"Er zijn geen seizoenen meer, meneer!" Het gonst weer van de clichés, maar geef nu zelf toe: als dit winter is, dan mag ultieme zomergroep The Shins ook in januari met een nieuwe plaat afkomen. Conform de klimatologische verwarring is de plaat niet helemaal zonneschijn, maar zelfs druilerigheid blijkt in de wereld van frontman James Mercer nog steeds uiterst aanstekelijk te zijn.
"This promotional cd is unique and traceable…" Als je dat op je promootje ziet staan, weet je dat een platenfirma veel verwacht. Na de film Garden State werden The Shins in de Verenigde Staten immers groot. Wincing The Night Away moet de bevestiging worden en de groep in Europa een gelijkaardige status bezorgen.
De groep rond Mercer maakt het haar platenfirma echter niet gemakkelijk. "Ik vind altijd dat ik neerslachtige nummers schrijf, maar om de een of andere reden eindigen ze altijd vrolijk en upbeat eenmaal de groep ze inkleedt", zei de frontman drie jaar geleden. Maar dat is veranderd. De vrolijke pop-met-handclaps van voorganger Chutes Too Narrow heeft plaats moeten maken voor een meer ingetogen variant die zich een tikje minder direct laat kennen.
Is wel gebleven: Mercers werkelijk ongelofelijke zin voor melodie. Bij hem geen strak strofe-refrein-strofe-patroon: ’s mans zanglijnen meanderen als guirlandes doorheen het nummer, slechts zelden keert een melodie terug als refrein. Meestal zit de man al een paar gouden lijnen verder, zoals in het heerlijke "Girl Sailor" dat vaagjes aan de gitaartjes van Johnny Marr doet denken.
In hun beste momenten maken The Shins muziek die zich uitstekend leent tot mijmerend meewiegen met een glimlach van oor tot oor, zoals eerste single "Phantom Limb" ten overvloede bewijst. Hier, en in opener "Sleeping Lessons" — dat na een rustig begin halverwege dan toch in gallop slaat — is Wincing The Night Away nog een beetje zo instant als Chutes Too Narrow. Elders vraagt de plaat iets meer inspanning, maar die wordt wel degelijk beloond.
Er werd al eens geëxperimenteerd tijdens het schrijfproces en dat loopt niet altijd even goed af. Voor "Sea Legs" creëerde Mercer een hiphopbeat met kroonkurken op zijn versterker, en helaas tekent het voor één van de mindere songs op Wincing The Night Away. Want voor het eerst zijn er zo een paar. "Black Wave" vervolledigt dat koppel. Daarna ligt de lat gelukkig weer iets hoger, en met "Turn On Me" neemt het huppelen opnieuw een aanvang.
Hier en daar zijn al stemmen opgegaan die Wincing The Night Away een ontgoocheling vinden. Ze hadden een meesterwerk verwacht en kregen niets meer dan een fijne popplaat. Voor zulke mensen is er een spreekwoord dat bestaat uit de woorden "kleine", "eert", "grote", "niet weerd". Er bestaan immers weinig betere dingen dan fijne popplaten. The Shins blijft een te koesteren groepje, dat er zelfs met een relatief ingetogen plaat nog in slaagt de zon aan de hemel te tekenen. Als er dan toch geen seizoenen meer zijn, dan mag dat, meneer!