Touch&Go, 2007
Hoe kunnen we het jaar beter aftrappen dan, met de eigen
feilbaarheid in het achterhoofd, u nog een plaat van vorig jaar
voor te schotelen die onterecht door de mazen van het copieuze
muziekaanbod is geglipt? Enon verrees eind jaren negentig uit de as
van het ondertussen met een cultstatus behepte Brainiac en hun
artistieke output is te opwindend om ‘Grass Geysers… Carbon Clouds’
te laten verkommeren in de plooien van het muziekjaar 2007. Het
verleden is echter niet de enige reden om dit plaatje van de
vergetelheid te vrijwaren, want deze uit opgefokte melodieën,
hyperkinetische ritmes en botergeile vocals opgetrokken zetpil
swingt bij momenten als een bh-loze D-cup. De elektronische
experimenten en inventieve samples werden naar het achterplan
verwezen, de gitaar werd iets steviger omgegord en het resultaat
laat zich beluisteren als een wat wisselvallige, maar bij momenten
erg krachtdadige hogedrukreiniger van pop, noise en postpunk die
vele smetten op het blazoen van andere springerige bandjes
moeiteloos kan schoonspuiten.
John Schmersal, het brein achter dit Amerikaanse trio, zocht naar
aanleiding van deze plaat wanhopig naar een extra bandlid, maar
uiteindelijk werd beslist om enkel met drummer Matt Schulz en
bassiste Toko Yasuda de studio in te duiken, het tweetal waarmee
Schmersal eerder al platen als ‘Hocus Pocus’ en ‘Lost Marbles And
Exploded Evidence’ op de wereld losliet. Geen kwade keuze, want dit
uitgebeende gezelschap bewijst op dit album geen versterking nodig
te hebben om een pulserende brok geëlektrificeerde noisepop te
sculpteren. Hoewel het eindresultaat iets gepolijster klinkt dan
het vorige materiaal, verliest Enon de scherpe weerhaakjes niet uit
het oog. Luister maar naar opener ‘Mirror On You’, een sexy eruptie
van onweerstaanbare stemmetjes, verwrongen gitaarwerk en een
oplawaai van een bas die klinkt als een jam van Radiohead en The Shins die net
samen een postpunk-workshop hebben gevolgd.
De leden van Enon speelden allen mee op het fantastische laatste
album van Les
Savy Fav en dat valt eraan te horen. Omdat Schmersal de vijl te
veel ter hand heeft genomen voor dit plaatje, klinkt de band niet
zo viriel als hun New Yorkse collega’s (zelfs een paar verstopte
eierstokken hield Les Savy Fav niet tegen), maar ook hier loeren
milde furie en ADHD-trekjes steevast om de hoek. Tijdens de eerste
plaathelft kietelen noise en op hol geslagen bassen aan de voeten
van Schmersal en Yasuda om het tweetal hand in hand door de
verschillende weiden van de indierock te laten dartelen, sprinten
en huppelen. Zo danst Yasuda tijdens ‘Colette’ verleidelijk rond
een monoliet van een postpunkbas om dan tijdens het lichtjes
weemoedige ‘Sabina’ als een slangenbezweerder de kronkelende
gitaren naar haar hand te zetten. Ook Schmersal laat zich inpakken
door zijn bassiste en op enkele honingzoete backings na gunt hij
zijn Aziatische tegenspeelster haar glorierol.
De man laat zich echter niet telkens naar het achterplan verwijzen.
Zo neemt hij de hoofdrol op zich tijdens ‘Dr. Freeze’, een
stuiterende testosteronbom van rammelende pop die zelfs de meest
frigide non het hoofd op hol kan brengen. Helaas hebben we het
laatste hoogtepunt hiermee gehad en op het aanstekelijke vuurwerk
van ‘Pigeneration’ en ‘Mr. Ratatatatat’ na telt ‘Grass Geysers…
Carbon Clouds’ ook heel wat minder geïnspireerde momentjes. ‘Peace
Of Mind’ en ‘Those Who Don’t Blink’ razen voorbij zonder aandacht
te besteden aan de liftende song en vullertjes als ‘Labyrinth’ en
‘Astish’ hebben te veel bloed verloren om nog op eigen benen te
kunnen staan.
Met deze plaat neemt Enon een scherpe bocht en hoewel ze de
vangrails bij momenten niet kunnen vermijden, valt hun strakkere
rocksound behoorlijk opwindend te noemen. Wanneer overstuurde
synths en losgeslagen gitaarhooks een puzzel vormen, hoeft Enon
namelijk weinig concurrentie te vrezen. Nu nog wat consistentie in
hun werk injecteren en Schmersal en co zijn klaar om zich bij het
uitgelezen kransje van relevante noisepopbands te scharen.
http://www.myspace.com/enonmusic