Dat de doorbraakhit "Sadness" een en ander zou veranderen bij het Opwijkse viertal van Stash kan moeilijk verrassend genoemd worden. Dat frontman en strottenhoofd Gunther Verspecht anno 2007 nog het enige originele groepslid zou zijn, hadden we echter niet verwacht. Met het nieuwe album Blue Lanes trekt Stash verder langs het pad dat met Rock ’n Roll Show werd uitgetekend.
Ongetwijfeld gegidst door het open, poppy productiegeluid van Wouter Van Belle (ook al bij het vorig album achter de knoppen) en Marc Bonne (sinds kort ook achter de vellen van de groep), verlaat Stash op Blue Lanes definitief het 16 Horsepower-geluid van de eerste twee platen en wordt zelfs het Counting Crowspad van Rock ’n Roll Show grotendeels achtergelaten voor een sound die eerder naar de Coldplay- en Keanekant van het popspectrum smaakt. Voor velen zal Blue Lanes om die reden wellicht te glad en te braaf klinken, maar in commercieel opzicht zou Stash zich hiermee misschien wel eens in een onbezet stekje in het Vlaamse poplandschap kunnen nestelen.
Dat de songs op Blue Lanes meer dan ooit de softpopkant van Stash laten zien, heeft wellicht ook te maken met het feit dat de gitaar haar rol als basisinstrument inruilt voor spaarzame aanvullingen (op z’n Coldplays eigenlijk), en dat vooral de piano het voortouw neemt. Zo kan Verspecht zijn inmiddels geroemde rasp weliswaar alle ruimte geven, maar verliest Stash muzikaal ook wel de rauwe donkerte waar de groep in haar jonge jaren een stemmig patent op had genomen.
Blue Lanes mist bijwijlen ook een beetje variatie, of steunt iets te sterk op het minutieuze productiewerk van Van Belle. Zo verliest "I Want You So Bad", een song die met een overtuigende beat veel ruimte laat voor de kenmerkende tristesse die altijd in de stem van Verspecht huist, een hoekje van zijn potentieel door de flauwe keyboards die al te opzichtig de achtergrond van het refrein opvullen. Elders, zoals bij de blazers achter "Trade Your Rights For Wrongs", de verrassend mooi ingepaste harpgeluiden in "Alison", of in de zachtmoedige single "All That’s Left", werkt de productie dan weer enorm verruimend.
"Liar Without Shame" neemt de handdoek van voormalige hits "I Need A Woman" en "Sadness" op en houdt zichzelf aardig staande. Toch kan de song niet het beste nummer van Blue Lanes genoemd worden. Die eer reserveren we voor het groots opgezette "Would I Ever Fail On You", een uptempo song die zichzelf met een drammende piano op gang stampt en die tijdens zijn beste momenten de adem stevig uitblaast in een paar uitbarstingen waarin breekbaarheid en ongearticuleerde kracht samensmelten. In de ruwere context van een liveshow wordt dat ongetwijfeld een hoogtepunt.
Puur muzikaal lijkt Blue Lanes eerder ter plaatse te trappelen dan echt een stap of twee vooruit te zetten in vergelijking met Rock ’n Roll Show. Het album herbergt degelijke popnummers — in doorsnede misschien van beter allooi dan de voorganger — maar mist een song als "Sadness", die in de charts tot een monsterhit kan uitgroeien. Blue Lanes zal vooral moeten bestendigen wat Stash al aan status gewonnen heeft bij het popminnende Vlaamse publiek; de poort naar het buitenland lijkt vooralsnog niet open te slaan. Stiekem hopen we nog steeds dat Gunther Verspecht op een van de volgende albums zijn ingebakken affiniteit voor rauwe blues kan uitwerken. Op dát album zitten we te wachten.