt niet.”
Poppins: “Er zijn een paar leuke poprockbandjes hoor, en die doen het niet slecht. Maar als je wil rocken, dan moet je de kelder in, daar repeteren, en zelf je optredens organiseren.”
enola: En plots is er een buzz rond de Waalse scene, bijna out of the blue.
Poppins: “Het lijkt inderdaad goed te gaan met de Waalse scene tegenwoordig, maar geen idee hoe dat komt. Ik ga al van mijn veertiende naar optredens, en veel bijzonders lijkt er op die zeventien jaar niet veranderd. Er zijn altijd plaatselijke bandjes geweest, zo was het altijd. Iedereen doet al jaren hetzelfde, dus het moet wel gewoon iets met de visibiliteit te maken hebben. Soit, ik heb geen idee. Ik weet ook niet waarom ons te beurt valt wat er gebeurt. Geluk gehad. Maar die aandacht voor je eigen individuele expressie? It kicks ass, geloof me maar.”
enola: Is er iets dat al die Luikse bands muzikaal bindt?
Tönnes: “Niet echt. ’t is meer de manier van aanpakken, een soort van zelfde taal die we spreken. Waarbij iedereen zijn steentje bijdraagt. Zelfs met popgroepjes, die mijlenver verwijderd staan van wat wij doen, is de band erg hecht.”
Poppins: “Er is geen enkele band in Liège die gewoon maar komt spelen. Iedereen draagt bij, door een label op te richten, zijn busje te verhuren aan een andere groep, helpen, … Die sfeer van samenwerking vind ik ongelofelijk fijn.”

Enola: Ondertussen zijn jullie zowat de vaandeldragers van die nieuwe scene geworden. Sta je er nog van te kijken waar je met Cocaïne Piss staat?
Poppins: “Constant. Eigenlijk staan we bij elke show te kijken hoeveel volk er is opgedaagd. Ik ben er nog steeds niet aan gewend dat mensen het tof vinden wat we doen. De eerste keer dat we een eigen show in Den Trap in Kortrijk speelden, en er effectief publiek was: dat voelde verdomd raar. Wij gingen er als voorprogramma altijd van uit dat het volk wel voor de headliner zou komen. Maar die mensen stonden daar. Voor ons. Zo cool.”

enola: Ik let er nu plots op, maar je spreekstem is een stuk dieper dan ik had verwacht. Komt die schrille zangstem vanzelf?
Poppins: “Ja. Toen ik op onze eerste repetitie begon te zingen, was dat wat er uit kwam. Ik had het zelf niet verwacht, want ik heb die lage stem altijd al gehad. Toen ik als tienjarig meisje ooit de telefoon opnam, dacht iemand aan de andere lijn zelfs dat ik mijn nonkel was. Maar ik moet er mee werken, want ik kan gewoon niet laag schreeuwen.”
enola: Het klinkt alsof het een ferme belasting op je stembanden moet zijn.
Poppins: “Mijn moeder is doodongerust, ja. Ze is blij dat de nieuwe songs van op The Dancer net dat tikje minder rauw zijn. Nu ben ik niet langer na elk optreden hees, zoals vorig jaar.”
enola: Zijn jullie optredens daarom zo kort?
Poppins:(verbaasd) “Maar neen. Ze zijn zo beknopt omdat onze songs dat nu eenmaal zijn. En laat ons eerlijk zijn: niemand van ons zou dit drie kwartier lang willen, dat zou voor het publiek ook super vervelend zijn.”
Tönnes: (droog) “Het voordeel is: op 25 minuten krijgen we ongeveer onze hele discografie gespeeld.”

enola: Aurélie, je staat bekend voor je waanzinnige podium-escapades. Kijk je er zelf soms van op wat je allemaal doet in the heat of the moment?
Poppins: “Voortdurend.”
Tönnes: “Dat taartgedoe was toch redelijk, euh, verrassend.”
Poppins: “Ja, bah! Op één of ander festival werd me in de moshpit plots een taart aangeboden, aardbeien en slagroom en al. Ik vond er niets beters op dan die aan te nemen en op mijn gezicht uit te smeren. Dat was dom! Wist ik veel dat slagroom onder de spots zó snel zuur wordt. Dat stinkt, man. Ik lag pas zeven of acht uur later in bed, da’s lang om met zure room op je gezicht rond te lopen. Maar goed, je ziet ook dingen in het publiek soms hoor.”
enola: Op Dour leek de rest van de band zelf wat verward, waarheen Aurélie was verdwenen. Alsof dat nu ook de bedoeling niet was.
Tönnes: “Tja, wij wilden nog een nummer spelen, maar zij was weg. We hadden dan ook niet voorzien om een bisnummer te spelen, dus ze was meteen richting merchandisestand vertrokken.”
Poppins: “En toen ik terugkwam was ik zo slim om mijn microfoonkabel door mijn short te leiden. Alweer geen slimme move. Het heeft me een nummer gekost vooraleer ik dat uit mijn ondergoed had gekregen. Ik heb daardoor gewoon niet kunnen zingen. Stom maar fun.”
enola: En als een voet breekt in al die chaos, dan is dat maar zo?
Poppins: “Euh neen. Dat was in Krawietel in Gent, vorig jaar. Dat suckte. Sindsdien draag ik enkelhoge schoenen die mijn voeten beter beschermen, want het was walgelijk. Mijn pees was gescheurd, het bot volledig in twee. Zes fucking weken heb ik thuis moeten zitten, zonder optredens of iets. Ik ging dood van verveling. Als dat nog eens gebeurt, wil ik verdoofd worden.” (lacht)
Tönnes: “En toch heeft ze nog drie nummers gezongen toen.”
Poppins: “Yup, ik heb de set afgewerkt. Ben ik erg trots op, maar: nooit meer.” (schaterlachend af)

Cocaïne Piss speelt vanavond 2 december in de VK in Molenbeek op een Puur Belge-avond samen met onder andere It It Anita. Wallonië boven; nu ook in Brussel. Zondag leest u hoe het de bands verging.

Hypertension

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

verwant

PUNK x3 :: Cocaine Piss, Gewoon Fucking Raggen, Surfbort

Viel in 2018 het woord ‘punk’, dan was de...

Sinner’s Day :: 1 december 2018, Limburghal, Genk

New wave is anno 2018 precies 40 jaar oud,...

Cocaine Piss & Mette Rasmussen :: 3 mei 2018, Botanique

Een oerkracht. Het Bikini-atol dat nog eens een nucleaire...

Cocaine Piss :: Piñacolalove EP

Het Luikse punkkwartet begrijpt dat je het ijzer maar...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in