Hij is er wel degelijk gekomen en zelfs op het aangekondigde ogenblik! De tijd dat Sufjan Stevens zich suf piekerde over zijn muzikale carrière en hintte naar albums die er niet kwamen, is (tijdelijk) voorbij. Met het nauwelijks enkele maanden geleden uitgebrachte All Delighted People en nu The Age Of Adz (lees "odds") lijkt hij zijn werklust van weleer opnieuw opgepikt te hebben.
Een belangrijke kanttekening hierbij is dat net zoals op de e.p. All Delighted People van pure georchestreerde folk veel minder sprake is en elektronica opnieuw zijn intrede mag doen. Toch zijn het niet zozeer de electro-invloeden op zich die voor een ander gevoel zorgen, maar eerder de opbouw van de songs zelf. Op The Age Of Adz zijn slechts hier en daar de sferen van de vroegere platen te horen. Veeleer is er sprake van een deconstructie van de eigen composities, waarbij Stevens heel anders omspringt met de klassieke elementen.
Een mooi voorbeeld hiervan vormt het titelnummer dat barst van de Stevenstoetsen (meerstemmig gezang, blazers, snarengepluk) maar zich vooral onderscheidt van het oudere werk door de manier waarop de song opgebouwd wordt met de verschillende stukken, eerder dan door pakweg de electrodrums. Het nummer maakt meer dan ooit duidelijk hoezeer Stevens’ songs altijd uit een opeenstapeling van stukjes bestaan hebben die daarna ingenieus aan elkaar gekoppeld worden als kleine composities. Ook "Too Much" kiest voor eenzelfde mix, zij het dat ditmaal de link met het oude Efterklang nooit veraf ligt.
Met de Denen lijkt Stevens op dit album wel een voorliefde voor een mix van electro en akoestische instrumenten te delen, in het bijzonder omdat hij de twee continu in dialoog laat gaan om zo een atypische song te creëren. Meer nog dan bij "The Age Of Adz" vergt het weinig tot geen verbeelding om de elektronische klanken te veranderen door akoestische om zo een nummer uit de Illinoisestal te horen. Zelfs wanneer het nummer met zichzelf aan de haal gaat in de laatste twee minuten blijft het binnen de krijtlijken die Stevens op oudere albums uittekende.
Van een geheel andere orde is het dromerige "Now That I’m Older" dat zich in kerstsferen waant zonder irritant over te komen. Het is een uitgesponnen, meanderende song die voortborduurt op een zang/melodielijn en daar een gelijklopende nieuwe zanglijn aan koppelt zodat beide continu met elkaar in dialoog gaan. Ook het ingetogen "Futile Devices" houdt zich ver van alle drukte en opbouwwerk. De zachte song kiest voor enkele ingetogen toetsen om zo het type melancholisch en hartverwarrend nummer te brengen waar Stevens een patent op lijkt te hebben.
Het zijn twee kanten van de medaille die vanaf Michigan duidelijk aan bod kwamen bij Stevens. In die zin verschilt The Age Of Adz nauwelijks van zijn oude platen, althans voor wie de electro weg denken kan. Toch is het nog maar de vraag of "Bad Communication" zich zomaar zou laten vertalen, daarvoor is het nummer te grillig opgebouwd en zijn de ondefinieerbare geluiden te belangrijk voor de song. Het maakt echter ook duidelijk dat Stevens deze nieuwe klanken nog niet helemaal in de vingers heeft. Daar kan zelfs het geslaagde "All For Myself" niets aan veranderen.
De grootste uitdaging van het album ligt echter in het vijfentwintig minuten durende "Impossible Soul" waar Stevens een laatste maal alles uit de kas haalt en oud en nieuw samen brengt. Het is een indrukwekkend huzarenstuk dat verschillende songs, deelcomposities en ideeën samenbrengt tot een geheel dat alle richtingen tegelijk uitstuitert en een laatste maal aantoont hoe vernuftig Stevens wel te werk kan gaan. Dat het nummer de kers op de taart vormt die tezelfdertijd voor de indigestie zorgt, is dan ook de kleine prijs die betaald moet worden.
The Age Of Adz haalt niet het niveau van Illinoise of Seven Swans maar hinkt nauwelijks achterop. De reden hiervoor is dat de nieuwe weg die Stevens ingeslagen heeft, niet alleen voor de luisteraar maar ook voor Stevens zelf nog onbekend terrein is. Het is als een speeltuin waarin Stevens zichzelf soms eventjes verliest, maar het is ook het bewijs dat hij nog steeds een van de interessantste, van talent bulkende artiesten van zijn generatie is.