Liefhebbers van bulldozer beukende brainfucking galore, verenig ende verheug U, uw Goden zijn terug… en hoe!
Waar te beginnen met een groep van het kaliber als dat van Meshuggah? Niet minder dan 24 jaren zijn de Heren al bezig. Dat is in de muziekwereld in het algemeen al bijzonder, en in de Metal wereld in het bijzonder des te meer. Wat dit feit des te straffer maakt is dat ze bovendien nog steeds relevant zijn ook, zoniet carrément vernieuwend.
Stralend van zelfvertrouwen je album Koloss noemen, is er natuurlijk om vragen. Dit kan maar beter straffe kost zijn, of je zet jezelf compleet voor schut. Maar als er één groep is die weinig twijfel doet ontstaan dat ze er ook met gemak mee weg zullen komen, dan is het Meshuggah wel. Voorganger ObZen dateert ondertussen ook alweer van 2008, en besloot na Nothing (we negeren gemakshalve de op zichzelf staande experimenten I en Catch 33) om de brute, ongepolijste mokerslagen in te ruilen voor een scherper randje, en een razendsnelle opeenvolging van talrijke kleinere vuistmeppen. Het uiteindelijke resultaat bleef hetzelfde: het kwam hard aan.
Met Koloss wordt een stap terug richting Nothing gezet, met tegelijkertijd een verdere uitwijking richting Jazz. We willen daarmee niet gezegd hebben dat u dit album moet gaan zoeken in de Jazz-rayon van uw favoriete platenboer, maar wel dat het archetypische polyritmishe karakter van de muziek er plots een pak swingender op geworden is. Dit is en blijft nog steeds hondsbrutale Metal, maar af en toe durft er al wel eens een lijn op te duiken waarvan je denkt dat die even de weg kwijt was op zoek naar een – R.I.P. – Greetings From Mercury album, om nog maar te zwijgen over die bovenaardse solo’s van Zijne Maestro Thordendal.
U heeft het al lang door, dit album is vet, erg vèt. En in pure Meshuggah-traditie verveelt het bovendien na quasi ontelbare luisterbeurten nog steeds geen halve seconde, omdat de nummers zo ingenieus in elkaar zitten, dat je ze nog altijd niet “van buiten” kent: ze blijven verrassend, zoniet een tikkeltje onvoorspelbaar, en er valt elke keer wel iets nieuws te ontdekken. Gedurende de dikke 54 minuten die dit album telt, wordt de luisteraar van de ene waanzinnige break in de andere gesmeten, binnen een perfect uitgebalanceerde opbouw waar tempo en flow net zo juist tikken als een Zwitsers uurwerk. De uitstekende productie plaatst finaal de kers op de zo al overheerlijke taart.
Weet u, een nummer als “Don’t Look Down” grenst zelfs niet meer aan het geniale, maar overschrijdt die grens met rasse schreden. Uw dienaar doet zijn uiterste best om toch nog iets te vinden om op dit nummer te kunnen aanmerken, maar betrapt zichzelf er op dat hij dit stiekem alleen maar als excuus aanwendt om – met een licht psychotisch lachje, in hun kassen doldraaiende ogen en een lijntje kwijl uit zijn bek – nóg meer als een maniak op de repeat knop te kunnen drukken.
En indien u dacht hiermee het hoogtepunt van dit album bereikt te hebben, vergeven we u graag. Dat dachten we tenslotte zelf ook. Maar dat was dan buiten “Swarm” gerekend, die twee nummers voor het einde nog even de uitdrukking “gewapend-beton-bunker-verbouwend mokeren” komt definieren.
Zelfs afsluiten doen de Heren in stijl, met een sfeervolle compositie van die andere gitarist, Marten Hagström, die zich voor deze gelegenheid wel in Tantra-modus lijkt gezet te hebben. Ondanks de volstrekte breuk met al het geweld dat er aan voorafgaat, vloekt deze “The Last Vigil” geenzsins met de rest, maar zalft het de bont en blauw geslagen luisteraar, waarna die weer een ervaring rijker de rest van zijn leven tegemoet kan gaan.
Vermelden we tot slot ook nog graag dat de bij de gelimiteerde editie bijgeleverde DVD eindelijk nog eens ècht de moeite waard is, en die twee andere grote, met een “M” beginnende, Metal groepen die eerder dit jaar een nieuwe plaat uitbrachten met het schaamrood op de wangen en de billen bloot naar het hoekje stuurt.
We hebben nog nooit vlak voor een op volle toeren draaiende turbine motor van een 747 gestaan, maar het zou ons niet verbazen moest dit album minstens even hard blazen. Aldus: Koloss doet zijn naam alle eer aan, en is een verplichte aankoop voor ieder één die van het straffe spul houdt!