



Hij mag dan wel de aarde meermaals gered hebben van boosaardige
aliens, kaduke robotten, zombieachtige wezens en irritante Martin
Lawrences, eigenlijk heeft Will Smith nooit een échte superheld
gespeeld. Tot nu. Smith keert terug naar de zomerblockbuster die
hem tot Fresh Prince van de box office kroonde en kruipt in de huid
van Hancock, een antisuperheld met een alcoholprobleem. Jammer
genoeg zijn er evenveel kosten aan het filmproject ‘Hancock’ dan
aan het gestoppelde personage met de drie hoeken af. Het is even
leuk om te zien hoe Will Smith zijn heldhaftige imago met veel
plezier onderuit haalt, maar wanneer halverwege duidelijk wordt dat
‘Hancock’ absoluut geen weg weet met de cool klinkende premisse,
bezwijkt het hele vehikel onder de ridicule nonsens, abrupte
toonwisselingen en banale plotwendingen. Zo erg dat je bijna begint
te hopen dat Martin Lawrence uit de binnenzak van Will Smith komt
kruipen om wat beweging in de keet te brengen. Bijna…
Hancock (Will Smith) is geen geliefde superheld in Los Angeles. Hij
is een onvriendelijke klootzak die drinkt, vloekt en voor miljoenen
dollars schade veroorzaakt wanneer hij een zogezegde ‘heldendaad’
verricht. Het kan Hancock allemaal geen bal schelen, maar de mensen
heeft meer dan genoeg van de supersnertheld waar ze eigenlijk niet
om gevraagd hebben. Onder druk van de publieke opinie en op advies
van de goedbedoelende pr-agent Ray (Jason Bateman), laat een
sceptische Hancock zich opsluiten om de sympathie van de bevolking
terug te winnen. Zorg dat ze je missen en ze zullen van je houden.
Een onmogelijke taak volgens Rays vrouw (Charlize Theron), de
grootste uitdaging ooit voor de man die kleine kinderen mijlenhoog
de lucht inwerpt (geinig), fervent aanhanger is van het
walvisslingeren (auwkes) en het niet kan laten om heelder straten
te vernielen bij elk blitzbezoekje.
Na tien jaar development hell, komt ‘Hancock’ dan toch nog
als een half ontvroren biefstuk uit de ijskast gedonderd. De
blockbuster die zich nog het best laat omschrijven als ‘Will Smith
die een vuilbekkende superheld speelt’ is een schoolvoorbeeld van
een goed idee dat volledig gekraakt wordt door een zwakke
uitvoering, die dan weer grotendeels te wijten is aan een slopende
preproductie (het originele scenario, ‘Tonight He Comes’, werd tien
jaar doorgegeven als een hete aardappel). ‘Hancock’ is een
onsamenhangend rommeltje dat constant op zoek is naar een vaste
toon (zie ze hopeloos tasten naar een evenwicht tussen actie,
komedie en drama), maar nooit verder raakt dan een nauwelijks
uitgewerkt concept met potentieel. Het resultaat ziet eruit alsof
‘Hancock’ ofwel te vroeg uit de oven is gehaald (ik wacht nog
altijd op de climax) of er net iets te lang heeft ingezeten. Hoe
dan ook, de film was een mess (de film kreeg tot tweemaal
toe een R-rating, die uiteraard werd afgezwakt tot een meer
publieksvriendelijke PG-13) om op poten te krijgen en zo voelt het
ook negentig minuten aan. Geforceerd, snel afgehaspeld en nog niet
half zo entertainend als het had moeten zijn.
Aan het idee zal het niet gelegen hebben. De invalshoek van
brokkenmakende superhelden werd al schitterend toegepast in
‘The
Incredibles’, en in ‘Hancock’ wordt de ongewenste superheld van
dienst clever gebruikt als een soort allegorie voor het lompe,
gewelddadige, maar soms noodzakelijke Amerika dat moet ingezet
worden om conflicten op te lossen. Een gedachtegoed waar Michael
Mann-protégé Peter Berg (‘The Kingdom’)
ongetwijfeld volledig achter staat. Voeg daar dan nog een politieke
incorrecte en raciale ondertoon aan toe en ‘Hancock’ bezit genoeg
lagen om een actiefilm met dat ietsje meer te worden. Maar ook al
draagt de film een veel serieuzere thematiek met zich mee dan de
trailers laten vermoeden (een getroebleerde Hancock worstelt met
een existentiële crisis), uiteindelijk moest het vooral een luchtig
popcornfilmpje worden waar de sarcastische oneliners van Will Smith
afgewisseld worden met een spectaculaire, maar holle speciale
effectenshow.
Maar ook als banale blockbuster van dertien in een dozijn lijkt het
niet te lukken voor ‘Hancock’. Voor een klein uur krijgen we het
verhaal van Hancock die zich laat rehabiliteren in de gevangenis en
dat levert een paar gniffels op (vooral te danken aan straight
guy Jason Bateman die een geweldige aangever is voor Smith),
maar eenmaal Hancock klaar is voor het grote werk valt de peperdure
prent volledig stil. Er is geen nemesis, er is geen groot gevaar
waar tegen gevochten moet worden en hoe meer er uit de doeken wordt
gedaan over de oorsprong en de voorgeschiedenis van Hancock, hoe
oninteressanter en debieler – wacht tot je hoort waar zijn naam
vandaan komt – de film wordt. En dan is er nog een compleet van de
pot gerukte plotwending die ‘Hancock’ voor de rest van de speelduur
op het spoor zet van een geeuwinducerende soap met superhelden. Op
dat moment is ‘Hancock’ getransformeerd in een ter plaatse
trappelend non-event met een identiteitscrisis die absoluut geen
benul heeft in welke richting het moet gaan om ook maar een beetje
steek te houden. Zelfs de almachtige midaskrachten van Big Willy
(die bovendien beter in zijn vel zit als echte held in plaats van
een antiheld) kunnen de meubelen al lang niet meer redden.
Ondanks een leuk idee raakt ‘Hancock’ nooit van de grond. Will
Smith doet wat hij kan met de zichtbaar onwennige rol, maar het van
elke logica gespeende scenario rammelt langs alle kanten en Peter
Berg slaagt er niet in om een samenhangend geheel uit de troebele
brij te halen. Het zal wel genoeg geld opbrengen om er een
franchise uit te slepen, maar dan gaan ze toch eens moeten
beslissen wat ze precies willen doen met deze voorlopig nog steeds
doelloos rondslenterende ‘Hancock’. ‘Not your average
superhero’, luidt de tagline, jammer dat van de film niet
hetzelfde kan worden gezegd.